Vandaag publiceerde de ACM het al eerder aangekondigde onderzoek naar prijs- en volume-effecten van ziekenhuisfusies, alsmede een toelichting daarop. Het onderzoek beoogt – volgens de ACM – te leren van de effecten van fusies uit het verleden. Aanleiding voor het onderzoek zijn de kritische geluiden uit het veld over de ex ante fusiebeoordelingen van de ACM. Anders dan de persberichten suggereren, blijkt uit het rapport dat de prijzen van gefuseerde ziekenhuizen gemiddeld lager zijn dan van niet-gefuseerde ziekenhuizen.
Het onderzoek behelst de prijs- en volume-effecten van 12 goedgekeurde ziekenhuisfusies over de periode 2007-2014 op basis van declaratiegegevens. De belangrijkste in de persberichten genoemde bevinding is dat er een “indicatie” is gevonden voor een prijsstijging van de zorg van gefuseerde ziekenhuizen ten opzichte van de prijs van zorg van niet gefuseerde ziekenhuizen. De volumes van fusieziekenhuizen lijken zich niet systematisch anders te ontwikkelen. Het onderzoek geeft niet aan dat de relatieve prijsstijging het gevolg is van vergroting van de marktmacht van de fusieziekenhuizen.
Verscherpte aandacht voor concurrentierisico’s
In een toelichting op het rapport schrijft de ACM dat deze ontwikkelingen leiden tot verscherpte aandacht van de ACM voor de concurrentierisico’s van ziekenhuisfusies. Dat betekent volgens de ACM dat zij mogelijk vaker mededingingsproblemen zal constateren, waardoor de ACM ziekenhuisfusies mogelijk eerder zal verbieden. ACM stelt daarbij wel de fusieziekenhuizen expliciet in de gelegenheid om – na vaststelling van een concurrentieprobleem – de voordelen van de fusie aan te tonen die tegenover dit nadeel staan.
Eerste reacties op het rapport
Het valt toe te juichen dat de ACM serieus wetenschappelijk onderzoek verricht naar de daadwerkelijke effecten van – bijvoorbeeld – ziekenhuisfusies, waar zij op grond van haar wettelijke taak slechts voorafgaand aan de fusie voorspellingen over heeft kunnen doen. Zijn de uitspraken van de ACM dat een fusie de “daadwerkelijke mededinging niet significant beperkt” (de wettelijke toets) uitgekomen? Op deze specifieke vraag geeft het rapport geen antwoord. Het is een economische wetmatigheid dat iedere fusie tussen concurrenten de mededinging iets zal beperken; de juridisch relevante vraag is of deze beperking significant is. Dit rapport verdient grondige lezing en discussie. Een paar eerste reacties:
- De 12 onderzochte fusies verschillen onderling enorm. Daar moet bij de beoordeling van de resultaten rekening mee worden gehouden. OLVG/SLAZ is bijvoorbeeld niet te vergelijken met de Zeeuwse ziekenhuizen of Bethesda/Scheper;
- De meest opvallende bevinding (die in het persbericht van de ACM niet wordt genoemd) is dat de gemiddelde prijs van gefuseerde ziekenhuizen lager (!) is dan de gemiddelde prijs van niet-gefuseerde ziekenhuizen (p. 28);
- Er is vervolgens een indicatie dat deze gemiddelde (lagere) prijs van de gefuseerde ziekenhuizen sterker stijgt dan bij de niet-fusieziekenhuizen, maar ..
- de prijseffecten van fusies zijn volgens de onderzoekers meestal niet statistisch significant (p. 32 en p. 35). Zes fusies laten namelijk een relatieve prijsstijging zien en zes fusies juist een relatieve prijsdaling ten opzichte van de controlegroep. Met andere woorden: het is niet aangetoond dat prijzen van de fusieziekenhuizen bovengemiddeld stijgen;
- Wanneer deze cijfers worden gecombineerd met volume, laten vijf fusies een omzetstijging en zeven fusies een omzetdaling zien;
- Voor zover er prijsstijgingen zijn, vinden die vooral in de eerste twee jaar na de fusie plaats. Dat kan worden verklaard doordat verzekeraars in een aantal gevallen bereid zijn geweest bij te dragen aan de frictiekosten in de vorm van een hoger plafond. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat prijsverschillen tussen ziekenhuizen door marktwerking in het algemeen kleiner worden;
- Daarbij moet rekening worden gehouden met de premisse van het onderzoek dat de fusie plaats heeft in het jaar direct na de goedkeuring van ACM, wat vaak niet het geval is. Orbis/Atrium werd bijvoorbeeld weliswaar in november 2012 door ACM goedgekeurd, maar pas in november 2014 door NZa (de onderzoeksperiode eindigde ultimo 2014).
De ACM beoogde met het onderzoek te leren van de geëffectueerde fusies. De lessen zijn vooralsnog niet duidelijk. Het rapport biedt geen inzicht welke fusies leiden tot prijsdalingen en welke tot prijsstijgingen. Volgens de ACM lijkt er daarbij ook geen relatie te bestaan tussen haar beoordeling van de fusie (wel of geen vergunningseis) en de gevonden prijs- en volume-effecten. Zowel nader onderzoek door de ACM als “verscherpte aandacht” ligt daarom voor de hand. Het rapport maakt echter niet duidelijk wanneer en waarom deze verscherpte aandacht zou moeten leiden tot een sneller verbod van ziekenhuisfusies.
Weijer VerLoren van Themaat is advocaat/partner bij Houthoff. Hij is gespecialiseerd in Mededingingsrecht.