De maatschappelijke opgave om de zorg op een mensgerichte manier toegankelijk te houden is groot. Zo groot dat je je kunt afvragen hoe je nog een beetje optimistisch blijft als je met passende zorg aan de slag gaat. Vooral in deze tijd waar cynisme welig tiert en woorden als crisis, schaarste en zorginfarct voor in de mond liggen van onheilsprofeten die denken dat Armageddon nabij is.
Misschien kunnen we bij deze vraag wat hulp krijgen vanuit de praktijk en de filosofie.
Werk maken van passende zorg
Eerst maar eens de praktijk. Tijdens mijn rondgang door het land zie ik dat veel mensen werk maken van passende zorg. Zij zijn op zoek naar zorg die bijdraagt aan het leven van mensen én minder beslag legt op schaars personeel en middelen. Denk aan geriater Yvonne Schoon die cardiologen helpt bij de indicatiestelling voor nieuwe hartkleppen bij kwetsbare ouderen. Met betere besluitvorming en minder onnodige interventies als resultaat. Of aan neuroloog Ewoud van Dijk, die met zijn stroke-unit without beds bijdraagt aan betere zorg en minder onnodige ziekenhuisopnames. Het Zorginstituut heeft veertien van dit soort passende praktijken in beeld gebracht, maar er zijn er misschien al wel duizenden. Allemaal vormgegeven door mensen in de praktijk, die doen zonder doem.
Optimistisch blijven
Ook de filosofie kan helpen om optimistisch te blijven in tijden van transitie. Donna Haraway vindt dat we vooral in het hier en nu moeten zijn en niet moeten vluchten in het doemscenario van een verbeelde toekomst. Niet alles hoeft, maar we moeten wel hoopvol in beweging blijven.
Voormalig denker des vaderlands René Gude, overleden aan botkanker, bleef tot in zijn sterfbed zien dat elke dag een (voorlopig) optimum is, gegeven alle gebeurtenissen, dilemma’s en krachten. Maar dat optimum verandert telkens. De optimist zorgt ervoor dat het optimum morgen weer beter is.
Hoopvolle beweging
Met Yvonne Schoon, Ewoud van Dijk, Donna Haraway en René Gude denk ik dat we optimisme keihard nodig hebben. De transitie van passende zorg is niet gebaat bij pessimistische criticasters, die als een soort Statler en Waldorf van De Muppetshow roepen dat niets werkt. Passende zorg zal alleen slagen als we er een hoopvolle beweging van maken, waar ook jonge mensen werkplezier uit weten te halen. Het is onze plicht om optimistisch te zijn.
Door: Jan Kremer, hoogleraar zorg & samenleving (Radboudumc) en speciaal gezant passende zorg (VWS)
Dank, Jan Kremer, voor dit pleidooi voor optimisme! Bij Topcare zitten we daar ook wel eens mee: kunnen we verpleeghuizen en revalidatiecentra wel vragen te blijven investeren in onderzoek als ze de roosters nauwelijks rond krijgen? We blijven koppig optimistisch, zodat we ‘morgen een beter optimum’ krijgen. Dat is een sterk beeld.