Sinds de invoering van de integrale bekostiging in 2015 hebben de vrijgevestigde medisch specialisten zich verenigd in msb’s. De oprichting en ontwikkeling van de msb’s mag op veel belangstelling van de Belastingdienst rekenen. Wij zetten de belangrijkste inzichten en jurisprudentie op een rij die houvast bieden bij de toetsing van een msb door de Belastingdienst.
Fiscale categorieën
Medisch-specialistische bedrijven zijn in twee categorieën te verdelen: fiscaal-niet transparante msb’s en fiscaal transparante msb’s. De fiscaal niet-transparante msb’s zijn over het algemeen vormgegeven als een coöperatie; de medisch specialisten participeren middels een personal holding BV en de winst wordt in de heffing van de vennootschapsbelasting betrokken.
Maatschappen
De fiscaal transparante msb’s zijn op hun beurt maatschappen van natuurlijke personen. De resultaten van deze msb’s worden voor de belastingheffing vervolgens rechtstreeks toegerekend aan de maten, met als uitgangspunt dat zij daarvoor als ondernemer worden belast in de inkomstenbelasting.
Toetsing op ondernemerschap
De fiscus heeft de msb’s al diverse malen getoetst op fiscaal ondernemerschap. De meeste maatschappen kregen uiteindelijk goedkeuring tot eind 2017, al gaf de Belastingdienst daarbij vaak wel aan dat nog niet aan alle relevante elementen van ondernemerschap werd voldaan. De Belastingdienst ging ervan uit dat bij deze msb’s de onderneming zich in deze periode verder zou ontwikkelen.
Warme belangstelling
Het is met name het fiscaal transparante maatschapsmodel dat zich mag verheugen in de warme belangstelling van de Belastingdienst. Bij de fiscale beoordeling staat de vraag centraal of de maatschap een onderneming in fiscale zin drijft. De fiscus kijkt daarbij met name naar drie aspecten: de omvang van de investeringen; de personeelskosten; de inkomsten die het msb behaalt bij andere opdrachtgevers dan het ziekenhuis. De jurisprudentie inzake het fiscale ondernemerschap van zelfstandige beroepsbeoefenaars leert ons echter dat deze drie criteria in de praktijk niet altijd van toepassing hoeven te zijn om te kwalificeren als ondernemer.
Kaakchirurg
Eén van de interessante uitspraken die in 2018 zijn verschenen, gaat over een kaakchirurg in opleiding. Zij verrichtte werkzaamheden voor een maatschap kaakchirurgie op basis van een overeenkomst van opdracht. Voor de uitgevoerde werkzaamheden diende de vrouw op naam van de maatschap declaraties in bij het ziekenhuis. Zij ontving vervolgens de helft van het gedeclareerde bedrag.
Ondernemersrisico
Volgens de rechter moest worden beoordeeld of er sprake is van winst uit onderneming, aan de hand van de volgende criteria: is er sprake van voldoende zelfstandigheid ten opzichte van de opdrachtgever?; is er een streven naar continuïteit door het verkrijgen van verschillende opdrachten?; wordt er ondernemersrisico gelopen? Uit deze uitspraak volgt dat werken voor één opdrachtgever fiscaal ondernemerschap niet per definitie uitsluit.
Verstandig investeren
De hiervoor genoemde rechtspraak biedt houvast aan de msb’s in hun discussie met de Belastingdienst. Een van de aspecten waar de fiscus op toetst zijn de investeringen. Niet alleen speelt hierbij de hoogte van de investeringen een rol, maar het is ook van belang waarin geïnvesteerd wordt. De Belastingdienst waardeert met name investeren in zorgactiviteiten buiten de muren van het ziekenhuis positief. Denk hierbij aan het investeren in een ZBC.
Door: jurist Arie Kreule en fiscalist Ferdy de Wijs, beiden werkzaam bij de VvAA.