Het duurde even voordat ik begreep waar het Integraal Zorgakkoord (IZA) in essentie over gaat. Ik had natuurlijk de ondertitel van het IZA-rapport ‘Samen werken aan gezonde zorg’ beter moeten lezen, maar ja met 117 pagina’s wil zo’n detail wel eens uit beeld raken. Bovendien begreep ik dat losse van ‘samen werken’ niet helemaal. Inmiddels ben ik tot de conclusie gekomen dat het IZA vooral een oproep is tot samenwerking. Maar van wie met wie en hoe dan?
Concurreren versus samenwerken
Zorgorganisaties, die voorheen werden gestimuleerd om te concurreren, moeten op zoek naar een andere manier van werken om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Hier wordt hard aan gewerkt en hiervoor zijn door de landelijke overheid ruime budgetten beschikbaar gesteld.
De beoogde samenwerking behelst in het IZA nadrukkelijk ook die met de cliënt of patiënt. Tenminste, dat denk ik eruit te begrijpen. Want in het hele stuk komen variaties van ‘samenwerken of samenwerking met de cliënt of de patiënt’ nul keer voor. ‘Samen met de patiënt’ komt wel negen keer voor. Elke keer om te benadrukken dat ‘samen met de patiënt’ heel belangrijk is. Een grappig detail is dat in het IZA-rapport de tekst ‘samen met de cliënt’ 0 keer voorkomt terwijl in de zeer heldere IZA-infographic de tekst ‘samen met de patiënt of cliënt’ als een van de vijf speerpunten wordt genoemd. Ik schaar deze subtiele verandering maar onder voortschrijdend inzicht, maar het geeft wel iets aan.
‘Lijder’ aan ziekte
Het IZA lijkt vanuit een behandelkundige insteek te zijn vormgegeven met als subject een patiënt cq een ‘lijder’ aan een ziekte of beperking. Ik vermoed dat de term cliënt op basis van feedback later is toegevoegd. Daarmee wordt het IZA ook van toepassing op zorg binnen een andersoortige relatie dan die van behandelaar en patiënt, zoals bij de verzorgkunde die ca 85 procent van de ouderenzorg betreft. En dan gaat het niet alleen om de samenwerking met de cliënt, maar vooral om die met naasten. Ik geloof wel dat men de samenwerking met naasten en cliënten bedoelt, maar dit wordt dus niet echt expliciet gemaakt. Ook niet in de infographic. En dat is heel jammer, want dat leidt tot invullingen die volgens mij niet beoogd worden. Zo las ik deze week dat ‘steeds meer zorgorganisaties intensiever gaan samenwerken met naasten en vrijwilligers voor het behoud van duurzame en mensgerichte zorg aan kwetsbare ouderen’. Dat sprak me uiteraard aan. Maar bij verdere lezing werd ik verdrietig. Om tot deze samenwerking te komen werden, om als zorgorganisatie aan te werken, een viertal fase-doelen aanbevolen, namelijk; het sociale netwerk:
- Voelt zich welkom en kan verbinding met de naaste maken;
- Ondersteunt het team incidenteel;
- Ondersteunt het team structureel;
- Vult het tekort aan fte’s in.
Teamleden
Zelf ben ik al 7 jaar mantelzorger net als die bijna 5,5 miljoen andere mantelzorgers. En als ik denk aan samenwerking met naasten dan zie ik meer iets voor me als; de teamleden:
- Verwelkomen en kunnen verbinding maken met de naasten van hun cliënten;
- Ondersteunen de naasten incidenteel;
- Ondersteunen de naasten structureel;
- Vullen de gaten in het steunnetwerk op.
Wordt het misschien tijd om nog een paragraaf toe te voegen aan het IZA?
Bedankt voor het compliment! Tja, wisten we maar waar we ons konden melden…
Inderdaad verdrietig! Dank voor dit heldere stuk. We schrijven graag mee aan die nieuwe paragraaf.
Anneke Huson
stichting Familievertrouwenspersonen