Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Blog: Waarom ik ’s nachts wakker lig van de toekomst van de wijkverpleging

De nieuwe bekostiging van de wijkverpleging; waarom is het zo’n ingrijpende en zelfs emotionele verandering die mij dag in dag uit bezighoudt?
Jos de Blok Buurtzorg
Jos de Blok, directeur Buurtzorg Nederland

Veel mensen weten dat Buurtzorg in 2006 is ontstaan vanwege de onvrede met het systeem van thuiszorg dat was ontstaan na de invoering van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg, red.) in 1995. Tot die tijd werkte ik als wijkverpleegkundige bij de plaatselijke kruisvereniging. Het mooiste beroep dat ik me kon voorstellen. Samen met de huisartsen en geweldige collega’s zorgde je ervoor dat problemen in een zo vroeg mogelijk stadium werden opgelost en schakelde je iedereen in, die kon bijdragen bij patiënten met dementie, chronisch zieke mensen of zelfs terminale patiënten.

Meebewegen

Er waren altijd wel vrijwilligers te vinden en je kon ook familieleden en vrienden trainen in het omgaan met het ziekteproces van hun dierbaren. Je bouwde stap voor stap een vertrouwensrelatie op en zocht naar mogelijkheden om jezelf als wijkverpleegkundige weer overbodig te maken. Maar je was er wanneer het nodig was. Alleen al daarop kunnen vertrouwen was voor veel mensen voldoende om zich zoveel mogelijk zelf te kunnen redden. Een eenvoudige intake bij de start was meestal genoeg om te zien wat er nodig was en vervolgens moest je de tijd die nodig was inplannen. Die tijd veranderde naarmate de situatie veranderde en je kon meebewegen met wat nodig was. Als collega’s sprak je elkaar aan op het zo effectief leveren van de wijkverpleging en onnodige zorg werd zoveel mogelijk voorkomen.

Vak vertaald in producten

Vanaf 1995 moest ik met lede ogen aanzien hoe mijn vak werd vertaald in 16 producten. Het CIZ ging zorgdragen voor de zogenaamde objectieve indicatiestelling. De vertrouwensrelatie stond niet meer centraal in de beoordeling van wat nodig was, maar het CIZ ging voor een bepaalde tijd vaststellen op hoeveel minuten per product de cliënt recht had. Vanaf 1995 leidde dat tot een bureaucratie en frustratie waardoor vijftig procent van de wijkverpleegkundigen het vak verliet.

Veel van mijn geweldige collega’s konden bijvoorbeeld in terminale situaties meer doen wat nodig was om onnodige problemen te voorkomen of moesten zorg leveren bij cliënten waar dat niet nodig was. De zorg explodeerde en daar waar de capaciteit die nodig was jaar na jaar gelijk bleef is die in tien jaar tijd het tienvoudige geworden; daar waar wij met een team van tien wijkverpleegkundigen en ziekenverzorgenden iedereen in de buurt verpleegden, waren er door de taakgerichte benadering van het CIZ honderd mensen nodig in diezelfde buurt. Dit is hoe ondoordachte systemen uitwerken.

Integraal tarief

Vanaf 2006 zijn er veel goede en gedreven collega’s bij Buurtzorg komen werken en binnen een paar jaar werden we de grootste organisatie voor wijkverpleging in Nederland. Met steun van onder andere Jet Bussemaker (toen staatssecretaris op VWS, red.) werden de regels veranderd. De wijkverpleging kon zelf weer vaststellen wat er nodig was en door een integraal tarief te hanteren werd de administratie sterk vereenvoudigd. De inzet van de zorg daalde vanaf 2007 met veertig procent. De urenregistratie bleek daarvoor erg nuttig.

Daling budget

Ook collega organisaties gingen de werkwijze van Buurtzorg overnemen en dit leidde uiteindelijk tot een daling van het totale budget voor wijkverpleging met 25 procent. Van de vier miljard die in de zorgbegroting van VWS is opgenomen is slecht drie miljard nodig. Zou het niet geweldig zijn wanneer dit ook bij de andere zorgonderdelen het geval zou zijn? Door het gebruik van het Omaha systeem (een classificatiesysteem voor het monitoren van problemen, interventies en uitkomsten) zijn steeds meer data beschikbaar over wat goede interventies zijn en jaarlijks daalt de zorginzet met procenten.

‘Iets’ veranderen

In 2019 zijn VWS (toen onder minister Hugo de Jonge) en de NZa (toen nog onder leiding van Marian Kaljouw) met het idee gekomen dat er ‘iets’ moet veranderen in de bekostiging van de wijkverpleging. Dit terwijl de meeste zorgverleners en zorgverzekeraars tevreden zijn over het huidige eenvoudige systeem.

Cliëntprofielen

De universiteit van Maastricht is ingeschakeld en is met het idee van tien cliëntprofielen gekomen. Op basis van bepaalde cliëntkenmerken kan de wijkverpleegkundige een cliënt bij de indicatiestelling in een profiel indelen. Bij de eerste presentatie van dit model werden aan de profielen een aantal zorguren ‘gehangen’. Het verschil met de bestaande situatie was alleen dat je die uren wel betaald kreeg maar niet hoefde te leveren. Dit zou ondernemerschap en innovatie stimuleren. De organisaties die in een eerste pilot hebben meegedaan zijn er financieel ook flink op vooruitgegaan. Een belangrijke reden voor ActiZ (de brancheorganisatie voor zorgondernemers) om het werken met profielen te ondersteunen. Ook V&VN liet zich overtuigen om eraan mee te werken omdat het ‘de positie van wijkverpleegkundigen zou versterken’.

Indicatie als sturingsmechanisme

Inmiddels zijn we vier jaar verder en is het aantal profielen gegroeid van 10 naar 16, evenveel als de producten in 1995. En opnieuw wordt voorgesteld de indicatie als sturingsmechanisme gebruikt, niet de vertrouwensrelatie die zorgverleners opbouwen met hun cliënten. Er werken ongeveer 80 duizend mensen in de wijkverpleging die jaarlijks de zorg verlenen aan ruim een half miljoen cliënten. Van die 80 duizend zijn er ongeveer achtduizend wijkverpleegkundige; daarvan werkt een derde bij Buurtzorg. Van de wijkverpleegkundigen wordt verwacht dat ze de indicaties stellen voor die ruim een half miljoen cliënten en regelmatig evaluaties doen. De economen en bedrijfskundigen onder de lezers nodig ik uit om na te denken waar dit toe gaat leiden.

Onderbehandeling

Dit is mijn beeld: net als in 1995 wordt niet de dynamische zorgrelatie als uitgangspunt voor de financiering van de wijkverpleging genomen maar een model met zestien cliëntprofielen. De wijkverpleegkundige ontwikkelt zich steeds meer tot een hiërarchische en administratieve functie. De profielen nodigen uit tot onderbehandeling en cliëntselectie, zoals bewezen in andere landen waar al jaren met dit model wordt gewerkt. De 72 duizend verpleegkundigen en ziekenverzorgenden worden de hulpjes van de wijkverpleegkundigen en velen van hen zullen afhaken. Evenals de wijkverpleegkundigen die hun vak vooral als zorgverlener zien.

Volledig genegeerd

De argumenten die nu gebruikt worden zijn dezelfde als in de jaren ‘90. Met veel steun van veel mensen hebben we met Buurtzorg de wijkverpleging opgebouwd (dus alle zorgverleners die in de wijkverpleging werken) en hiervoor veel internationale erkenning gekregen. Veel landen zijn de vertrouwensrelatie weer als uitgangspunt voor de financiering gaan nemen. Buurtzorg is door VWS en de NZa buiten de gesprekken gehouden omdat we ons zorgen maakten over de consequenties. Na 18 jaar van bouwen had ik de indruk dat we recht hebben op een inbreng in deze discussie; die is door VWS en de NZa volledig genegeerd. Ik voorzie dezelfde dramatische ontwikkeling als in de jaren ‘90 en zo vlak voor m’n afscheid van Buurtzorg en de wijkverpleging doet me dat ontzettend pijn.

Door Jos de Blok, directeur Buurtzorg Nederland


Debat Tweede Kamer
De Tweede Kamer debatteert op 10 april over de nieuwe bekostiging wijkverpleging

Dag van de Wijkverpleging
Op 19 april organiseert Nursing de Dag van de wijkverpleging, met onder meer Jos de Blok en Anne-Mei Thé

3 REACTIES

  1. Het is voor mij een pracht van een voorbeeld waarom Nederlanders steeds meer ontevreden zijn over wat Den Haag nu weer eens aan ‘pervers’ heeft verzonnen. Een perversiteit ontstaat wanneer op zich logische regels, standaarden of protocollen worden toegepast waar deze niet of niet meer passen. Professionals die deze moeten toepassen worden daar ziek van of houden er gewoon mee op. Net zoals de slachtoffers op wie deze perversiteiten worden losgelaten. Die haken af en stemmen op Wilders en zo. De vraag is dus hoe dit voorbeeld in Den Haag nu wel tussen de oren te krijgen. Dat dit moet maakt het verhaal van Jos meer dan duidelijk.

    Wat betreft ‘perversiteiten’, Google even ‘beroepseer’ en ‘Hans van der Schaaf.’

  2. Lees alle reacties
  3. Goed en overtuigend verhaal, Jos. Ook ik kom uit de tijd van het Kruiswerk en voel met je mee. Het punt is wel, dat het gesternte (de demografie, cultuur, IT niveau, behandelmogelijkheden, etc.) waaronder we toen werkten echt anders was dan nu. Ik ben benieuwd wat jij in de huidige context als manier van werken ziet wanneer er sprake is van een verdubbeling van het aantal ouderen met een krappe arbeidsmarkt. Laten we ons gezonde verstand en de menselijke maat blijven gebruiken, zodat de zorg duurzaam en menselijk blijft. Daarbij zullen community care en een stevige eerste lijn sowieso een belangrijke rol spelen en daarvan zullen wijkverpleegkundigen altijd deel uitmaken. Het is aan ons allen en zeker ook aan de politiek, om te faciliteren dat dit werk zinvol en uitdagend blijft voor al onze zorgprofessionals.

  4. Wat een triest verhaal. Ik voel met Jos, een zorgverlener met het hart al jaren bewezen op de juiste plaats, mee. Hij heeft bewezen hoe het anders en beter kan. Kosteneffectief bedacht vanuit cliënten en vanaf de werkvloer en niet van achter een bureau zonder kennis van zaken van de praktijk. Ik hoop dat het tij weer gaat keren richting de kant die je wenst en m.i. inderdaad door jou bewezen beter is Jos.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.