De geschetste ontwikkelingen in de zorg hebben een generieke achtergrond, schetste ik in mijn vorige blog. Ze zijn niet ontstaan door corona. De basis voor de veranderingen lag er al, maar heeft door corona een sterke stimulans gekregen, een soort corona-push.
Bezwaren en moeite met veranderingen zijn in de coronaperiode veel betrekkelijker geworden. Dat is in mijn ogen veel meer de structurele dynamiek en effect van corona, dan dat er echte nog niet-bestaande nieuwe dingen ontwikkeld worden door de pandemie.
Samenwerking
In de publiciteit werd de intensieve samenwerking en verdeling tussen ziekenhuizen, eerste- en nuldelijn als iets zeer opvallends gepresenteerd. Dat heeft natuurlijk te maken met het beeld dat men heeft van ziekenhuizen en dokters. Namelijk dat men vooral bezig is met het eigen ziekenhuis en uit eigen belang vooral geen taak- en functieverdeling wil. Dat is het beeld van de werkelijkheid. Maar is dat ook zo? Zowel met betrekking tot de samenwerking en afstemming als tot de vernieuwings- en innovatieprojecten was de werkelijkheid anders dan het beeld van de werkelijkheid.
Ook de zorgverzekeraars speelden nauwelijks een rol bij dit verdelingsvraagstuk. En dat hoefde ook niet. Over hoe sommige zorgverzekeraars omgingen met de budgettaire aspecten van de corona-crisis is een discussie zeker wenselijk.
Verdelingsvraagstuk
De begrippen klein- en grootschaligheid krijgen steeds meer een andere inhoud en betekenis. We gaan van patiëntenplanning door de medewerkers van het ziekenhuis, naar medewerkersplanning door de patiënt. Of een intensieve samenwerking tussen ziekenhuizen om elkaar te helpen en tot een goede opvang van corona-patiënten te komen. Dat gebeurde op regionaal en op landelijk niveau. De overheid had hierbij een meer oproepende rol en geen regierol. Dat was ook niet nodig, want de zorgprofessionals en ziekenhuizen regelden dat gewoon zelf. Nou ja, ‘gewoon’, het was natuurlijk wel een zeer impactvolle en intensieve opdracht voor medisch specialisten, verpleegkundigen en bestuurders.
Wel wil ik nog opmerken dat de overheid – los van die autonome ontwikkelingen – een zeer belangrijke taak heeft met betrekking tot het organiseren en regelen van algemene toegankelijkheid en solidariteit. Dat was, is en blijft een echte, authentieke overheidstaak en -verantwoordelijkheid.
Werkveld als motor
Was het niet zo dat dit alles heeft kunnen plaatsvinden, niet zozeer omdat het ‘moest’ van het kabinet, maar omdat het intrinsiek zit in de mensen die in de zorg werkzaam zijn. Het werkveld is de motor achter deze ontwikkelingen. Dat was en is zo en dat blijft ook zo.
Vernieuwing en innovatie is aan de orde van de dag, ook reeds vóór corona. Samenwerking en afstemming tussen ziekenhuizen, tussen ziekenhuizen en verpleeghuizen, tussen ziekenhuizen en de eerste/nulde lijn, gebeurde gewoon in de praktijk – ondanks de vaak tegenovergestelde beeldvorming. Op microniveau vindt veelvuldig substitutie plaats tussen de tweede-, eerste- en nuldelijn. Het zou goed zijn om dat eens systematisch te onderzoeken en te inventariseren.
Door Guus van Montfort
Hoogleraar Zorg, Economie en Medische Technologie aan de Universiteit Twente