Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Buurlanden inspireren tot verbetering chronische zorg

Gezondheidseconoom en oud-hoogleraar Guus Schrijvers is actief in de gezondheidszorg. Hij is auteur van het boek Zorginnovatie volgens het Cappuccinomodel (ondertitel: Voor hetzelfde geld een betere gezondheidszorg). Schrijvers geeft lezingen en workshops en is lid van enkele stuurgroepen en commissies.
In België, Duitsland en Engeland kent de chronische zorg dezelfde problemen als in Nederland. Hun oplossingen zijn soms anders. Wat kunnen we van hen leren?
Guus-Schrijvers300.jpg

De kostenstijging van de zorg komt vooral door de toename van het aantal mensen met een chronische aandoening. Ik scheef hierover al eerder op Zorgvisie.nl. Bij chronische zorg gaat het mij niet alleen om mensen met diabetes of COPD, maar ook om kwetsbare ouderen, mensen met dementie, mensen met ernstige en blijvende psychiatrische aandoeningen en om mensen met verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen. De afgelopen twee jaar hield ik literatuur bij over deze breed omschreven chronische zorg. Op basis daarvan signaleer ik zes problemen:
1. De afstemming tussen Wlz-, Wmo- en Zvw-zorg met elk hun eigen zorgpaden, beslisbomen en begrippen is gebrekkig.
2. Cliënten en patiënten hebben weinig invloed op hun eigen zorgleefplan.
3. Kwaliteit van zorg wordt alleen geborgd dan door te registreren op kwaliteitsindicatoren.
4. E-health wordt nauwelijks benut voor patiëntcontacten.
5. Invoering van populatiegebonden bekostiging in plaats van verschillende tarieven per activiteit blijft achter. Dat verhindert financiële substitutie.
6. Dienend en integrerend leiderschap, niet gedreven door macht en omzetverhoging maar door de passie om gezamenlijk inhoudelijke doelen te realiseren, ontbreekt.

Leren van de buren
In België, Duitsland en Engeland kent de chronische zorg dezelfde zes problemen als de bovengenoemde in Nederland. De oplossingen aldaar zijn soms anders dan de Nederlandse maar ook hier toepasbaar. Deze week sprak ik experts uit België, Duitsland en Engeland. Wat kunnen we van de buren leren?
In België werken zorgverzekeraars, gemeenten en zorgaanbieders goed samen bij het vernieuwen van de brede chronische zorg. Men kiest niet voor één stelstelwijziging in één keer. Gemeenten en zorgverzekeraars met ambitie en expertise vormen de voorhoede. Zij zijn thans verantwoordelijk voor de chronische zorg van ongeveer een derde van de bevolking.
Ik ga door naar Engeland. De Engelse NHS heeft de inkoop van chronische en andere zorg gedelegeerd aan onafhankelijke commissies met ervaren en hoogopgeleide leden uit het veld, de wetenschap en het lokale bestuur. Ze zijn benoemd op persoonlijke titel. Deze Clinical Commissioning Groups kopen namens de financiële autoriteiten in. Dat levert spanningen op voor bestaande aanbieders maar ook waardering en stille steun van professionals. Net als België werkt Engeland met voorhoederegio’s die zich hebben aangemeld voor innovaties in de chronische zorg.
Wat leert Duitsland ons? Dit land betaalt mensen met chronische aandoeningen die jaarlijks een cursus over hun ziekte volgen. Want een opgeleide chronische zieke is goedkoper dan een niet-opgeleide. Verder kunnen mensen met chronische aandoeningen deelnemen aan een Disease Management Programm. Met hun deelname onderschrijven ze de doelstellingen van zo’n programma en verplichten zich de bijbehorende therapie, behandeling en testen te volgen of ondergaan. Met deze buitenlandse voorbeelden zeg ik niet dat het gras bij de buren groener is. Nederland kan trots zijn op haar eigen oplossingen zoals de al zestig jaar bestaande eerste lijn, de zorggroepen van huisartsen en de vele innovaties in de chronische zorg. Maar soms is de zorg elders ook inspirerend.

Plan van aanpak voor Nederland
De genoemde oplossingen uit de drie buurlanden zijn binnen de Nederlandse wetgeving toe te passen. Wat nodig is, zijn goede wil en kennis. Mijn eigen plan van aanpak voor de zes problemen na al die tijd bestudering van de literatuur gaat uit van een eerste shift van zorgverzekeraars, gemeenten en zorgaanbieders die de aanpak uitprobeert in een of enkele  voorhoederegio’s. Is de oplossing aldaar een succes, dan volgt een tweede shift. De laatste shift krijgt een kleine strafkorting als zij dan nog niet aan de oplossing willen. Ik noem per genoemd probleem een eerste oplossing:

  1. Overgang van gehandicaptenzorg (uit de Wlz) naar de Wmo.
  2. Betaling van onafhankelijke cliëntondersteuners voor mensen met chronische aandoeningen die voor de drie zorgwetten tegelijk werken.
  3. Verplicht stellen aan professionals om een beperkt aantal indicatoren met collega’s te bespreken als onderwijsvorm, zoals in Duitsland.
  4. Online afspraaksystemen, scherm-tot-schermcontact en e-consulten van chronische patiënten met professionals stimuleren middels financiële prikkels.
  5. Circa 1 miljard euro uit de tweede lijn naar de eerste lijn overhevelen om daarmee substitutie te faciliteren via populatiegebonden bekostiging.
  6. Gezamenlijke leiderschap van zorgverzekeraars, gemeenten, grote aanbieders en patiëntenorganisaties stimuleren voor de zorg aan mensen met chronische aandoeningen.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.