Bestuurders van AWBZ-instellingen zijn niet te benijden. Lichtere vormen van zorg die decennia lang garant stonden voor voorspelbare omzet worden in fors tempo overgeheveld naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Behalve dat de instellingen nu met iedereen de arena in moeten om de cliënten die ze al hebben te behouden, hebben ze zelfs meer cliënten nodig om überhaupt quitte te spelen.
De koek is kleiner
Want wie goed kijkt naar de budgetverschuiving ziet dat niet alleen een deel van de koek naar de gemeenten wordt overgeheveld, maar dat de koek ook een stuk kleiner is geworden. Daarnaast is sprake van extramuralisering. Bij vergoeding van zorg met indicatie zzp 1 en zzp 2 worden sinds januari 2013 geen nieuwe indicaties meer afgegeven voor verblijf in een AWBZ-locatie. De vergoeding van de wooncomponent voor deze lichtere indicaties gaat daarmee dus ook definitief in rook op. Maar daarmee is de ellende niet voorbij. In principe treft zorgindicaties zzp 3 en zzp 4 op termijn hetzelfde lot, hoewel de grote weerstand tegen deze uitbreiding – vooral voor zzp 4 – de politiek onzeker maakt.
Triple dip
Er dreigt een onvervalste triple dip (1: minder omzet/lager budget door minder te leveren zorg en/of een lagere prijs, 2: huisvestingscomponent uit vergoedingen/omzet, 3: huisvestingsrisico). Wie namelijk de laatste ontwikkelingen optelt bij de invoering van de normatieve huisvestingscomponent sinds 2012 en oplopende risico’s op zorgvastgoed kan maar één conclusie trekken: AWBZ-instellingen lopen een groot risico om cliënten en omzet kwijt te raken. Het is echter zeer de vraag of die realiteit in de jaarverslagen over 2012 duidelijk naar voren komt. AWBZ-instellingen zullen namelijk subjectieve scenario’s moeten uitwerken om vast te stellen in hoeverre de toekomstige ontwikkelingen invloed hebben op de waardering van vastgoed.
Positief scenario
AWBZ-instellingen die zich zorgen maken over hun vermogenspositie en financiering kunnen de neiging hebben vooral een positief scenario als basis te nemen. Instellingen met een sterke vermogenspositie kunnen juist kiezen voor een minder positief scenario. Hiermee willen zij voorkomen dat hun (grote) vermogensposities in de contractonderhandelingen worden aangevoerd om de prijzen onder druk te zetten.
Nog niet verontrustend
Kortom: de toelichting van de gekozen uitgangspunten bij de toekomstscenario’s, en daarmee vastgoedwaardering, is zeer bepalend voor het inzicht dat de jaarrekening 2012 zal geven. Absolute cijfers alleen zijn onvoldoende om conclusies uit te trekken.
Het cijfermatige beeld uit de jaarverslagen 2012 zal nog niet erg verontrustend zijn. Dit beeld zal echter waarschijnlijk sterk afwijken van de werkelijke macro-economische situatie doordat er subjectieve aannames en scenario’s aan ten grondslag liggen. Wie op basis van de jaarcijfers 2012 concludeert dat het wel meevalt met de financiële effecten van overheidsmaatregelen, bouwt zijn standpunt dus op drijfzand.
Chris van den Haak, partner BDO Branchegroep Zorg
Effecten extramuralisering worden naar mijn mening pas vanaf 2013 zichtbaar. Indicaties voor de lage zorgzwaartes bleven al een tijdje uit terwijl er een plafond aan de hogere zzp’s is toegekend. De komende jaren wordt het nacalculatiesysteem verder afgebouwd zodat er ook in toenemende mate verliezen uit de vastgoedexploitatie ontstaan. De intrede van ondernemerschap in de zorg kan de schade beperken door bijvoorbeeld appartementen te verhuren en dienstverlening te commercialiseren. Er zijn nog altijd cliënten die waarde hechten aan een beschutte woonomgeving en die kunnen en willen betalen voor een scala aan diensten. De blik moet naar buiten gericht worden, anders zullen de eerste faillissementen niet lang op zich laten wachten.
@Kees Marges. Met een berg academisch en theoretisch geklets (typisch Nederlands) zit een patient echt niet eerder op het toilet en is ook niet een stuk gelukkiger.
Eindelijk een prima openbare analyse van de financiele gevolgen voor de instellingen van de bezuinigingen die steeds duidelijker worden, maar wel eerder voorzien hadden kunnen en moeten worden. Zou het geen tijd worden, dat een zo fundamentele herziening van onze verzorgingsstaat wordt vergezeld van een zorg-effect rapportage? Zoals een regeringsbeleid met gevolgen voor het millieu vergezeld moet worden van millieu effect rapportages?
Laten we onze aandacht niet door dit soort ergernissen over de beloningen van zorgbobo’s afleiden van waar het werkelijk omgaat, de ontmanteling van de Awbz voor mensen met een levenslange handicap. En wat mij betreft, mensen met een verstandelijke beperking, vooral de zwaardere beperkingen dan de lichte. Ik vrees dat de poging om ook de zzp3 en 4 maar de Wmo over te hevelen, niet de laatste overheveling zal zijn. De deur voor al die overhevelingen van de Awbz naar de Wmo is opengezet enkele jaren geleden, toen alleen nog de extramurale gehandicapten naar de Wmo zouden moeten gaan. Dat daar ook zwaar (verstandelijk) gehandicapten bij zitten, die thuis wonen en daar verzorgd worden door hun ouders, werd gemakshalve en doelbewust onder het tapijt geschoven, omdat dat weerstand zou kunnen oproepen. Toen die overheveling zonder zelfs protetsten van de clientenbelangenorganisaties doorging (althans de wetgeving een brede ondersteuning in het parlement kreeg, want feitelijk is er nog niets overgeheveld) volgde de twee groep, de zzp 1 en 2 en toen ook dat gladjes verliep, kwamen ze met zzp 3 en 4. Misschien dat ze zzp 4 nog even aanhouden, maar die volgt ook. En als dan ‘bewezen’ is dat zelfs zzp 4 door de gemeente overgenomen kunnen worden, kunnen ook zwaardere zzp’s naar de gemeente. Heet zoiets niet salami taktiek?
Wedden dat de exorbotante salarissen van de Raden van Toezicht en van de bestuurders en het meeheulende management gewoon omhoog gaan; dan maar minder loon naar de verzorgenden en minder verzorgenden en minder opgeleide verzorgenden.
DE TROOSTELOZE EN UITZICHTLOZE PATIENTEN ZIJN W E E R DE DUPE
Dat instellingen het scenario kiezen dat hen het best uitkomt verrast niet, maar welk scenario hanteren de accountants bij het goedkeuren van de jaarrekening en de financiële gezondheid van de zorgaanbieders? Gaan de accountants mee met de wensen van de zorgaanbieders en geven zij daarmee RvT’s en externe partijen een verkeerd beeld? Of zijn de accountants behoedzaam en gaan zij uit van de slechtste uitkomst en daarmee het regeerakkoord? Dat wordt mij uit de blog van Van den Haak niet duidelijk.