Ondanks de mooie campagnes en ambities van de afgelopen jaren worden de visie en mening van patiënten nog altijd te weinig gehoord om tot passende zorg te komen. Die conclusie trekken wij als Patiëntenfederatie Nederland na een onderzoek onder ons Zorgpanel naar ervaringen van patiënten met onnodige zorg. Van de bijna 11.000 ondervraagde patiënten die de afgelopen twee jaar zorg nodig hadden, heeft in die periode maar liefst 40 procent vormen van onnodige zorg ervaren. Vormen van onnodige zorg die patiënten ervaren, variëren van onnodige controles en afspraken tot dubbele onderzoeken en te veel medicijnen. Of iedere vorm van ervaren onnodige zorg daadwerkelijk onnodig was, zullen we nooit helemaal zeker weten. Maar de alarmbellen zouden moeten afgaan in de zorg. Want waar rook is, is ook bijna altijd vuur.
Niet als ‘lastig’ bestempeld willen worden
Wat we na dit onderzoek wel zeker weten is dat veel patiënten het lastig vinden om het gesprek hierover aan te gaan met de zorgverlener. Veel patiënten die onnodige zorg ervaren, hebben dat niet aan de arts kenbaar gemaakt. Veelgenoemde redenen hiervoor zijn dat ze de mogelijkheid niet voelden om het erover te hebben, of het niet durfden omdat ze de relatie met de arts goed wilden houden en niet als ‘lastig’ bestempeld wilden worden. Patiënten die de moed hadden hun twijfel over bepaalde zorg wél bespreekbaar te maken met de arts, kwamen vaak van een koude kermis thuis. Bij meer dan de helft van hen werd hun twijfel over de zorg door de arts niet weggenomen.
Geen mens is hetzelfde
Patiëntenfederatie Nederland is geschrokken van deze cijfers anno 2024. Wij roepen zorgverleners daarom op met de resultaten aan de slag te gaan. Achter iedere patiënt zit namelijk een mens en geen mens is hetzelfde. Voor de ene patiënt wegen de nadelen van een behandeling of medicatie wel op tegen de voordelen, terwijl iemand anders daar heel anders in kan staan. De ene patiënt wil graag periodiek op controle bij de arts, terwijl de andere zich het beste voelt bij zelfmonitoring. De ene patiënt wil een uitslag van een onderzoek graag in het ziekenhuis met een arts bespreken, terwijl de andere dat liever (digitaal) thuis doet in een vertrouwde omgeving.
Zorgverleners weten vaak alles over hun specifieke deel van de zorg, maar patiënten weten vaak het beste wat er bij hen past voor een goede kwaliteit van leven. Dat moet samenkomen door het gesprek met elkaar te voeren en uiteindelijk samen te beslissen over de zorg die nodig is. Voor echt passende zorg is de visie en mening van de patiënt onmisbaar. Er is nog een lange weg te gaan om die op een goede manier boven tafel te krijgen.