Ik hoor vaak dat (jonge) zorgprofessionals geen 36 uur per week willen werken. Omdat ik me serieus afvroeg of dat zo is, heb ik hierover gesproken met zorgprofessionals, managers en bestuurders van verschillende organisaties. Ook met medewerkers uit ons ziekenhuis.
Vaststaat dat niet iedereen fulltime wil werken, maar ik leerde van de gesprekken over de barrières die wij in onze organisaties opwerpen tegen grote arbeidscontracten. En hoe dat de weerstand tegen fulltime werken vergroot.
Zo vroeg een aantal professionals mij waarom startende verpleegkundigen niet met een fulltime contract mogen beginnen. Ik wist het niet. Bij navraag bleek dat hun direct leidinggevende vanuit goede overwegingen had besloten dat beginnend verpleegkundigen maximaal 32 uur mogen werken. Een ander voorbeeld dat ik hoorde, is dat fulltime werken gepaard gaat met een vast rooster. Dat maakt dat er geen flexibiliteit is om zelf over de uren te kunnen beslissen, terwijl medewerkers dat wel willen.
Begrotingsdiscipline
Managers vertelden me dat ze ervoor kiezen om professionals kleinere contracten aan te bieden om binnen de begrote formatie te blijven. De strakke begrotingsdiscipline dwingt hen daar min of meer toe. Op die manier verliezen ze echter alle speelruimte, dat moeten ze vervolgens oplossen met (dure) zzp’ers. En we geven onder de streep meer gemeenschapsgeld uit.
Bestuurders gaven aan dat de indeling van het werk – veel zorg in de thuiszorg vindt bijvoorbeeld plaats in de ochtend – zich niet leent voor grote arbeidscontracten. Maar wie bepaalt dat de werkindeling zo moet blijven?
We willen als zorgorganisaties zo efficiënt mogelijk werken. Dat voeren we heel ver door, bijvoorbeeld in de manier waarop de vaste contracten worden ingevoerd. Dat is vooral gericht op onze bedrijfsvoering, en houdt geen rekening met de flexibiliteit die jonge mensen willen, in hun professionele rol én in de diverse rollen die ze privé (als ouder, mantelzorger, vrijwilliger, et cetera.) vervullen. Daardoor hebben onze professionals geen andere keuze dan parttime te gaan werken. Zo duwen wij als werkgevers onze professionals in parttime contracten. En als ze daar eenmaal in zitten, is het moeilijk om dat te veranderen.
Kortom, er leven beelden in onze organisaties over parttime en fulltime werken die we niet in stand mogen én kunnen houden. We moeten meer flexibiliteit in vaste contracten bouwen om onze mensen de ruimte te bieden die ze nodig hebben in hun werk, én daarbuiten. Want we hebben ze heel hard nodig.