Ten eerste: heel veel van wat nu ouderenzorg genoemd wordt is helemaal geen zorg. Zo wordt de beeldvorming over dementie gevormd door kwijlende mensen die alles vergeten en in een naargeestig verpleeghuis vegeteren, maar dat is slechts een kleine minderheid en bovendien een karikatuur. Veel mensen met dementie wonen thuis in redelijke gezondheid. Die hebben voor het grootste deel aandacht nodig of ondersteuning bij het organiseren van hun leven. Dat kan intensief zijn, maar het is geen zorg. Toch wordt dit zowel in de politiek als in de media zonder uitzondering ouderenzorg genoemd.
Ten tweede: de term ouderenzorg kan stigmatiserend werken. Mensen die hulpbehoevend zijn, niet meer voor zichzelf kunnen zorgen en in veel opzichten weinig benijdenswaardig zijn. Maar het zijn in eerste instantie gewoon mensen. De term ouderenwelzijn is veel positiever en focust sneller op wat mensen nog allemaal wel kunnen.
Ten derde en als gevolg van de eerste twee redenen: veel ouderenzorg wordt geleverd door mensen met een zorgopleiding. Die mensen zijn schaars en duur. Door de dubbele vergrijzing worden die mensen nog schaarser, terwijl de vraag alsmaar blijft stijgen. Door in te zetten op ouderenwelzijn, komen andere groepen, zoals welzijnswerkers en vrijwilligers, eerder in beeld.
Ten vierde: door gedeeltelijke vervanging van schaars zorgpersoneel door welzijnswerkers en vrijwilligers, kan de organisatie rond ouderen veranderen. De zorg wordt op afstand geplaatst en alleen ingezet daar waar nodig. Om misverstanden te voorkomen: uiteraard is soms zorg nodig en in sommige gevallen zelfs veel zorg. Maar dat regelen we dan wel. De regie leggen we nadrukkelijk bij welzijn en niet bij zorg, tenzij de conditie van de ouderen daar evident om vraagt.
Ten vijfde: door de regie bij welzijn te leggen, vermijd je de obsessie die in ouderenzorg bestaat met het minimaliseren van risico’s wat vaak ten koste gaat van kwaliteit van leven. Welzijnswerkers en vrijwilligers zijn van nature meer geneigd te denken in termen van kwaliteit van leven. Natuurlijk gaan we geen onnodige risico’s lopen met kwetsbare ouderen, maar we zijn daarin thans totaal doorgeschoten en betalen daarvoor een prijs.
Het is heus niet zo dat door het woord zorg te vervangen door welzijn we spontaan in een heel andere wereld terechtkomen. Maar woorden doen ertoe. Het helpt als de politiek meer focust op kwaliteit van leven en minder op incidenten in de zorg die er nu eenmaal altijd zullen zijn. Het helpt als de minister consequent het woord welzijn in de mond neemt. En het helpt als de ministers van langdurige zorg en sociale zaken voortaan schouder aan schouder optrekken voor ouderen.
Mijn voorstel zou dan zijn om ouderenzorg en ouderenwelzijn naast elkaar te laten bestaan en hand in hand te laten gaan. Tot op zekere hoogte is er de noodzaak om de begeleiding van ouderen met ouderdomsziekten te deprofessionaliseren. Maar anderzijds moeten we oppassen dat we van de professionele ouderenzorg geen karikatuur maken en dat we niet het kind met het badwater weggooien. We hebben namelijk in Nederland een ouderenzorgsector waar we trots op mogen zijn, met oog voor de mens, waarbinnen kwaliteit van leven over het algemeen leidend is. We gaan ook deze professionele ouderenzorg harder dan ooit nodig hebben de komende jaren.
Eens en gelukkig een zorg minder!
Eens!
Goed idee: sluit ook goed aan bij de definitie van gezondheid van Machteld Huber: “Gezondheid is het vermogen je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.” En positieve gezondheid bestaande uit lichamelijk welbevinden, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, sociaal maatschappelijk participeren en dagelijks functioneren. Van ziektezorg naar welzijn.