De instanties, IGJ en NZa, kunnen de impasse niet tackelen. De inspectie niet, omdat ze van nature optreedt tegen de uitzonderingen en dus geen potjes kan breken als het om een landelijk fenomeen gaat. De IGJ vervult natuurlijk een uiterst nuttige rol in het adresseren en aanpakken van individuele misstanden, maar verder gaat haar rol niet. De rechterlijke uitspraak maakt ook nog eens pijnlijk duidelijk dat dat aanpakken nog niet zo eenvoudig is. Voor de NZa geldt dat haar wettelijke positie ingekaderd is door verlammende mededingingswetgeving. Ook zorgverzekeraars hebben last van wetgeving die hun rol om bepaalde vormen van zorg buiten de deur te houden, belemmert.
Praktijk overdragen
Kan de individuele praktijkhoudende huisarts die met pensioen gaat of zijn praktijk om andere redenen wil overdragen de impasse oplossen? Gelukkig zijn velen van hen nog steeds in staat een opvolger te vinden die in goede harmonie met de collega’s in wijk en regio de praktijk wil voortzetten. Gelukkig zijn ook velen van hen van mening dat de kwaliteit van de opvolger veel belangrijker is dan de som geld (goodwill) die men voor een praktijkoverdracht kan ontvangen. Maar helaas geldt dat de schaarste en de verleiding van financieel gewin hand in hand gaan en commerciële partijen in de kaart spelen. Is dat probleem te tackelen? Ja, natuurlijk is dat te tackelen.
Goodwill-verbod
Eerst de verleiding van financieel gewin. Er bestond vroeger een goodwill-verbod, maar dat is min of meer per vergissing niet in de Zorgverzekeringswet gehandhaafd. En vervolgens heeft de landsadvocaat tegen herstel van een dergelijk goodwill-verbod geadviseerd omdat dat in strijd zou zijn met het eigendomsbeginsel in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het paste ook wel bij de liberale tijdsgeest om dat dan maar zo te laten. Maar dat hoeft echt niet. Hier moet de wetgever zijn verantwoordelijkheid nemen en de durf hebben dat wettelijk te regelen.
Schaarste
Dan de schaarste. Als de verhouding tussen waarnemend huisartsen en praktijkhoudende huisartsen, die nu ongeveer 40-60 is, zich zou kunnen ontwikkelen naar de normale verhouding op de arbeidsmarkt – 10 procent flex voor piek of ziekte en 90 procent vast – dan zou er helemaal geen schaarste aan praktijkhoudende huisartsen zijn. Maar dan moet je daarop natuurlijk wel durven sturen: met de stok van tariefregulering voor de waarnemend huisartsen en de wortel van het aantrekkelijk maken van het praktijkhouderschap.
Regionale samenhang
De commerciële huisartsenketens treft verwijt dat ze meer hooi op de vork hebben genomen dan ze aankunnen. Wij kennen een aantal bestuurders van deze ketens, en dat zijn stuk voor stuk gedreven en bevlogen mensen die het goed voor hebben met de huisartsenzorg. De antipathie die jegens hen wordt gevoed, vinden wij dan ook nogal overdreven en gekunsteld. Het belangrijkste bezwaar dat wij tegen de commerciële ketens hebben, is niet dat ze de zorg meer money driven maken, maar dat ze aan het verkeerde kant van het touw trekken. Men trekt de huisartsenzorg naar meer landelijk, meer versnippering en minder regionale samenhang, terwijl voor het goed voeren van een huisartsenpraktijk veel meer dan alleen beschikbaarheid van zorgverleners, vooral de lokale en regionale inbedding van belang is.
Wij trekken persoonlijk elke dag aan de kant van het touw richting meer regionale samenhang en richting de huisartsen- en eerstelijnszorg als een aanspreekbare collectieve voorziening in elke wijk en buurt met behoud van de kleinschaligheid waarin de professionaliteit en de waarde van de huisarts zo goed tot zijn recht komt.
Keuze zorgverzekeraars
Dat bezwaar van aan het verkeerde kant van het touw trekken, is vooral een verwijt aan zorgverzekeraars. Zij kopen de commerciële ketens in en rechtvaardigen dat ons inziens veel te gemakzuchtig met verwijzing naar hun zorgplicht. Wij denken dat het voldoen aan deze zorgplicht veel beter gewaarborgd wordt door samen met huisartsen in wijk en regio oplossingen te zoeken voor de schaarste. Wij denken dat regionale huisartsen- en eerstelijnsorganisaties daar een veel sterkere rol in kunnen spelen, maar zien hoe zorgverzekeraars die keuze niet of onvoldoende maken en beknibbelen op de bekostiging. Zorgverzekeraars maken dus gewoon een verkeerde keuze.
Regie overheid nodig
De verklaring daarvoor ligt deels, denken wij, in het feit dat het stelsel van met elkaar concurrerende zorgverzekeraars hen in een ijzeren wurggreep houdt die veel veranderingen blokkeert of vertraagt. Er is dus meer afstemming en vooral meer regie van de overheid nodig. Maar zeker zo belangrijk is het patroon dat landelijke zorgverzekeraars van nature neigen naar landelijke aanbieders. Dat zie je door de hele zorg heen: landelijke distributeurs van hulpmiddelen, landelijke online apotheken, landelijke diagnostiekaanbieders, enzovoorts. Dat staat natuurlijk haaks op regionale samenhang creëren en een goede kwaliteit van voorzieningen in buurt en regio. Wat lekker makkelijk inkoopt op de hoofdkantoren van zorgverzekeraars, is geen goede zorg in wijk en regio, en de hulpverleners in wijk en regio krijgen de problemen ervan over de schutting gegooid. Dat moet echt veranderen. Maar dat gaat niet gebeuren zonder ingrijpen van minister en parlement.
Zorgstelsel hervormen
Kortom: de conclusie is dat de problemen van commerciële huisartsenketens een symptoom zijn van een falend zorgstelsel dat concurrentie boven samenwerking stelt. Gelukkig loopt het huidige regeerakkoord dat de huidige VWS minister Ernst Kuipers belemmerde om het zorgstelsel grondiger te hervormen, op zijn laatste benen. Een nieuwe minister heeft een wereld te winnen met een verbeterd zorgstelsel, zeker en vooral voor een gezonde huisartsen- en eerstelijnszorg.
Door: André Louwen en Aline Pikaar, raad van bestuur van EerstelijnsZorg Zoetermeer
Als we de behoefte aan gezondheidszorg beschouwen als behoefte aan beschikbaarheid van een essentiële voorziening (referentie: behoefteschema van Maslow) dan is dienstverlening op het gebied van gezondheidszorg niet geschikt voor de toepassing van het marktmechanisme als allocatiestelsel. Ook gereguleerde marktwerking (= mix van toepassing van overheidsregulering en marktwerking) om van twee wallen te kunnen eten (= benutting van de verwachte voordelen van meer efficiëntie door marktwerking en rekenen op meer solidariteit door op democratische leest geschoeide overheidsregulering) is niet werkbaar omdat het sparen van kolen en geiten nu eenmaal niet mogelijk is. Het wordt dus een echte keuze tussen de zorgsector inrichten à la de bekende publieke diensten of verder gaan op de weg van marktwerking. Wordt het dit laatste dan vindt onvermijdelijk machtsconcentratie plaats. Op termijn zal de wal het schip gaan keren en zal het de overheidsregulering weer de voorkeur krijgen. Het IZA is een concept dat uitgaat van koersverlegging naar overheidsregulering met restanten van marktwerking. Een boeiende ontwikkeling met pijnlijke effecten voor zorgaanbieders en zorgconsumenten. We gaan het zien.
Hans Hof, HealthcareManagementConsultancy/Profs4Zorg.
https://zorgenstelsel.nl/oordeel-toezichthouders-over-private-equity-in-huisartsenzorg-laat-te-lang-op-zich-wachten/
De richting die Andre Louwen en Aline Pikaar voorstellen is in principe best goed:meer overheidsinvloed om in de regio een goede eerstelijnszorg en huisartsenzorg te waarborgen. De RVS gaf eerder ook al aan dat er kernteams in iedere wijk moeten komen van huisartsen-wijkverpleging en maatschappelijk werk. Teams, dus in iedere wijk, met behoud van kleinschaligheid in de uitvoering. De oplossing ligt zeker niet in de “wortel van het bevorderen van praktijkhouderschap van (individuele?) huisartsen”. Anno 2023 is de praktijkhoudende huisarts een anachronisme. Zou het niet beter zijn om in iedere regio/stad de grootste zorgverzekeraar in de regio samen met de gemeente(n) het voortouw en de regie te geven in het regelen van de infrastructuur en organisatie van de eerstelijnszorg (verbonden met het sociaal domein)? Dat is ook méér overheidsinvloed. Veel huisartsen willen overigens niet de “collectieve aanspreekbare voorziening in de wijk” zoals ook jullie die voorstaan. Daar is regie en sturing van buitenaf voor nodig, liefst zonder de grote stelselwijziging die alles overhoop haalt. Maar wel met “wortels” van de zorgverzekeraar en ondersteuning van gemeenten om in dergelijke teams te gaan werken in plaats van als gevestigde huisarts.
Interessante discussie.
@Martien: u bent toch deze auteur ( copy paste, sorry) :
————————————————————————————————————-
” Vanaf de grote stelselwijziging in 2006 tot zijn pensioen in 2018 was hij beleidsmedewerker bij Zorgverzekeraars Nederland (ZN). In de periode daarna schreef hij een boek waarin hij zijn visie voor de toekomst verder ontwikkelde. Dat boek is onlangs uitgekomen onder de titel: ‘Het zorgstelsel ontrafeld’.
Martien: “Het viel me op dat mensen die in de zorg werken zo weinig kaas hebben gegeten van hoe het stelsel van de zorg eigenlijk in elkaar steekt. Hoe het georganiseerd en betaald wordt ”
———————————————————————————————————-
Als dit inderdaad zo is, dan is het duidelijk voor de lezers wat uw achtergrond is.
Wel zo transparant.
Inhoudelijk:
*ik zou het zelf anders geformuleerd hebben ( “Het viel me op dat mensen die in de zorg werken zo weinig kaas hebben gegeten van hoe het stelsel van de zorg eigenlijk in elkaar steekt. Hoe het georganiseerd en betaald wordt ” ) ; deze uitspraak verraadt een zekere onderschatting van zorgverleners, met alle respect.
*u stelt vervolgens, zonder onderbouwing:
” Zou het niet beter zijn om in iedere regio/stad de grootste zorgverzekeraar in de regio samen met de gemeente(n) het voortouw en de regie te geven in het regelen van de infrastructuur en organisatie van de eerstelijnszorg (verbonden met het sociaal domein)? Dat is ook méér overheidsinvloed. ”
Mijn vragen:
-Wat voegt een verzekeraar eigenlijk toe aan de inhoud van de zorg?
-Aan de kwaliteit?
-Hoe komt het dat pakweg 193 van de 196 landen een marginale rol hebben weggelegd voor verzekeraars? Zijn wij echt zo goed?
-Kent u het werk van Barbara Starfield?
-Heeft u een mening over het werk van Gijs van Loef?
Het zou fijn zijn als u de lezers van Zorgvisie, en ondergetekende, van een antwoord zou willen voorzien.
Zorg verlenen is passievol mensenwerk .Het doorgedrukte zorgstelsel ( 2006) DBC systeem/ marktwerking totale verarming van handen aan het bed .
Ook op eerstelijns niveau te zien .
Overheden en zorgverzekeringen op de stoel van de professional . Arbeidsvreugde afgeroomd op bijna robots cultuur. Honorering klappen helpt niet . Commerciële partijen (Co-Med) springen in de markt . Geld en commercie gedreven cowboy.
Diagnose is patiënt overleden , door verkeerde medicatie .
@ manuel: u stelt symptomen vast, maar u mist de diagnose.
Na mijn verhuizing was het erg moeilijk om een nieuwe huisarts te maken. De telefonische bereikbaarheid van huisartsen is een drama. Een afspraak maken op korte termijn alleen bij zeer, zeer dringende zaken. Huisartsen posten zijn onderbezet en verwijzen erg makkelijk terug naar de huisarts de volgende dag. En dat zijn ervaringen terwijl ik erg weinig gebruik maak van de diensten van mijn huisarts. Het is erg simpel om alle problemen in de zorg af te schuiven op commercie. Ik stel ook niet dat alles bij commerciële partijen tip top in orde is. Maar dat is het bij niet commerciële partijen ook zeker niet. En natuurlijk hebben de zorgverzekeraars het weer gedaan. Het advies: maak eerst je eigen straatje schoon voordat er gemopperd gaat worden over dat van een ander.