De nieuwe financieringsstructuur met DOT-zorgproducten, prestatiebekostiging en vergroting van het vrije prijssegment in 2012, heeft grote consequenties. Terwijl algemene ziekenhuizen er in omzet op vooruitgaan, zo becijferde de NZa, dreigen umc’s een kwart van hun omzet kwijt te raken. Volgens de NZa is dit een gevolg van de afschaffing van de functiegerichte bekostiging. In deze fb-systematiek konden umc’s profiteren van vergoedingen die in DOT niet zijn opgenomen. Daar zijn de umc’s het volledig mee oneens. Zij zeggen dat de omschakeling van dbc’s naar DOT-zorgproducten hen voor grote problemen stelt. DOT zou onvoldoende rekening houden met de zorgzwaarte van patiënten. Umc’s hebben veel patiënten met complexe aandoeningen in behandeling en zeggen met die kostprijzen niet uit te komen. De toeslag die ze krijgen vanuit de zogenoemde academische component, is volgens hen volstrekt ontoereikend.
Hoog complexe zorg
In de discussie over concentratie van hoogcomplexe zorg blijft er steeds minder plaats voor umc’s om ook aan basiszorg te doen. En die basiszorg willen umc’s niet kwijt. Zij bekostigen hun dure behandelingen op dit moment met de winst die ze maken op basiszorg. Ze zouden wel gek zijn om die de deur uit te doen. Door vergroting van het vrijeprijssegment zullen umc’s harder moeten gaan concurreren met omliggende algemene ziekenhuizen. Het is de vraag of zorgverzekeraars hun duurdere zorg wel willen inkopen. Waarom zou basiszorg in zo’n dure high-tech omgeving moeten plaatsvinden? Bij monde van de NFU benadrukken de umc’s steeds weer dat de kwaliteit leidend moet zijn, maar hoe lang is dat vol te houden? Zorgverzekeraars moeten ook op de kosten letten. Kwaliteitsverbetering is mooi, maar niet als de zorg er duurder van wordt. Het is aan de umc’s om hier een goed antwoord op te vinden. (Zorgvisie – Carina van Aartsen)
Lees meer:
Zou het niet beter zijn als de UMC’s stoppen met zorg en zich vooral gaan toeleggen op onderzoek. Medisch specialisten hoeven dan alleen nog experimentele geneeskunst te bedrijven. Onderzoek is immers de reden waarom de medisch specialisten in een UMC zijn gaan werken. Of zoals een UMC hoogleraar het eens tegen mij zei: de ideale universiteit heeft geen studenten of patiënten.
Zou het een oplossing zijn als UMC’s de basiszorg afstoten en een redelijke(re) vergoeding krijgen voor de topklinische zorg die zij leveren? UMC’s kunnen zich dan volledig op een specifieke patiëntengroep richten, worden kleiner en specialistischer en beter beheersbaar. Basiszorg kan doelmatig en efficiënt in algemene ziekenhuizen worden geleverd, alwaar ook de specialisten voor het grootste deel opgeleid gaan worden. Gevolg: minder kosten en meer tevredenheid onder het medische personeel.
Zou het een oplossing zijn als UMC’s de basiszorg afstoten en een redelijke(re) vergoeding krijgen voor de topklinische zorg die zij leveren? UMC’s kunnen zich dan volledig op een specifieke patiëntengroep richten, worden kleiner en specialistischer en beter beheersbaar. Basiszorg kan doelmatig en efficiënt in algemene ziekenhuizen worden geleverd, alwaar ook de specialisten voor het grootste deel opgeleid gaan worden. Gevolg: minder kosten en meer tevredenheid onder het medische personeel.
Hier wordt de stelling dat UMC’s betere zorg leveren wel heel gemakkelijk overgenomen. Dat is theoretisch niet vanzelfsprekend en empirisch niet aangetoond. Zie bijvoorbeeld Heijink van het RIVM die in BMC HSR in 2008 laat zien dat de UMC’s, na correctie voor zorgzwaarte, relatief meer sterfte veroorzaken dan de overige ziekenhuizen. En als die UMC’s kwaliteit zo belangrijk zouden vinden, hoe komt het dan dat artsen intern niet worden aangesproken op slechte zorg? De kwaliteitsmanagers in de UMC’s zijn echt niet bezig met kritische rapportages, moeilijke gesprekken, verbetercycli en dergelijke. Zij decoreren de ramen.