Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Concurrentie afschaffen maakt zorg ontoegankelijker

Een einde maken aan marktwerking, maakt de zorg niet toegankelijker. De Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) suggereert ten onrechte een tegenstelling tussen samenwerking en concurrentie, zeggen Tijn Elferink, Erik Schut en Wynand van de Ven. Het is niet óf samenwerking óf concurrentie.
concurrentie versterkt
Illustratie: © AJay / stock.adobe.com

Grote groepen Nederlanders krijgen niet de zorg waarop ze recht hebben. Om de zorg toegankelijker te maken, adviseert de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving (RVS) binnen een deel van de zorg een einde te maken aan concurrentie. Die moet in de eerstelijnszorg (waaronder de huisartsenzorg, de wijkverpleging), de ggz en de (medisch-specialistische) acute zorg plaatsmaken voor een regionaal samenwerkingsmodel.

Hoewel de RVS benadrukt hiermee geen stelselwijziging te adviseren, erkent zij wel dat het gaat om fundamentele veranderingen. De afschaffing van het huidige concurrentiemodel is onvoldoende onderbouwd en doordacht. De RVS suggereert een onjuiste tegenstelling tussen samenwerking en concurrentie. Het is namelijk niet óf samenwerking óf concurrentie.

Op dit moment bestaan binnen de zorg al veel regionale samenwerkingsverbanden, mede op initiatief van zorgverzekeraars. Terecht stelt de Autoriteit Consument & Markt dat niet de Mededingingswet het probleem is. Samenwerking wordt belemmerd door de gevestigde financiële belangen van zorgorganisaties.

Concurrentie is een drijfveer

Het oplossen van het personeelstekort in de zorg en het leveren van zorg op maat vereisen creativiteit, innovatie en prikkels tot doelmatigheid. In het huidige stelsel vormt concurrentie hiervoor een drijfveer. De RVS maakt niet duidelijk wat deze drijfveer wordt als de concurrentie wordt uitgeschakeld.

Ook is het afschaffen van marktwerking niet nodig om de inkomensverschillen kleiner te maken, zoals de RVS stelt. Dat doel kan namelijk ook uitstekend binnen het huidige stelsel worden gerealiseerd.

Talrijke mislukte pogingen

Het bepleite regionaal samenwerkingsmodel is onvoldoende doordacht en gaat voorbij aan de talrijke mislukte pogingen die vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw zijn ondernomen. Het huidige zorgstelsel is ingevoerd omdat – zo werd in 2003 in de regeringsverklaring gesteld – ‘de centrale aanbodsturing is vastgelopen’.

Cruciale vragen over hoe de regionale ordening gestalte moet krijgen, worden door de RVS niet beantwoord. Wie krijgt straks de eindverantwoordelijkheid en beslissingsbevoegdheden in een regio: de grootste zorgaanbieder, de grootste zorgverzekeraar of de grootste gemeente? Hoe wordt de omvang van een regio bepaald? Volgt de regionale planning de regionale financiering, of andersom? Hoe moet regio-overschrijdende zorg worden georganiseerd en bekostigd en wie wordt daarvoor verantwoordelijk?

Op al deze vragen zijn eerdere pogingen om te komen tot een regionaal planningsmodel – zoals de voormalige Wet Voorzieningen Gezondheidszorg uit 1982 – na jaren van vergaderen hopeloos vastgelopen.

Afschuifgedrag

Verder adviseert de RVS een wettelijk vastgestelde gedeelde zorgplicht voor gemeenten en zorgverzekeraars. Onduidelijk is hoe dit wettelijk moet worden vormgegeven, als dat al mogelijk is. En hoe afschuifgedrag moet worden voorkomen. Gedeelde verantwoordelijkheid is geen verantwoordelijkheid. Bovendien is zo’n gedeelde zorgplicht waarschijnlijk in strijd met de Europese regelgeving omdat dit kan worden beschouwd als een ernstige beperking voor de bedrijfsvoering van particuliere zorgverzekeraars.

Terecht constateert de RVS dat het huidige zorgstelsel op onderdelen nog niet goed genoeg functioneert. De problemen kunnen beter binnen het huidige zorgstelsel worden opgelost. Het huidige stelsel vervangen door een niet-uitgewerkt en niet-onderbouwd regionaal ordeningsmodel maakt de zorg niet toegankelijker. Het door minister Kuipers omarmde voorstel leidt wel tot een beperking van de keuzevrijheid voor patiënten, omdat verzekeraars en zorgaanbieders in staat worden gesteld vergaande afspraken te maken over het verdelen van patiënten over de zorgaanbieders in de regio.

Door: Tijn Elferink, gezondheidsjournalist, Erik Schut, hoogleraar economie van de gezondheidszorg en Wynand van de Ven, emeritus-hoogleraar Zorgverzekeringen

3 REACTIES

  1. Ben benieuwd naar de mening van de auteurs over het Regionaliseringsstreven van het IZA. Of kan dat in de ogen van deze heren wel hun goedkeuring wegdragen. Overigens gaan zij volledig voorbij aan het feit dat concurrentie als element van marktwerking (lees: machtwerking) wat anders is dan competitie als doelmatigheidsremedie in een allocatiestelsel dat geen marktwerking kent. Zelfs Rotterdamse economen mogen toch op de hoogte zijn met de vereisten voor passende marktwerking: zijnde gelijkwaardigheid van kopers en verkopers betreffende de kennis en het gebruik van alle onderdelen van marketing-aanbodmix en de marketingvraagmix.
    Daarbij is essentieel dat de koper/vraagzijde kan besluiten niet gebruik te maken van het aanbod zonder onacceptabele gevolgen. In de sector van welzijn en zorg zijn die gevolgen er vaak wel! Hoe dogmatisch ben je als je een mening als die van de auteurs te berde kunt brengen.
    Hans Hof

  2. Lees alle reacties
  3. Verzet tegen een goed geregisseerde en georganiseerde regionale samenwerking door de vorige schrijvers is te verwachten. De spreadsheet adepten die uitsluitend naar de poen kijken hebben nog steeds de macht. Een democratisch patiëntgericht regionaal systeem met een centrale democratische regie is dringend noodzakelijk

  4. Uitstekend artikel !! waarvoor dank!! Waar goed wordt aangegeven dat de aanbevolen regionale planning geen verantwoordelijken kent. Verder citeer ik onderstaand het artikel van Udo Jonker van 23 juni in het FD waar hij aangeeft dat Minister Kuiper het advies van Mevr Bussemaker links laat liggen . Ik denk dat hij dat goed ziet politiek bedrijven is omgaan met politieke standpunten. Ik beveel de wetenschappers aan dit voor feit aan te nemen en mij te geloven dat het rapport naar de bureaula gaat .

    “PvdA-stokpaardje

    Kuipers zag woensdag in zijn eerste reactie dan ook geen verschil met het beleid dat hij zelf al inzette met het Integraal Zorgakkoord (IZA) en soortgelijke polderakkoorden over ouderenzorg en preventie. ‘Het sluit naadloos bij elkaar aan’, vindt Kuipers, om daar vilein aan toe te voegen: ‘ik weet zeker dat ze het IZA en de andere akkoorden hebben gelezen en daar een synthese op hebben gedaan en daar ben ik zeer dankbaar voor’.

    Waar het RVS-advies wel ingrijpend afwijkt van het beleid, is met het voorstel de verzekeringspremies voor ziektekosten te verlagen en de inkomensafhankelijke bijdragen te verhogen, een oud PvdA-stokpaardje dat bij de start van Rutte II in de VVD-achterban nog een doodsmak maakte. ‘De RVS heeft ook een aantal zeer politieke uitspraken gedaan’, schamperde Kuipers. ‘En dan denk ik: dat is een prachtige discussie voor de Raad en de PvdA en haar partijprogramma’.

    Bussemaker had er zelf al geen fiducie in dat haar advies bij Kuipers nog veel indruk zou maken. Ze zei dat het is gemaakt als richtsnoer bij de formatie van een nieuw kabinet.

    Lees het volledige artikel: https://fd.nl/politiek/1480040/ernst-kuipers-laat-jet-bussemaker-links-liggen-bij-verbeteren-zorgstelsel

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.