Ik verwacht dat negen medisch-organisatorische en vier bestuurlijke innovaties die sinds 1 maart naar voren kwamen, ook na de lockdown nodig blijven.
1. Testlocaties op coronavirus
Er blijven op lange termijn uitbraken optreden van nieuwe en bestaande coronavirussen, aldus een rapport van de RIVM-leiding. Deze nieuwe patiëntengroep meldt zich (met de eerste verschijnselen) bij een GGD. Ik verwacht dat Nederland testlocaties moet behouden die snel werken. Ook blijft het nodig snel extra mensen te kunnen mobiliseren om te testen bij een regionale uitbraak.
2. Eerstelijnscoronaklinieken
Het kan ook zijn dat burgers zich melden bij een huisarts. In een aantal regio’s zijn inmiddels aparte eerstelijnscoronaklinieken. De reguliere eerstelijn blijft dan beschikbaar voor niet-coronapatiënten. Ik verwacht dat zulke klinieken voor (vermoedelijke) coronapatiënten nodig blijven.
3. Cohortverpleging
Een aantal van de besmette patiënten stroomt door naar het ziekenhuis. Bij een groter aantal coronapatiënten in één ziekenhuis of op één afdeling biedt cohortverpleging meer doelmatigheid. Ik verwacht dat instellingen deze blijven toepassen. Wellicht komen er zelfs corona- en coronavrije ziekenhuizen. Die laatste borgen dan de reguliere zorg.
4. Snelle omzetting OK in IC
In een IC is de luchtdruk lager dan daarbuiten. Virussen van de IC-patiënten hebben dan minder kans over te waaien naar de rest van het ziekenhuis. Op een OK is de luchtdruk juist hoger. Virussen van buiten de OK hebben dan minder kans binnen te dringen. Indien OK’s de luchtdruk kunnen aanpassen (lager dan wel hoger dan de omgeving) kunnen ze enigszins als IC functioneren in geval van rampen. Ik stel voor dat op alle nieuwe OK’s de luchtdruk variabel is in te stellen.
5. Coronarevalidatieprogramma
Een patiënt is na verblijf op de IC sterk verzwakt en gaat daarna idealiter naar een verpleeghuis of revalidatiecentrum voor een speciaal op coronapatiënten toegespitst revalidatieprogramma. Dit vraagt een extra zorgpad voor herstel van het COVID-19 virus. Niet alle revalidatiecentra en verpleeghuizen hebben een speciaal programma voor coronapatiënten. Ik verwacht dat er per regio slechts enkele over dit programma blijven beschikken.
6. Palliatieve zorg voor terminale coronapatiënten
Er zijn coronapatiënten die thuis of in een hospice willen overlijden. Dat vereist specifieke competenties van zorgprofessionals, aldus hoogleraar palliatieve zorg Saskia Teunissen. De behoefte daaraan blijft bestaan.
7. Coronacentra in kwaliteitskaders
Ik twijfel over het nut van centrale coronaregelgeving voor de zorg. Evaluatie achteraf zal leren of die twijfel juist is. Ik wijs op de oprichting van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiëntenspreiding door IC-artsen. Dat gebeurde bottom-up zonder regulering van de overheid. Dergelijke initiatieven zouden een plaats moeten krijgen in landelijke kwaliteitskaders van beroepsverenigingen die gelden tijdens rampen.
8. Beeldbellen met intelligente vragenlijst als voorkeursoptie
Wat opvalt, is dat triage via beeldbellen op poliklinieken en huisartsenposten de vraag naar acute zorg op een verantwoorde manier kan terugdringen. Dit blijkt zowel in Denemarken, in een ggz-pilot als bij een huisartsenpost in Amersfoort. Zo’n aanpak creëert extra mogelijkheden om reguliere zorg overeind te houden bij een nieuwe golf van het coronavirus of bij een uitbraak van een ander virus.
9. Stoppen met overbodige zorg
Een minutieuze vergelijking van de reguliere vraag naar zorg in 2018 en 2019 met die in het coronajaar 2020 maakt duidelijk welke vraag precies is uitgevallen door de crisis. Door een steekproef onder in 2020 weggebleven patiënten kunnen onderzoekers zich een beeld vormen van de geleden gezondheidsschade en de beweegredenen om weg te blijven. Bij een aantal wegblijvers bestaat de kans dat zij niet geleden hebben onder het wegvallen van de zorg. Laten professionals daarvan leren en bij deze groepen voortaan volstaan met watchfull waiting .
10. ROAZ’en gaan veiligheidsregio’s in
De ROAZ’en (Regionale Overleg Organen Acute Zorg ) kennen geen vertegenwoordiging van de langdurige zorg. Mijn eerste bestuurlijke innovatie is dat die langdurige zorg voortaan deelneemt in deze gremia. Als dit het geval is, vertegenwoordigt de ROAZ de gehele wittekolom in de veiligheidsregio.
11. Rampenplannen bijstellen
De rampenplannen van ziekenhuizen zijn nu vooral gericht op flitsrampen (terroristische aanslag, brand, ontploffing, groot verkeersongeluk) en niet op slowmotionrampen (pandemie, ontploffing kerncentrale (Tsjernobyl!) en overstromingen (Betuwe!, 1995). Die rampenplannen zouden voortaan ook op slow motion rampen moeten ingaan.
12. HLA’s per doelgroep
ik heb onlangs in Zorgvisie een recensie geschreven over de Maatschappelijke heroverwegingen: naar een duurzame gezondheidszorg. Daarin pleit ik, in navolging van anderen, ervoor hoofdlijnenakkoorden (HLA’s) voor de periode 2022-2026 vast te stellen per doelgroep, bijvoorbeeld coronapatiënten, acute patiënten, electieve patiënten en personen met een langdurige zorgbehoefte.
13. Preventie betalen uit Wet Publieke Gezondheid
Met Paulien Meurs ben ik het eens dat de kosten van preventie van besmettelijke ziekten moeten vallen onder de Wet Publieke Gezondheid. Laat ze niet over aan onderhandelingen tussen zorgverzekeraars en -aanbieders, daarvoor is publieke belang te groot.
Ik hoop dat beleidsmakers en zorgprofessionals dit lijstje innovaties meenemen in hun overwegingen over de wederopbouw van de zorg na de huidige ramp. En dat het streven niet uitsluitend een zo spoedig mogelijk herstel is van de situaties van vóór 1 maart.