81 procent van de bevolking wil de marktwerking in de zorg afschaffen (Trouw 23/2/21) en de overheidsrol in de zorg weer vergroten. Maar 63 procent vindt volgens hetzelfde onderzoek dan weer wel dat we nu de beste zorg ter wereld hebben. Dat is opmerkelijk en roept de vraag op wat men nu precies wil. In ieder geval wil men de regie en daarmee de kostenbeheersing van de zorguitgaven weer terugbrengen in overheidshanden. Vanwaar dat rotsvaste vertrouwen dat (semi-)overheidsorganen het zoveel beter gaan doen?
Doorgeschoten marktwerking
Ook veel politieke partijen willen de marktwerking verminderen of zelfs afschaffen. Het is niet helder wat deze partijen daarmee precies mee bedoelen. Verwezen wordt naar de enorme administratieve lasten waaronder het zorgaanbod door de huidige concurrentie gebukt gaat. Het gebrek aan samenwerking is ook een belangrijk argument. Maar ligt dat laatste niet eerder aan de productiegedreven bekostigingswijze, betaling per verrichting, dan aan de marktwerking?
De linkse partijen kiezen vooral voor het hoe, niet voor het wat. Ze elimineren de zorgverzekeraars in ruil voor publieke fondsen. Daarmee wordt een kostbare en langdurige stelselwijziging in gang gezet die bovendien een goed functionerende uitvoeringsstructuur in de waagschaal stelt. Die moet dan mogelijk weer helemaal opnieuw opgebouwd.
Meer dan administratie- en betaalkantoor
Met de term administratiekantoor suggereert de PvdA in haar verkiezingsprogramma dat zo’n publiek fonds vooral gaat fungeren als betaalkantoor. Declaraties vergoeden van en aan zorgaanbieders. Het semi-overheidsfonds is natuurlijk meer dan dat alleen. Nog steeds moet vastgelegd in overeenkomsten wie van de zorgaanbieders mag declareren, tegen welk tarief, en onder welke voorwaarden. De zorgaanbieder zal toch een zekere verantwoording moeten afleggen over wat wordt gedeclareerd en waarvoor.
Nagenoeg alle politieke partijen willen dat de betaling voor zorgverlening wel plaatsvindt op basis van de kwaliteit van de geleverde zorg. Hoe wordt die dan vastgesteld, hoe wordt die gecontroleerd? Wat als een zorgverlener onder de maat presteert? Kunnen kwaliteitsverschillen ook tot verschillende prijzen leiden?
Gemeenschappelijke taal
Aan de uitvoering van de zorgverzekering is een stevig administratief proces verbonden, dat ook dient om de zorgkosten te beheersen. De zorgverzekeraars hanteren werkprocessen, met tal van checks op rechtmatigheid en doelmatigheid van de betalingen. Een systeem van AGB-codes identificeert zorgaanbieders die mogen declareren. Er is een productstructuur, waarbij iedere handeling in de zorg middels codering identificeerbaar is zonder overlap met andere handelingen. Er is een gemeenschappelijke taal. Aan tarieven zijn unieke codes verbonden. Dat systeem wordt onderhouden. Declaratieverkeer en ook het contracteerproces zijn volledig geautomatiseerd en de ict werkt nog ook.
Al werken zorgverzekeraars in een concurrerende omgeving, ze hebben gezamenlijk een uniforme uitvoeringsstructuur tot stand gebracht. Marktwerking vormt daarbij geen belemmering. Wat is de meerwaarde om iets wat goed functioneert in overheidshanden te leggen?
Heimwee naar zorgverzekeraars
Zou de SP al beseffen dat het nationaal zorgfonds een soort belastingdienst 2.0 is? Met de incasso van de zorgpremies zal het allemaal nog wel lukken. Maar hoe zal het gaan met contractbeheer, declaratieverkeer en de controle op ingediende declaraties?
Krijgen we niet spijt of heimwee als we straks moeten aankloppen bij de klantenservice van de ‘belastingdienst voor de zorg’? Wat als we willen vragen om zorgbemiddeling? Dat hebben veel zorgverzekeraars inmiddels redelijk op orde; anders prijzen ze zich uit de markt bij de verzekerden. Die druk ontbreekt bij een fonds.
Het ware twistpunt
Het gebruik van de contracteer- en declaratiestructuur is in overeenkomsten met zorgaanbieders vastgelegd. Zij hebben weinig klachten over de uitbetaling van hun declaraties. Over het elektronisch contracteren zijn zij evenmin ontevreden. Wel zijn ze vaak ontevreden over de inhoud van het contract, de vermeende beperkingen die het contract aan de zorgverlening oplegt en de hoogte van de tarieven. Allemaal mede bedoeld om de zorgkosten beheersbaar te houden. Dat twistpunt blijft. Ook bij een zorgfonds.
Dank Martien Bouwmans en ook ik zie weinig van marktwerking in de zorg. Ik wil uw gekozen perspectief aanvullen met het mijne.
Als consument zie ik geen markt. Geografisch kies je voor een huisarts en die stuurt je naar een ziekenhuis/specialist. Het enige wat je kan doen is een restitutiepolis nemen (wat veel mensen niet eens weten) en daarmee kun je zelf kiezen, maar op basis waarvan? Ja, de verzekeraars concurreren maar ze hebben allemaal dezelfde verplichte basispolis en vrijwel gelijke aanvullende polissen. Dus hier kan ik alleen kiezen op basis van kosten en niet op basis van kwaliteit of service. Omdat er te weinig marktwerking is zie ik wel enkele dure misstanden; Te dure en luxe ziekenhuizen, productiemiddelen (operatiekamers en scans) die 4 dagen per week 10-12 uur worden gebruikt, en vrijgevestigde specialisten zonder concurrentie en bedrijfsrisico. De zorgmarkt is de meest gereguleerde markt die ik ken en vandaar ook de grote bureaucratie, kosten en aantal wetten en aantal bewindspersonen!
Martien Bouwmans ziet de “productie gedreven bekostiging” als oorzaak van de huidig overheersende mening, dat “marktwerking” in de zorg moet verdwijnen. Dat klinkt helder. Maar hij vermijdt de kern van het probleem, dat de burger die “zorg” nodig denkt te hebben geen objectieve marktpartij is, zij/hij is subject. Het is geen economisch probleem ( we hebben dat inmiddels al door een serie regels beteugeld tot “gereguleerde marktwerking”), maar meer een opgave van psychologische aard. “Zorg” is in wezen relationeel van aard, een kwestie van vertrouwen, aandacht en vakbekwaamheid. Alles wat dit belemmerd is daarbij ongewenst. En er wordt niet meer “zorg” ( op zich ook een ongewenst containerbegrip ) verleend dan dat er betreffende professionals (artsen, verpleegkundigen, verzorgenden IG, peri/para medici ) beschikbaar zijn. Het is geen zorgmarkt, maar een arbeidsmarkt!