Als eerste stel ik voor de volgende zin toe te voegen aan alle Europese partijprogramma’s: De Europese Commissie (EC) onderhandelt met grote internationale farmaciebedrijven over de prijs van dure geneesmiddelen.
De afzonderlijke Europese staten zijn te klein als tegenmacht tegen de farmaceutische industrie. Deze laatste weigert bijvoorbeeld inzage te geven in de ontwikkelkosten van nieuwe, dure geneesmiddelen.
Medisch rampenplan
Mijn tweede punt voor de Europese verkiezingsprogramma’s: Er vinden internationale oefeningen plaats van acute, grootschalige medische hulpverlening. Stel twee schepen botsen in de Westerschelde nabij de haven van Antwerpen en er breekt een grote brand uit. Zou er voor een dergelijke ramp een medisch rampenplan klaarliggen om slachtoffers op te vangen in Belgische en Nederlandse ziekenhuizen? Wordt er al mee geoefend? Ik vermoed dat het antwoord nee is.
Europees onderzoeksinstituut
Als derde: Er komt een Europees instituut voor zorgonderzoek. Een kenmerk van innovatie is dat deze klein begint en daarna, bij gebleken succes, via opschaling zich als een olievlek verspreidt. In andere landen bestaat wel een traditie van beleidsvoorbereidende innovaties. Ik denk aan het Duitse experiment in Kinzigtal, de doelgroepsgewijze zorginkoop in Schotland en het werken met casemanagers in Frankrijk. De kennis hierover blijft hangen in de academische centra. Een Europees onderzoeksinstituut kan hierin verandering aanbrengen.
Vrij verkeer van patiënten
Tot slot: Het Europees Parlement maakt vrij verkeer van patiënten over de lidstaten gemakkelijker. Tot op heden is de European health space (EHS) een fictie. Deze term houdt in dat vrij verkeer niet alleen geldt voor arbeid, kapitaal, toeristen en studenten, maar ook voor patiënten. Binnen de EHS werkt een verzekeringspas net zoals een creditcard. De vorming van een EHS is een stap die past in de Europese traditie van integratie tot één gemeenschap. Het bevordert ook de vrije artsenkeuze.
Regulering
Gezondheidszorg is sinds jaar en dag een onderwerp van nationaal en niet van Europees beleid. Dat heeft twee redenen. De eerste is dat kostenbeheersing voor nationale regeringen moeilijker wordt als patiënten over de grens terechtkunnen. Regulering via aanbodbeheersing wordt dan lastiger. De tweede reden is dat de Europese Unie in veel andere bedrijfstakken marktwerking heeft gestimuleerd en niet de overheidsregulering. Een regering die de zorg aan de EC overlaat, vergroot het risico dat haar zorg wordt geprivatiseerd. Beide punten snijden hout. Ik hoop met mijn vier onderwerpen een gulden middenweg te bewandelen. De zorg blijft berusten bij de nationale overheden op vier uitzonderingen na.