Het huidige samenwerkingsconvenant van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) voldoet niet meer, vindt het kabinet. Het is de bedoeling dat straks de Inspectie een zorgspecifieke fusietoets uitbrengt voordat de NMa een oordeel velt. De IGZ moet beoordelen wat het effect van de fusie is op de kwaliteit en de bereikbaarheid van de zorg.
Het kabinet wil dat de wet waarin dit wordt geregeld volgend jaar naar de Kamer gaat. De wetenschappers Marco Varkevisser en Erik Schut betogen in het laatste nummer van economenblad ESB dat de criteria voor het beoordelen van kwaliteit tekortschieten. Zij concluderen dat het gevaar bestaat dat fusies door de IGZ worden goedgekeurd zonder dat vaststaat dat die fusie noodzakelijk is voor de minimum kwaliteit. De beleidsmakers kunnen deze analyse in hun zak steken. Ze hadden dit kunnen weten. De Inspectie staat immers zelf aan de wieg van het programma, Zichtbare Zorg, waarin zorgaanbieders, verzekeraars en patiënten werken aan een set betrouwbare kwaliteitsindicatoren. Die set is nog niet operationeel.
De IGZ-toets is echter niet de enige nieuwe horde die een bestuurder met fusieplannen straks moet nemen. Als de Wet cliëntenrechten zorg erdoor komt, moet het bestuur een fusie-effectrapportage opstellen waaruit blijkt wat de fusie oplevert. De volgende horde bestaat uit het overtuigen van de vertegenwoordigers van patiënten/cliënten. Zij krijgen namelijk bij fusies een instemmingsrecht. Een bestuurder moet een van zijn belangrijkste strategische beslissingen voorleggen aan een groep externe belanghebbenden van wie hij maar moet hopen dat ze genoeg deskundigheid in huis hebben. En dit laatste geldt ook voor de Inspectie. Van fusies weet de IGZ niet zoveel. De uitkomst van een fusieproces is op deze manier zo onzeker dat fuseren een soort kansspel wordt. (Zorgvisie – Eric Bassant)
Lees ook:
Nog een kleine toevoeging: in het schrijven van de minister staat: zij willen de invloed borgen door zwaarwegend adviesrecht of eventueel instemmingsrecht. Maw. daarover is nog geen besluit genomen, zoals Eric wel beschrijft in zijn artikel….
Is het echt zo dat CR instemmingsrecht krijgt bij fusies? Dat betekent dat zij meer en grotere invloed krijgen dan Ondernemingsraden! Die hebben slechts adviesrecht… Ben erg benieuwd hoe deze raden hier tegenaan gaan kijken. Ik ga dit zeer zeker bespreekbaar maken in mijn contacten met OR’n, als trainer-adviseur en binnen de Beroepsvereniging van Medezeggenschaps Professionals (BVMP).
het is waarschijnlijk kenmerkend voor het denken over bedrijfsvoering in de zorg dat Eric Bassant de patiënten/cliënten in zijn column aanmerkt als externe belanghebbenden. terwijl in het rijksbeleid de keuzevrijheid en zeggenschap van deze groep centraal staat, heeft hij bij strategische bedrijfsvoeringsbeslissingen, zoals locatie en huisvesting, tot nu toe niets in te brengen. en de overheid, die voor de belangen van deze groep zou moeten opkomen, heeft zichzelf op politieke en ideologische gronden buitenspel weten te zetten. en probeert nu met de door Bassant licht hilarisch geschetste toezichtconstructie de ecchte belanghebbenden bij een kwalitatief goede zorg, de patiënten/cliënten, weer enige invloed te geven. wat dan volgens Bassant tot een soort kansspel zou leiden. maar bij dat kansspel komen de nieten dan niet langer automatisch bij de externe belanghebbenden terecht. en dat kan winst zijn.