Tijdens de hoorzitting zorgfusies maandag in de Tweede Kamer, waren de uitgenodigde economen en politici het roerend met elkaar eens. De eerste groep schermde met internationale en nationale onderzoeken waarin ‘veel twijfels’ te berde worden gebracht aan de kwaliteitswinst en de tweede groep had alle ingekomen stukken goed gelezen. Terwijl het toch de vraag is of onderzoeksresultaten uit bijvoorbeeld de Verenigde Staten wel een op een gelden voor Nederland. Het zorgstelsel is anders, de financiering verschilt en wordt ‘de kwaliteit’ wel op dezelfde manier gemeten?
Toezichthouders
De ACM heeft onlangs eigen onderzoek gepubliceerd waaruit zou blijken dat de ziekenhuiskosten stijgen en de kwaliteit niet verbetert. Hard statistisch bewijs is er echter niet. Het belet de ACM niet om een signaal af te geven. Wie ook een donkerbruin vermoeden heeft, is de NZa, die andere toezichthouder bij fusies. De toezichthouder ziet risico’s voor de betaalbaarheid en kwaliteit. Op basis van de huidige, procedurele fusietoets had de NZa eigenlijk een positieve zienswijze moeten afgeven, maar gezien haar ‘publieke functie’ heeft zij in het publieke belang over de fusie tussen AMC en VUmc een negatief advies uitgebracht. Beide toezichthouders hanteren subjectieve criteria terwijl de zorgorganisaties gebaat zijn bij zoveel mogelijk objectiviteit. Daar zijn de huidige zorgspecifieke fusietoets en mededingingstoets voor. Is het niet eerlijker om de instrumenten die er zijn te evalueren en desnoods aan te passen?
Zorgfusies
Terugkomend op de kwaliteit. Veelgehoorde kritiek op fusieinstellingen is dat de menselijke maat kwijtraakt. De cliëntenraden, verenigd in LOC Zeggenschap en Zorg, zien dit inderdaad gebeuren maar het hoeft niet. Er zijn ook grote fusieinstellingen die prima kleinschalig kunnen organiseren. De grote vraag blijft: wat verstaan we onder kwaliteit en hoe meten we dat. Hier komt weliswaar steeds meer duidelijkheid over maar dat houdt tegelijkertijd in dat het begrip door de jaren heen verandert. Hoe zijn de resultaten dan nog vergelijkbaar?. Is het wel mogelijk om verbetering of vermindering van kwaliteit betrouwbaar te meten? Kortom: vragen te over.
Samenwerken
Samenwerking is het lonkend alternatief voor een fusie. Veel beter voor de financiën, zo is de redenering, want samenwerkingsverbanden dringen veel minder door in de organisatie: de hele (ziekenhuis)zorg hoeft niet te worden geïntegreerd. Maar als iedere zorginstelling straks gaat samenwerken op steeds meer onderdelen met steeds meer netwerkpartners, geldt dit dan nog steeds? Hoe zijn de verantwoordelijkheden dan belegd?
Goedkoper?
Als fusies de kwaliteit niet verbeteren en de zorg alleen duurder maken, wat is dan het gevolg van samenwerking: goedkoper en beter? Het grappige is dat hiernaar geen onderzoek is gedaan. We hebben dus een vermoeden over fusies en weten niets over samenwerkingsverbanden. Of nee, we weten wel iets uit ervaring: namelijk dat samenwerken werkt, zolang de verantwoordelijke personen goed met elkaar door een deur kunnen. Zodra de poppetjes veranderen, wordt het samenwerkingsverband kwetsbaar.
Governance
Denk ook eens aan alle contracten die gepaard gaan met netwerkverbanden, dat moet effect hebben op de kosten en de bureaucratie. Wouter Bos zou wel eens gelijk kunnen hebben met zijn waarschuwing dat er straks een stapeling aan samenwerkingsverbanden ontstaat die nauwelijks meer bestuurbaar is. Ook dat is meestal niet bevorderlijk voor de kwaliteit.