Ook de wijkverpleegkundigen profiteren van de nieuwe visie. Zij hebben hun vak en verantwoordelijkheden terug en krijgen meer ruimte om samen met de klant te bepalen wat hij of zij nodig heeft en wat er wel en niet mogelijk is.
Minder regels
Nu alleen de financiering en administratie nog aan de nieuwe visie aanpassen. Ook daaraan wordt naarstig gewerkt. Vereenvoudiging is het devies, minder regels. Dat is gezien de vele belangen die gediend moeten worden en de talrijke partijen die bij de uitvoering betrokken zijn, geen sinecure. Sterker, sinds de opsplitsing van de AWBZ in de Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) zijn er ondanks alle goede bedoelingen meer regels bijgekomen dan geschrapt. Met alle bureaucratie en kosten van dien voor de partijen die de het nieuwe stelsel moeten uitvoeren. Geld en menskracht die beter aan de zorg kunnen worden besteed.
Nog geen nieuw bekostigingsmodel
Met de ‘betekenisvolle stap’ die staatssecretaris Van Rijn zegt te willen doen ten aanzien van de vereenvoudiging van de bekostiging van de wijkverpleging, dreigt de staatssecretaris het paard opnieuw achter de wagen te spannen. Wat is het geval? Aangezien er nog geen gedragen nieuw bekostigingsmodel voor de wijkverpleging ligt, stelt de staatssecretaris voor om op korte termijn een gemiddeld tarief te hanteren op basis van de ‘oude’ producten verzorging en verpleging. Dat lijkt op het eerste gezicht een verbetering. Bij nader inzien moeten er echter vraagtekens bij worden gezet. Zoals bij de verdeling van de ‘oude’ producten: 50-50, 60-40, 80-20 en hoe de bestaande budgetten van zorgverzekeraars en zorgaanbieders hierin passen. Deze en andere vragen maken het voornemen van de staatssecretaris geen betekenisvolle stap vooruit, maar een ‘vermomde’ bezuiniging.
Afspraken met zorgverzekeraars
Met de hervorming van de langdurige zorg is de wijkverpleging per 1 januari 2015 overgeheveld naar de Zorgverzekeringswet. De bekostiging gebeurde in dit overgangsjaar nog volgens het zogeheten representantemodel. Daarbij ontwikkelt één zorgverzekeraar het beleid voor de regio en koopt hij de zorg in namens de andere zorgverzekeraars. Voor de wijkverpleegkundigen betekende de overheveling dat zij vóór 1 juli 2015 alle bestaande thuiszorgklanten moesten herindiceren én 15 procent moesten bezuinigen via een tariefskorting. Met ingang van 2016 kopen de landelijke zorgverzekeraars zelf in voor hun klanten. Dat brengt heel veel extra werk en kosten met zich mee voor de thuiszorgorganisaties en de wijkverpleegkundigen. Immers, in plaats van met één zorgverzekeraar moeten zij afspraken maken met – in sommige regio’s – wel zeven verzekeraars, elk met een eigen visie op de wijkverpleging en eigen administratieve regels. Al met al zijn de administratieve lasten pakweg verdubbeld voor de zorgorganisaties. Voor de klant is er al helemaal geen touw meer aan vast te knopen. Intussen wordt hij wel regelmatig met een veel hogere eigen bijdragen geconfronteerd.
Verdere verschraling wijkverpleging
Vanaf 2017 wordt de situatie nog ingewikkelder en nijpender. Dan moet de wijkverpleging risicodragend worden uitgevoerd. Dat leidt onvermijdelijk tot een verdere verschraling van de tarieven voor wijkverpleging, terwijl ze nu al nauwelijks toereikend zijn om de kostprijs goed te maken. Door de invoering van een gemiddeld tarief dreigt de situatie verder te verslechteren zonder dat er voordelen tegenover staan. Het leidt niet tot daling van de administratieve lasten, want de toezichthouders blijven dezelfde rapportages eisen. Het vereist bovendien opnieuw forse investeringen om de ict aan te passen aan de nieuwe zorgpraktijk. En dat terwijl de zorginkoop voor 2017 al gestart is.
Afzien van gemiddeld tarief
Daarom onze dringende oproep aan de staatssecretaris om af te zien van het op deze wijze en in dit tijdsbestek invoeren van een gemiddeld tarief voor de wijkverpleging. De zorgorganisaties en zorgverzekeraars lopen al op hun tandvlees door de vele veranderingen. Nieuwe aanpassingen kunnen tot een burn-out van de sector leiden. Neem de rust en de tijd om de opgaven en vraagstukken ten aanzien van de wijkverpleging zorgvuldig te overdenken, alvorens de uitvoerende partijen ermee te belasten. De zorgorganisaties, verzekeraars, zorgprofessionals en de klanten zullen u dankbaar zijn.
Rob van Dam, voorzitter raad van bestuur Careyn
Weet de Nederlander inmiddels dat 30% van de zorg sinds de marktwerking, 2005, gaat naar NIET HANDEN aan de patienten? Weet de Nederlander dat er dus zo"n 30 miljard per jaar eigenlijk arbeidsvoorzieningsplaatsen zijn ,zeg een soort Melkertbanen? Wanneer gat de VVD toegeven dat de marktwerking 30 miljard spendeert aan deze vorm van arbeidsvoorziening op kosten van de zorg? Wijkverpleging zo belangrijk zeker bij de afbraak van intra murale zorg. En maar weer regels erbij. Wie verdiend daar geld aan?
Sinds Brinkman/Dees weten we dat die gasten op het ministerie niet te vertrouwen zijn.