Zo problematisch als het altijd wordt voorgesteld, is die vergrijzing niet. Van Wissen had ook een positieve boodschap: “We worden eigenlijk jonger”. Omdat we met z’n allen steeds ouder worden, veel fitter en gezonder zijn en omdat onze levensverwachting elk jaar met drie maanden stijgt. De samenleving, de beleidsmakers én wijzelf moeten, aldus Van Wissen, “ons beeld van ouderen daarop aanpassen”.
Moet kunnen
Dus: langer werken, langer zelfstandig, langer eigen regie. De cijfers zeggen dat het moet kunnen. Maar er komt ook een ander element uit de vergrijzingcijfers. Het aantal chronische ziekten is toegenomen, vooral onder vrouwen. Een er is een forse stijging waarneembaar van het aantal eenpersoonshuishoudens boven 65 jaar. Dat betekent twee dingen: voor een groot aantal mensen valt de mantelzorg door de partner weg. En meer mensen leven langer met een chronische ziekte.
Woningen
Conclusie: er zijn meer aangepaste woningen voor ouderen nodig, waarin zij langer zelfstandig kunnen wonen. Dat was op het congres, waar mensen uit de gemeenten en van woningcorporaties bijeen waren, geen probleem maar een uitdaging. Zeker voor de ook aanwezige bouwbedrijven: “Ondernemers worden blij van de stijgende grafieken van ouderen: het biedt kansen”, verklapte een adviseur in maatschappelijk vastgoed. Een nieuwe markt kan worden aangeboord. Zeker met de aankomende generatie meer vermogende ouderen, die veel voorzieningen zelf kunnen betalen. Maar wat gebeurt er met de financieel – en vaak ook sociaal – zwakkere ouderen? Daar moet de overheid zich met name op richten. Woningcorporaties en gemeenten moeten samenwerken om voor deze groep woonmogelijkheden en zorgfaciliteiten te bieden. Een nieuw klasseverschil dient zich aan. Onder ouderen. (Zorgvisie – Carolien Stam)