Het zwaartepunt van de coronacrisis lijkt (voorlopig) achter ons te liggen, maar voor sommige zorginstellingen dreunen de gevolgen nog na. Daarbij worden ook zorginstellingen geconfronteerd met stijgende energieprijzen en inflatie. En de bekende uitdagingen als de toenemende zorgvraag door vergrijzing, personeelstekorten en de betaalbaarheid van de zorg zijn niet verdwenen. Recent verschenen meerdere berichten dat zorginstellingen, waaronder ziekenhuizen, te maken hebben met financiële problemen. Het verleden heeft aangetoond dat faillissementen van ziekenhuizen een forse maatschappelijke impact hebben. Denk aan het faillissement van het Ruwaard van Puttenziekenhuis in 2013 en de faillissementen van het MC Slotervaartziekenhuis en de MC IJsselmeerziekenhuizen in 2018. Gelukkig kan de nieuwe herstructureringswet WHOA ook zorginstellingen met (dreigende) financiële problemen redden, zodat faillissementen in de zorg worden voorkomen.
Herstructurering schulden
De Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) kan vanaf 1 januari 2021 onder andere worden toegepast op ondernemingen die vanwege een te zware schuldenlast bankroet dreigen te gaan. De WHOA voorziet in een regeling op basis waarvan de rechtbank kan overgaan tot goedkeuring (homologatie) van een akkoord over de herstructurering van de schulden van een onderneming. Een goedgekeurd akkoord kan aan onredelijk tegenstribbelende schuldeisers worden opgelegd. Het wordt daarom ook wel een dwangakkoord genoemd. De mogelijkheid van een dwangakkoord dient als een ‘stok achter de deur’ met als doel het reorganiserend vermogen van ondernemingen buiten surseance en faillissement te versterken. Het kan voorkomen dat een kleine groep van schuldeisers of aandeelhouders de belangen van andere betrokken partijen schaadt door een herstructurering tegen te houden.
Toepassing WHOA in de zorg
De gezondheidszorg heeft bijzondere kenmerken in vergelijking met andere sectoren die de toepassing van de WHOA beïnvloeden. De belangrijkste is dat zorgverzekeraars een wettelijke zorgplicht hebben om doorlopend zorg te leveren aan patiënten binnen een redelijke tijd en afstand. Wat is de positie van de zorgverzekeraars in een WHOA? En hoe kan een zorginstelling tijdens een akkoordtraject onder de WHOA omgaan met de potentieel conflicterende rollen van de zorgverzekeraar(s), die zowel klant als structurele financier van de zorginstelling kunnen zijn.
Een theoretische retrospectieve toepassing van de WHOA op Het Ruwaard van Putten ziekenhuis laat zien dat de WHOA ook toegepast kan worden in de Nederlandse gereguleerde gezondheidszorg. Zo verwachten we dat – afhankelijk van de omstandigheden – een zorgverzekeraar een sterke onderhandelingspositie (hold-out positie) kan hebben in een WHOA-traject. De mate van de hold-out positie is onder meer afhankelijk van de beschikbaarheid van alternatieve zorgaanbieders in de regio ter invulling van de zorgplicht. Indien de zorgverzekeraar de zorginstelling niet nodig heeft voor het voldoen aan haar zorgplicht wordt de hold-out positie versterkt.
Besluitvorming banken
In het geval van een hold-out positie van de verzekeraar zal de ‘pijn’ van de herstructurering eerder bij andere financiers, zoals banken, komen te liggen. Naar verwachting zullen de banken zich in toenemende mate bewust worden dat een of meerdere zorgverzekeraars een hold-out positie kunnen uitoefenen in een WHOA-traject. De implicaties van de WHOA zullen daarom hoogstwaarschijnlijk onderdeel worden van de overwegingen en besluitvorming van banken bij het verstrekken van financiering aan zorginstellingen.
Kans op herstel
De praktijk zal moeten uitwijzen hoe een en ander zich uitkristalliseert. Eén ding is zeker, de WHOA kwam voor verschillende zorginstellingen te laat. Hopelijk biedt het andere noodlijdende zorginstellingen in de sector een weg naar herstel. Wat ons betreft verhoogt de WHOA in ieder geval de kans hierop. Kennis van de WHOA en tijdig in actie komen is dan uiteraard wel van belang.
Koos Beke, Erik in ’t Groen en Eva Kool zijn werkzaam als financieel adviseur bij de herstructureringspraktijk van PwC en Martijn Vermeeren en Ruud Brunninkhuis zijn werkzaam als advocaat herstructurering en insolventie bij BUREN