Dit is een voorbeeld uit de dagelijkse praktijk in de Nederlandse ziekenhuizen. Schotten en lacunes in het huidige zorgaanbod voor herstel en revalidatie bemoeilijken de doorplaatsing van patiënten. Het ziekenhuis ontwikkelt zich steeds meer tot een interventiecentrum voor diagnostiek en behandeling. Zodra de interventie gedaan is, is ontslag naar huis danwel aanvullende zorg voor herstel en revalidatie geïndiceerd. In de praktijk is dat niet eenvoudig gezien de schotten die er bestaan tussen bijvoorbeeld eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatie en medisch specialistische revalidatie.
De oorsprong van de revalidatiezorg
In de tweede helft van de 20e eeuw ontstond er in Nederland een gericht aanbod voor klinische revalidatie. Vanuit woonvormen voor meervoudig gehandicapte kinderen, sanatoria, de verpleeghuizen en centra waar oorlogsslachtoffers konden oefenen ontstonden verschillende initiatieven voor revalidatie. Dit heeft zich doorontwikkeld tot enerzijds instellingen waar medisch-specialistische revalidatie (MSR) geboden wordt onder leiding van revalidatieartsen met financiering vanuit de zorgverzekeringswet en anderzijds tot instellingen voor ouderenzorg waar voor een deel van de populatie revalidatie geboden wordt onder leiding van een specialist ouderengeneeskunde. Deze revalidatie in de ouderenzorg werd aanvankelijk gefinancierd vanuit de AWBZ/Wlz totdat ongeveer tien jaar geleden de Geriatrische Revalidatie (GR) werd ingesteld met financiering vanuit de zorgverzekeringswet.
Daarmee wordt in Nederland revalidatie in de tweedelijn via MSR en GRZ via verschillende dbc-systemen grotendeels vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) gefinancierd. Daarnaast voor een klein deel vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) via een ZZP-9b pakket, voor laag intensieve revalidatie voor mensen die van intramurale zorg afhankelijk blijven.
Verschillende typen revalidatiezorg
Revalidatieartsen bieden klinische MSR in revalidatiecentra en poliklinische revalidatie in ziekenhuizen en revalidatiecentra. MSR richt zich in principe op patiënten van alle leeftijden indien de belastbaarheid dit toelaat. De MSR onderscheidt zich door een hogere intensiteit en resultaatgerichtheid van de behandeling, stimuleren van regie over eigen proces en leven en een heel breed pallet aan specialistische interventies. De complexiteit en expertise van de MSR ligt op de behandeldoelen op het gebied van activiteiten en participatie, inclusief arbeid.
Specialisten ouderengeneeskunde bieden in verpleeghuizen geriatrische revalidatie (GR) en revalidatie op een ZZP-9b-indicatie. De geriatrische revalidatie richt zich op kwetsbare ouderen met co-morbiditeit die in het ziekenhuis een medisch-specialistische behandeling hebben ondergaan, maar nog niet in staat zijn terug te keren naar huis en revalidatie nodig hebben. De complexiteit en expertise in de GRZ zit vooral in de combinatie van fysieke, mentale en/of sociale kwetsbaarheid (frail elderly) en/of aanwezige co-morbiditeit.
Triage
Triage voor revalidatie vindt plaats in het ziekenhuis. In 2021 werd een landelijke enquête uitgezet onder 36 specialisten ouderengeneeskunde en 61 revalidatieartsen over de indicatiestelling bij mensen met NAH voor klinische revalidatie. De resultaten laten zien dat de triage omslachtig verloopt, de triagecriteria niet altijd helder zijn en het opnamebeleid van instellingen wispelturig is op basis van allerlei onderliggende belemmeringen en risico’s. Ook past een groot aantal patiënten niet in het systeem van of GRZ of MSR en hebben zij eigenlijk andere zorg of een samengesteld zorgpad nodig. Hierdoor liggen mensen te lang in het ziekenhuis, gaat veel energie en tijd verloren in het aanmeldings- en overplaatsingsproces en krijgen mensen niet de juiste zorg op het juiste moment en de juiste plek (Van Erp, Visser – Meily, Lindhout en Meijer, Medisch Contact sept 2022).
Kortom, bestaande barrières in zorgverlening, financiering en informatiesystemen resulteren in inefficiënte patiëntovergangen, vertraagde zorg, inefficiënt gebruik van faciliteiten en een gebrek aan expertise-uitwisseling tussen organisaties. De rigide categorisatie in MSR- of GR-trajecten sluit niet aan op de complexe behoeften van alle patiënten, met suboptimale resultaten als gevolg.
Naar een patiëntgerichte zorg
Het is tijd voor een nieuwe vorm van integrale revalidatie vanuit complexiteit van de revalidatievraag, medische complexiteit en vereiste behandelintensiteit.
De benodigde revalidatiezorg kan worden ontschot, er vindt een drempelloze en snelle overdracht plaats en de expertise van de verschillende organisaties en hun professionals is beschikbaar. Maatwerk is mogelijk middels combinaties van expertises in de behandeling en nieuwe zorgconcepten zoals bijvoorbeeld verlengde triage en uitgestelde revalidatie.
Aansluiting
Daarnaast willen we beter aansluiten op het ziekenhuis. Het ziekenhuis ontwikkelt zich steeds meer tot een interventiecentrum, direct ontslag naar huis is niet altijd mogelijk. De benodigde zorg kan in een vvt-organisatie en/of revalidatiecentrum geboden worden.
Vvt/GRZ-organisaties en het revalidatiecentrum gaan samenwerken en vormen een Centrum voor Herstel en Revalidatie (huidig ELV, GR en MSR aanbod) en sluiten direct aan op het ziekenhuis.
Uiteraard hoeft niet alle revalidatie- en herstelzorg gecentraliseerd te worden. De partners behouden hun externe locaties en plaatsen daar patiënten bij wie direct duidelijk is dat ze daar goed behandeld en verzorgd kunnen worden.
Hoe gaan we daar komen
De overgang naar een Centrum voor Herstel en Revalidatie kan verschillende vormen en fases aannemen, met als meest ultieme doel een integrale faciliteit naast het ziekenhuis te hebben.
Voor deze regionale samenwerking tussen revalidatiecentra, ouderenzorginstellingen en ziekenhuizen is op korte termijn experimenteerruimte nodig. Uiteindelijk vraagt het een stelselherziening danwel sectoroverstijgende financiering om deze patiëntgerichte zorg voor herstel en revalidatie, in aansluiting op het ziekenhuis als interventiecentrum, mogelijk te maken.
Tijd om krachten te bundelen, de juiste zorg op de juiste plek te bieden en patiëntgericht te gaan werken!
Door Jan-Willem Meijer, revalidatiearts RC Tolbrug/Jeroen Bosch Ziekenhuis en adviseur
Helemaal met je eens Jan Willem. Het is te hopen dat ZN, NZA en VWS deze verandering ondersteunen en niet vast houden aan het oude denken in oude schotten en hokjes. Je zou denken dat in dit IZA tijdperk dit functionele denken snel wordt opgepakt. Bij een eenduidige financiering van het “herstel- en revalidatiezorg continuum” kan regionaal een optimale organisatie worden geregeld met goed gebruik van dure infrastructuur en schaarse menskracht. En dat is dan in termen van IZA een impactvolle transitie.