Door schandalen in bestuur en toezicht van een aantal (doorgaans grote) maatschappelijke organisaties, blijven we in de goverance gevangen in ‘control’. De politieke en maatschappelijke druk op toezichthouders neemt toe en daarmee ook het ongemak bij de toezichthouders. Niemand zegt te wachten op meer externe regels maar de interne toezichtdruk lijkt autonoom toe te nemen. Teksten aan de toezichttafel als ‘wij worden er ook op aangesproken’, ‘aansprakelijkheid’ of ‘wij zijn ook verantwoordelijk’ worden vaker gebezigd. Er dreigt een nieuwe vorm van bestuurlijke drukte te ontstaan: een uitdijend rapportage-circus richting raad van toezicht met meer werk van ‘onder naar ‘boven’. En dus meer ‘hiërarchisering’ en ‘verticalisering’? Maar wat is er maatschappelijk aan de hand? Een beweging die de andere kant op gaat. Ik zie drie bewegingen die uiteraard samenhangen.
Civil society
Ten eerste de ontwikkeling van verzorgingsstaat (zorg als recht), via marktwerking (zorg als dienst) naar ‘civil society’ (zorg als ondersteuning). We staan nog maar aan het begin van de beweging om onze cliënten en patiënten als (bijzondere) burgers te zien. Zij hebben veel meer mogelijkheden dan we denken. De muren van de monomane zorginstelling brokkelen af. De zorginstelling verdwijnt en wordt een ondersteuningsnetwerk voor ‘gewoon’ (of bijzonder) leven. De toekomstige zorgorganisatie is verweven met een web van samenwerkingsrelaties op het gebied van wonen, zorg en welzijn of cure, care en comfort. Verantwoordelijkheden zijn horizontaal gespreid. Ieder is ‘een onlosmakelijk deeltje’ in een groter geheel, een netwerk. Dat leidt tot nieuwe vormen van (netwerk)governance die op gespannen voet staan met het huidige systeem met die enig verantwoordelijke ‘opper-bestuurder’ of ‘opper-toezichthouder’.
Ten tweede maken zorginstellingen een ontwikkeling door naar organisaties waar de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie liggen, in ‘zelfsturende’ units (decentralisatie, dehiërarchisering). Leidt snoeien (bezuinigen) dan toch tot bloeien (ruimte geven)?
Ten derde ontstaan ‘buiten’ deze zorgorganisaties vele vormen van zorgondernemerschap van onderop: zorgcoöperaties van burgers, zorgondernemers met eigen kleinschalige initiatieven, buurtnetwerken, franchiseformules et cetera. Wat betekent dit voor u als toezichthouder van de zorgorganisatie?
Meta-toezicht
De kunst is om in het toezicht ruimte te geven aan geschetste ontwikkelingen. Misschien verschuift uw rol als toezichthouder wel meer naar meta-toezicht. Dat betekent dat u niet steeds meer en meer over van alles en nog wat geïnformeerd wordt (‘van beneden naar boven’) maar dat u in de organisatie en in het maatschappelijk netwerk bevordert dat een gezond ‘systeem’ van checks and balances wordt geïncorporeerd. Een soort van geïnternaliseerde of gehorizontaliseerde governance.
Dat kan ook betekenen dat minder op papier wordt gerapporteerd en dat u zich wat vrijer beweegt in de organisatie om als ‘onafhankelijke man of vrouw’ te zien hoe de organisatie dat zelf organiseert. Als een ‘bewaker’ in de betekenis van ‘hoeder’ of ‘beschermer’.
En dat is niet toezicht ‘op afstand’ zetten, maar nabij komen in een hele andere rol dan de bestuurder aan wie de mooie rol van bezieler is toebedacht.
Theo Schraven is partner Governance University Advisory
Zou Schraven het lef hebben om hierop te reageren. Nee, dan hebben we dus gelijk met onze nog milde reacties.
Weer een verlies aan salaris in de zorg waar we helemaal maar dan ook helemaal NIKS aan hebben.
Kun je nagaan hoe zo’n Governance University Advisory in elkaar zit.
Hoogstwaarschijnlijk zijn alle duurbetaalde leden met dezelfde nutteloosheid besmet.
De zorg ten voeten uit.
Ook van die club hoeft de patient HELAAS niets te verwachten. Wat een land!!!