Solidariteit, toegankelijkheid en kwaliteit werden destijds beschouwd als de parels van de nieuwe Zorgverzekeringswet. De wettelijke verankering van solidariteit tussen ziek en gezond, tussen oud en jong en tussen rijk en arm was op dat moment een belangrijke verbetering ten opzichte van het oude ziekenfondssysteem. Zorgverzekeraars kregen een zorgplicht waardoor burgers van Nederland, ongeacht hun persoonlijke situatie, konden rekenen op toegang tot zorg. En marktwerking tussen zorgverzekeraars onderling en tussen zorgaanbieders onderling garandeerde een voortdurend streven naar doelmatigheid en kwaliteit van zorg. Het was een geniale wet, vonden we toen, want de markt zou zorgen voor een beheersbare premie en hoge kwaliteit terwijl niemand buiten de boot zou hoeven te vallen.
En, eerlijk is eerlijk, zo heeft ons zorgstelsel zich ook ontwikkeld de afgelopen twee decennia. De premie is redelijk beheersbaar gebleven en alle burgers hebben nog steeds een acceptabele toegangstijd tot de zorg. Bij ons geen Engelse toestanden! Tot dusver, want ze liggen wel degelijk op de loer. De “game-changer” heet schaarste. Demografische ontwikkelingen zetten sinds enige tijd ons zorgstelsel onder hoge druk. Een door vergrijzing snel toenemende zorgvraag is steeds lastiger op te vangen door het aanbod van zorgverleners wat op zijn best ongeveer constant blijft. Tussen nu en 2040 zal deze kloof tussen een toenemende zorgvraag en een beperkte capaciteit nog veel groter worden en ons voor fikse uitdagingen stellen. De harde realiteit is dat we pas aan het begin staan van een heel groot en snel groeiend maatschappelijk vraagstuk dat na de klimaatcrisis kwalificeert als een majeure bedreiging voor onze samenleving.
Daar begint onze zorgverzekeringswet te knellen. Want onder grote schaarste werkt een markt niet meer goed. En dat zien we nu al gebeuren. Een zorgverzekeraar die onlangs in het NOS-journaal verklaarde de zorgplicht niet meer te kunnen garanderen, is een eerste niet onbelangrijk symptoom van die ontwikkeling. Maar er worden meer fundamentele veranderingen zichtbaar. Zo wordt het steeds duidelijker dat de schaarste aan zorgverleners intensieve samenwerking tussen hen noodzakelijk maakt om vitale voorzieningen in een regio te kunnen blijven garanderen. Bijvoorbeeld om de acute zorg voor ouderen te organiseren of om noodzakelijke capaciteitsafspraken te maken tussen aanbieders van wijkverpleging in grote flatgebouwen. Maar samenwerking botst al snel met mededingingswetgeving of met het principe in de zorgverzekeringswet dat stelt dat zorg alleen kan worden vergoed op het niveau van de individuele verzekerde, niet op het niveau van een voorziening in een regio. Het inkopen van een samenwerkingsverband door acht verschillende met elkaar concurrerende zorgverzekeraars is al helemaal een mijl op zeven. Marktwerking tussen verzekeraars onderling en tussen aanbieders onderling belet eerder goede oplossingen voor de schaarste dan dat ze deze bevorderen.
Ook voor zorgverzekeraars zelf is de toenemende schaarste van zorg een uitdaging. Het is eigenlijk onmogelijk om een aanbieder – zeker als het een grote partij als een ziekenhuis, een ouderenorganisatie of een ggz-instelling betreft – niet te contracteren. De zorgplicht die zorgverzekeraars hebben dwingt hen immers om onder deze omstandigheden al het mogelijke te doen om zorg voor hun verzekerden in te kopen. De onderhandelingspositie van inkopende verzekeraars verslechtert dus in tijden van schaarste. Stijgende premies en acceptatie van kwalitatief mindere zorg liggen op de loer. Daar komt nog bij dat het zogenoemde hinderpaalcriterium uit de zorgverzekeringswet de verzekeraar dwingt om ook zorg die geleverd wordt door niet gecontracteerde zorgaanbieders te vergoeden. In tijden van schaarste treden veel kleine ondernemers toe tot de zorg en velen van hen werken zonder contract. Zij leveren zorg die meestal minder doelmatig is en soms van kwestieuze kwaliteit.
Kortom, de zorgverzekeringswet levert niet meer wat we twee decennia geleden beoogden. In tijden van overvloed ging het goed maar nu de schaarste structureel is doet de markt zijn werk niet meer. Met name waar het gaat om het waarborgen van de toegankelijkheid en een goede kwaliteit. Een lastige conclusie voor bestuurders van zorgverzekeraars die zijn opgegroeid in het paradigma van de markt. Lastig is het ook voor politici en ambtenaren die willen blijven vertrouwen op de regierol van met elkaar concurrerende zorgverzekeraars. De langzamerhand in crisisstand verkerende Nederlandse gezondheidszorg vraagt om een nieuwe rolverdeling. In ieder geval voor essentiële voorzieningen in een regio die onder de toenemende schaarste dreigen teloor te gaan. Samenwerking in plaats van marktwerking is dan de enige oplossing. Eėn instantie per regio die de bekostiging daarvan voor haar rekening neemt is voor de komende uitdagende jaren de vermoedelijk meest efficiënte oplossing.
In tijden van schaarste kan selectieve zorginkoop op zich nog wel steeds werken, alleen zullen dan de prijzen stijgen. Met als gevolg dat de zorgpremies hetzelfde gaan doen, en hopelijk als gevolg dat de schaarste afneemt.
Maar dat laatste zal grotendeels ijdele hoop blijken te zijn, want men wil nog steeds voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. En dat gaat niet met een vergrijzende bevolking — de zorgkosten stijgen exponentieel met de leeftijd.
Nu vind ik de concurrentie tussen zorgverzekeraars grotendeels nutteloos, reden waarom ik voorstander ben van een single, publieke zorgverzekeraar. Maar die zou m.i. wel aan selectieve zorginkoop moeten blijven doen, gebaseerd op een behoorlijk kwaliteitsassessment.
De zorgkostenstijging als gevolg van de vergrijzing moeten we deels voor lief nemen en deels bestrijden door een behoorlijk preventiebeleid. Dan denk ik vooral aan een goed voedings- en beweegpatroon. Verder zou de selectieve zorginkoop vooral ook goed moeten letten op dure behandelingen: staat hun prijs in verhouding tot de gezondheidswinst?
Deze onderwerpen en meer beschrijf ik op https://gezondezorg.org.
De oplossingen die de auteur aandraagt zijn niet meer dan een doekje voor het bloeden.
Ik ben het volledig met hem eens dat ons zorgstelsel op zijn laatste “markt” benen loopt. Waar ik volledig in mening over verschil is in de oplossing van de auteur en ook die van het IZA.
Een oplossing zien in het ontbreken van een level playing field in de zorgmarkt lijkt mij een utopie.
De aangedragen oplossing is; door zorgverleners regionaal te gaan organiseren om zo ook van de zorgaanbieders een marktmacht te maken.
In de basis een leuk idee, echter betekend dat in de uitwerking dat er nog een extra managment layer in het systeem wordt geschoven. Dit kost weer extra geld, extra managers en overleg structuren. Niet gewenst in een markt die al overbemand is met managers , een tekort aan zorgaanbieders kent en waar er structureel te weinig geld is.
Slecht idee dus.
Mijn voorstel zou zijn om te stoppen met symptoom bestrijding. De zorgmarkt heeft evenals ieder (strategisch) plan een houdbaarheidsdatum. Hoe langer een systeem bestaat des te meer regels en controle s worden toegevoegd. Dit neo-liberale systeem welke aanvankelijk goed werkte is verworden tot een “juvenalis dilemma” . Vrij vertaald staat dit voor: “ wie controleert de controleur”. Een systeem opgebouwd op wantrouwen….
Stop daarmee
Ziekenfonds 2.0
Ja terug naar een systeem van collectiviteit en solidariteit waarin de patiënten en zorgaanbieders de as vormen. Een systeem dat uitgaat van vertrouwen en waarin de overheid weer een leidende rol heeft. Het ziekenfonds faciliteert dit proces, niet meer dan dat.
Door al de checks & balances uit het systeem te halen en patiënten dossiers alleen nog te voorzien van informatie welke voor de continuïteit van de behandeling nodig is .
De zorgverlener in control met minimale administratieve lasten scheelt 25% van de zorgkosten. Dat geeft ruimte om meer patiënt gebonden uren uit te laten voeren.
Gaat dat eeuwig goed?
Nee natuurlijk is het ziekenfonds 2.0 geen zaligmakend systeem, Helaas zal ook op den duur dat systeem weer vastlopen in regelgeving en controles. maar het is een betere optie voor de zorg voor de komende 15 jaar ipv het huidige doodzieke marktzorg systeem nog langer in zijn lijden te laten voort modderen
Wat is daar voor nodig?
Politici mat lef en bestuurders die niet vast op hun pluche zitten maar de gezondheid van de patiënt weer als prioriteit zien.
Mochten die er niet zijn dan zal uiteindelijk het nederlandse volk in het stemhokje zijn keuze gaan maken voor een andere politiek. Dat laatste zal nog wel even duren want met alle reclame fabels van de zorgverzekeraars en hun budget polissen wordt het volk nog dom gehouden. De vraag is wel….. hoe lang nog
Henk helemaal met jou eens!!
Een zorgstelsel wat gericht is op marktwerking , curatief en op een basis van vaste protocollen. Is onbetaalbaar, zinloos en is als het paard achter de wagen spannen.
Pim Fortuin heeft dit 20 jaar geleden al voorspeld echter onze linkse regering heeft door privatisering van de zorg hun belangrijke poppetjes op cruciale sleutel posities kunnen zetten. Naast de politieke macht nu ook de economische macht. Slim schaakmat spel.
Inmiddels zitten de burgers met een ziek zorgstelsel.
Waarin linkse directeuren vette salarissen opstrijken en abnormale hoge bonussen . Dit over de ruggen van het onderbetaalde zorgpersoneel. Die keihard moeten werken , vaak voor 1,5 tot 2 fte en krijgen voor 1 fte betaald (moderne slavernij)
Gevolg is dat niemand meer in de zorg wil werken. Vreemd hé.
De huidige protocollen die werkzaam zijn voor 60% van de patiënten maken dat 40% zieker en zieker worden wat een extra belasting geeft op de zorg.
Het nemen van verantwoordelijkheid door een arts van het protocol wordt door de zorgverzekeraar niet gewaardeerd en vergoed dus mensen worden dan maar zieker en de kosten hoger.
Dat het anders kan en simpeler, effectiever , preventieve, laten onze Oostenrijkse vrienden als voorbeeld zien.
Om de 2 jaar betaald naar een kuuroord 2 weken. Geheel bloedonderzoek, adviezen op leefstijl , allerlei workshops om mentaal en fysiek te verbeteren. Het stimuleren van de zelfzorg, maakt dat onze zorgkosten drastisch zullen dalen. Betaald de directeuren veel en veel minder verdeel dit onder het zorgpersoneel stop met het vasthouden aan protocollen als er geen verbetering in herstel komt en stem af op de persoon
We moeten leren van de landen om ons heen!
En idd je kan niet iedereen in een protocolletje proppen! Elke patiënt is een individu!
Medicatie moet worden afgestemd op het DNA van de patient, daar zijn al onderzoeken naar!
Zo moet dat in de hele zorg! En weg met al die managers lagen die op elkaar gestapeld worden. Geen marktwerking meer, stoppen met onzinnige administratieve rompslomp.
Laat een zorverlener vooral zorgverlenen!
6y onze
De ZVW heeft ons denk ik veel gebracht, ook als ik kijk naar onze omringende landen. Het verschil tussen particulier en ziekenfonds is al genoemd. Minstens net zo belangrijk is het opheffen van de standaardpakketpolis, voor diegenen die dat nog weten. Mensen die behoorlijk ziek waren (en niet in het ziekenfonds zaten) moesten een veel hogere premie betalen. Wat niet echt gelukt is, is het inkopen op kwaliteit en dat patienten echt kunnen kiezen waar ze graag de graag de zorg willen hebben. Gedeeltelijk is dat schaarste, tegelijkertijd zijn ook de belangen groot. Beiden hebben groet invloed. Voor de toekomst zou ik het eerder zoeken in achterstallig onderhoud van de ZVW, dan in een heel nieuw stelsel. Wat krijg je ervoor terug? Als ik als patient verplicht de zorg af moet nemen in de regio, wat betekent dat dan? Hoe zorgen we dat die regio’s zichzelf blijven innoveren? Het buitenland laat zien dat het bijsturen van een regio zeer lastig is. En moeten we niet veel eerder denken in digitale zorg waarmee je zorg over die regio-grenzen kan leveren? Of arbeidsbesparende zorg? Misschien wel de toekomst, maar wel lastig om daar energie op te krijgen als je het allemaal goed voor elkaar hebt in een regio. Misschien eens een boompje over opzetten?
Ik was er net als Jeroen ook bij toen de Zorgverzekeringswet in 2006 werd ingevoerd. Hij noemt het in zijn bijdrage niet, maar het afschaffen van het verschil tussen particulier en ziekenfondsverzekering was zeker zo belangrijk. Niet alleen kwam daarmee een einde aan de volledig uit de hand gelopen (gebrek aan) premiesolidariteit onder verzekerden: er verdween ook een archaïsche ordening binnen ons sociale verzekeringsstelsel dat vooral veel overbodige administratieve rompslomp opleverde. Naar die tijd moeten we zeker niet meer terug!
Los daarvan steun ik zijn pleidooi om te onderzoeken of we de rolverdeling niet moeten aanpassen. Simpeler vooral, efficiënter en meer gericht op een langere termijn aanpak. En met een betere (markt)positie voor de zorgconsumenten, de échte klanten in de zorg. Om te beginnen maar eens kijken of we het jaarlijks inkoopritueel van zorginkoop niet kunnen inruilen voor afspraken die een termijn van 5 tot 10 jaar beslaan. Dat brengt niet alleen rust, maar zal ons helpen om te focussen op de zaken waar het echt om gaat: beschikbaarheid en toegankelijkheid van de zorg!
Beste Hans,
Dit gebrek aan premie solidariteit zien we in het huidige stelsel van Aanvullende Verzekeringen ontstaan waardoor deze steeds duurder worden of zorgaanbieders uitgeknepen om het betaalbaar te houden voor ZV en premiebetaler.
In Jeroen z’n voorstel zou je dit aspect mee kunnen nemen.
Ik ben het grotendeels eens met de schrijver. Ik deel echter niet zijn mening dat het stelsel in het begin wel heeft gewerkt. De kosten rezen al snel uit de pan waardoor een budgetplafond moest worden ingesteld. Marktwerking zorgt op individueel niveau voor ‘value for money’ maar niet op het collectieve niveau. De vraag is dus wanneer we het gaan hebben over de roze olifant in de kamer en gaan we het hebben over een herziening van het stelsel.
Goed artikel. Enkel de zin over ongecontracteerden is jammer genoeg volstrekt niet onderbouwd en daarmee uit de lucht gegrepen: ‘Zij leveren zorg die meestal minder doelmatig is en soms van kwestieuze kwaliteit.’
Jammer dat hier niet wat neutraler naar gekeken kan worden deze vertegenwoordiger van een gecontracteerde partij (wellicht werken gecontracteerde partijen juist wel minder doelmatig met hogere prijzen en desondanks verliezen en zijn zij daardoor onderdeel van het genoemde probleem)?
We zullen met zijn allen meer zorg moeten leveren tegen minder geld om de toekomst het hoofd te bieden m.i. Dat lijkt me ook een goed streven, want dat kan m.i. best.
Ik (n) durf de stelling wel aan dat de meeste gecontracteerden van goede wil zijn en vakbekwaam. Maar ook dat het gros van die vele (duizenden?) partijen onvoldoende in staat zijn om hun aanbod duurzaam te organiseren en transparant te presenteren. En dan zit er natuurlijk ook nog altijd kaf tussen het koren met weinig marktconforme tarieven. Maar n=1, hoewel gebaseerd op mijn vele gesprekken met zorg-ZZPers die zelfstandig een HKZ-keurmerk voor kleine organisaties overwogen.