De voltallige Kamer, met uitzondering van D66, stemde op 4 juni voor een motie van NSC-Kamerlid Agnes Joseph. Geen verplichte registratie cliëntprofielen per 2025. Eerst is er nader onderzoek nodig naar mogelijk negatieve effecten op de arbeidsmarkt en administratieve lastendruk.
Minister Helder haalt bakzeil
Vorige week kreeg het conflict over de cliëntprofielen in de wijkverpleging al een dramatische ontknoping. In het tweeminutendebat in de Tweede Kamer op 29 mei haalde demissionair minister Conny Helder onverwacht bakzeil. Ze had haar ogen geopend voor de groeiende weerstand in het veld. Ook de nieuwe politieke realiteit zorgde wellicht voor een terugtrekkende beweging om verdere reputatieschade te voorkomen.
Minister Fleur Agema van VWS?
Achter de schermen heeft het behoorlijk geknetterd in politiek Den Haag, tussen de beoogde coalitiepartijen van het aanstaande rechts-radicale kabinet. Op een gegeven moment lag er zelfs een motie van wantrouwen op tafel tegen Helder omdat ze de Kamer verkeerd had geïnformeerd. Dat Buurtzorg Nederland intensief betrokken was geweest bij de ontwikkeling van cliëntprofielen, zoals ze beweerde, daarvan was volgens Jos de Blok geen sprake. VWS en NZa hebben hem de afgelopen jaren juist stelselmatig buitengesloten. Niet verwonderlijk dat de combinatie PVV-NSC, met de beoogde nieuwe minister van VWS Fleur Agema, aan het langste eind trok. Zo liggen nu de machtsverhoudingen in de Kamer.
Buurtzorg-directeur Jos de Blok
De naam Jos de Blok is gevallen, met reden. Al jaren probeert hij politiek Den Haag en de hele sector duidelijk te maken dat de wijkverpleging met cliëntprofielen een verkeerde afslag neemt. Ze leiden in zijn ogen tot meer bureaucratie en mogelijk dramatische gevolgen voor het tekort aan verpleegkundigen. De inmiddels zestien DKDL-profielen (draagkracht-draaglast) zijn er te veel. Ze zijn te ingewikkeld en sluiten niet goed aan bij het primaire proces. De DKDL-taal staat ver van de werkvloer. Maar tot een inhoudelijk debat met tegenstrevers is het nauwelijks gekomen. Dat is toch wel opmerkelijk.
Uurtje, factuurtje
De oorsprong van de exercitie met cliëntprofielen is ongeveer zes jaar geleden gestart vanuit de wens om af te komen van de bekostiging op basis van prijs maal volume. Weg met p x q, uurtje-factuurtje. Met cliëntprofielen lag een soort zwaarte- of populatiebekostiging in het verschiet.
Aan de hand van een vragenlijst belanden patiënten in een profiel, zoals dementie of revalidatiezorg, met een zorgzwaarte. Op basis van historische data is te voorspellen hoeveel zorg iemand nodig heeft. Dat was de theorie.
Voorspelbaarheid zorgzwaarte
Maar de praktijk is weerbarstig. De voorspelbaarheid van de zorgzwaarte valt zwaar tegen. Die is na vijf jaar experimenteren, ondanks een door de NZa opgestarte wetenschappelijke onderzoekslijn, niet verder gekomen dan 19 procent. Experiment mislukt, zou menig wetenschapper zeggen. Echter, VWS, de NZa en de convenantpartijen wilden juist verder. Met nog meer data, daarom verplichte registratie, zou de voorspelbaarheid verbeteren.
Tunnelvisie en hogesnelheidstrein Fyra
Het hardnekkig vasthouden aan de ingeslagen weg doet denken aan de tunnelvisie rond de blamage met de Italiaanse hogesnelheidstrein Fyra; alweer enige tijd geleden. Het in 2021 afgesloten convenant met oud-minister Hugo de Jonge was heilig. Elke partij had zo zijn eigen overwegingen om doofstom te zijn voor inhoudelijke argumenten die niet in hun straatje pasten.
Eigenbelang
Zorgaanbieders krijgen met cliëntprofielen maximale ondernemersvrijheid. Ze kunnen het volume aan zorg verminderen zonder dat een haan ernaar kraait en zo geld overhouden. Dollartekens vermomt als ‘innovatie’. NZa en verzekeraars kunnen met goede voorspelbaarheid controle over de zorguitgaven krijgen. Dat brancheorganisaties voor patiënten en verpleegkundigen (V&VN) het convenant hebben ondertekend is minder goed te begrijpen. Patiënten raken feitelijk hun recht op zorg kwijt en voor verpleegkundigen staat hun autonomie en beroepsethiek op het spel. De vraag is of ze zich dat destijds wel hebben gerealiseerd.
Cliëntenprofielen-saga
Wat de hele cliëntenprofielen-saga nog wonderlijker maakt is dat van de oorspronkelijke reden niet veel over is. Gezondheidswetenschapper Nicole Koster heeft helder uitgelegd dat de productieprikkel veel minder speelt door de afschaffing van de rol van het CIZ en de invoering van verpleegkundig classificatiesystemen. Bovendien is het met de huidige data al mogelijk zinvolle dingen te zeggen over zorgzwaarte bij groepen patiënten. En dankzij de urenregistratie (eenvoudig, volgens het principe ‘planning = registratie, tenzij’) ook in een taal die verpleegkundigen en verzorgenden begrijpen. Met zorgmomenten (hoe vaak ga je naar iemand toe) en zorgduur (hoe lang ga je ernaartoe). Zet dat eens af tegen de zestien abstracte DKDL-profielen, te veel, in een taal van afkortingen, waarin verpleegkundigen zich niet herkennen.
Uitkomstbekostiging wijkverpleging
Dus samenvattend, je wilt een ingewikkeld systeem invoeren dat niet aantoonbaar iets toevoegt aan wat er al is. De mogelijk negatieve effecten op administratieve lasten, werkplezier en arbeidsmarkt zijn niet grondig onderzocht. Evenmin zijn de effecten op de zorgcontractering en de rechten van patiënten onder de loep genomen. En de trein dendert maar voort.
Het is goed dat de Tweede Kamer aan de handrem trekt. Hopelijk is er na het politieke gevecht, met holle mediacampagnes, bereidheid voor een inhoudelijk debat, waarin ook ruimte is voor andere geluiden, zoals een bekostiging wijkverpleging op basis van uitkomsten.
Twee opmerkingen:
– Die 19 procent slaat op de ‘verklaarde variantie’ van de data. Is een statistisch technisch begrip. En een verklaarde variantie van 19 procent is hoog. Misschien krijg je er met meer onderzoek 1 procent bij, maar voor het doel hier blijft het te laag.
– Wat ik tot nu toe in ieder commentaar over dit en soortgelijke onderwerpen mis is de invloed van ‘perversiteiten’ in de zorg. Die kun je in geen enkele planning opnemen. En het is dan aan betreffende professional(s) te besluiten wat (niet) te doen. Google even ‘beroepseer’ en ‘Hans van der Schaaf’, en lees de analyse ‘Ken je dat land achter de regels, standaarden en protocollen ?’ en maak dit onderwerp als professionals (onderling) bespreekbaar. Het is meer dan tijd !