Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Hoe onbegrepen gedrag verdwijnt als sneeuw voor de zon

Dagelijks omgaan met onbegrepen gedrag (OG) bij ouderen is een zware opgave voor iedereen. Een aantal teams van zeven organisaties deed mee aan het traject ‘OG in de VVT’. Door op observaties van hun eigen dagelijkse praktijk te reflecteren, leren zorgverleners hoe hun eigen gedrag een trigger is voor het gedrag van de bewoner en ontwikkelen zij hun eigen handvatten. Zij leren ook hun eigen praktijkkennis te expliciteren, waardoor de relatie met behandelaren gelijkwaardiger wordt. In de teams is het OG als sneeuw voor de zon verdwenen.
Caring Fizkes Stock Adobe Com
Beeld: Fizkes/Stockadobe.com

Onbegrepen gedrag (OG) van bewoners van verpleeghuizen is voor een deel een reactie op de omgeving. Dit gedrag is te beïnvloeden door die omgeving aan te passen, bijvoorbeeld door de verzorging en begeleiding zo op de bewoner af te stemmen dat het bewuste gedrag afneemt en de kwaliteit van leven toeneemt.

Zorgverleners treden doorgaans niet op de voorgrond als professionals die hun eigen praktijkkennis en ervaring inzetten in de begeleiding van mensen met OG. Voor advies en expertkennis kijken zij naar de behandelaren: psychologen, specialisten ouderengeneeskunde, paramedici. Maar ook die hebben niet zomaar een oplossing voorhanden.

Traject Onbegrepen Gedrag

Zeven organisaties rond Zwolle deden elk met twee teams mee aan het Traject Onbegrepen Gedrag in het Verpleeghuis. Het traject is primair gericht op de zorgverleners. Zij kennen de bewoners vaak het beste. Een effectieve aanpak van onbegrepen gedrag begint met de inzet van de kennis en ervaring die zij in hun dagelijkse werk opdoen. In het traject leren zij hun eigen praktijk te observeren en aan de hand daarvan te onderzoeken hoe ze het onbegrepen gedrag kunnen ombuigen; zij worden onderzoekers van hun eigen praktijk. Deze uitwisseling en analyse van hun kennis en ervaring leidt tot ‘reflexieve professionaliteit’ die in het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg 2017-2022 wordt bepleit.

Observatieverslag

Na drie weken observatie op de eigen afdeling schrijft de zorgverlener een observatieverslag dat vrij van oordeel en commentaar een beeld geeft van de manier van werken van een team. Dit verslag is de basis voor vijf begeleide reflectiebesprekingen in het betreffende team. Hieronder een korte weergave van het verloop van deze sessies in een van de zorgteams:

In het observatieverslag herkent het team zich, maar het opent ook ogen. Een verzorgende zegt: ‘Ik was me er helemaal niet bewust van dat ik krakende schoenen heb en dat dit iets met de bewoners doet.’ Een ander merkt op: ‘Je ziet goed dat ze op jouw stemming reageert. Hoe rustiger je zelf bent, hoe meer rust het haar geeft. Ze heeft behoefte aan stabiliteit en rust; dan vloekt ze ook minder.’

Meer oog voor eigen regie

Door op de observaties van hun eigen dagelijkse praktijk te reflecteren, ontwikkelen teams hun eigen handvatten. In de reflectiebesprekingen komt naar voren dat deze handvatten iets opleveren; verschillende begeleiders geven aan meer oog te hebben voor eigen regie en zelfinitiatief bij de bewoner met onbegrepen gedrag. Zij zijn zich bewust van hun eigen houding en kijken bewust naar dat wat wel kan. Een van hen zegt: ‘We zijn alerter en spelen sneller in op wat hij nodig heeft, dat is geruststellend voor hem.’

De reflecties hebben niet alleen hun weerslag op het gedrag van de bewoner, het team leert er ook van. ‘We praten meer met elkaar, we hebben contact over dat wat we ervaren bij de bewoners. De overdracht gaat beter en veroorzaakt minder onrust. We merken dat we zelf beter in ons vel zitten en we geven elkaar veel meer tops en tips. We leren van de bewoners en van elkaar.’

Gelijkwaardiger relatie

Ook het contact met de psycholoog en de arts loopt beter. Zorgverleners expliciteren hun eigen praktijkkennis, waardoor de relatie met behandelaren gelijkwaardiger wordt. Het team noemt de sessie ‘een luxe bewonersbespreking die via verdiepend onderzoek tot snelle uitkomsten en resultaten leidt.’ En niet alleen leert het team over specifieke gevallen, ook leren ze generaliseren naar andere situaties: ‘Wat we van de twee bewoners met OG leerden, passen we ook toe op de andere bewoners, het gaat gewoon vanzelf.’

Geleerd tijdens het traject

In de vijfde sessie blijkt dat de teams bijna geen OG meer ervaren. Het team vertelt dan aan een ander team wat zij in dit traject geleerd hebben. Dat is onder andere een extra rustpunt in de huiskamer maken, de inrichting afstemmen op de bewoners, het effect van je eigen houding op het gedrag van de bewoner, meer overleg, meer aandacht voor wie iemand was en is, bewoners waarderen, elkaar waarderen, gericht persoonlijke aandacht geven, de afdeling is geen werkplaats maar een woonhuis. Verbinden en contact maken; kleine momenten doen ertoe!

Zij geven ook aan wat zij nodig hebben om zo te kunnen werken. Dat is bijvoorbeeld informatie van de familie en goed luisteren naar wat de bewoner over zichzelf vertelt. Veel aandacht schenken aan en tijd nemen voor hoe iemand binnenkomt. En familieparticipatie vanaf het begin stimuleren.

Meer werkplezier

De organisaties die aan dit traject deelnamen, hebben vergelijkbare ervaringen. Zelfs tijdens de coronatijd wilden de teams tijd vrijmaken voor de reflectiebijeenkomsten. Ook behandelaren zijn betrokken door een eigen reflectiesessie en een sessie samen met het zorgteam. OG verminderde en er was meer werkplezier. Alle organisaties hebben een nieuwe functie in het leven geroepen: de procesbegeleider. Deze is gedurende het traject opgeleid om het traject te borgen en te ontwikkelen bij de andere zorgteams, die inmiddels staan te trappelen.

Door: Myriam Martens, senior consultant/partner bij Q-Consult Zorg, Hans Reinders, emeritus hoogleraar, Lydia Helwig-Nazarowa, voormalig zorgbestuurder, en Annemiek Stoopendaal, onderzoeker/universitair docent aan de Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM).
De auteurs vormen de projectgroep van het traject ‘OG in de VVT’.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.