De aandacht gaat vaak vooral uit naar het softwarepakket en de bijbehorende leverancier. Toch zou niet zozeer de keuze van het pakket en leverancier aan de orde moeten zijn, maar de vraag wat het ziekenhuis beoogt met zo’n substantiële investering. Gaat het alleen om vervanging van verouderde systemen en om digitalisering van papierstromen? Of om ondersteuning van strategische doelstellingen. Laten we er een paar benoemen.
• Efficiency. De balans en de verlies- en winstrekening van veel ziekenhuizen zien er zorgwekkend uit. Processen zijn star, achterhaald en niet transparant. Men is alleen bekend met de overeengekomen tarieven, niet de gecalculeerde kostprijzen van de zorgproducten. Het is noodzaak om een return-on-investment vooraf uit te werken en na invoering te incasseren. Digitalisering in combinatie met procesherontwerp levert echte resultaten op. Kijk maar naar het bedrijfsleven die hun websites inzetten voor de klanten die er hun orders, personalia en interactie met de leverancier kunnen beheren. Met patiëntportalen kan veel meer dan alleen het epd openzetten voor de patiënt.
• Patiënt(klant!)gerichtheid. Veel behandeltrajecten zijn feitelijk standaardprocedures met vastgestelde richtlijnen. Toch presteren veel ziekenhuizen matig qua proces, voorspelbaarheid, communicatie en samenwerking met de patiënt. Invoering van een zis-epd biedt kansen om op deze terreinen grote verbeteringen door te voeren: digitale ondersteuning van zorgpaden, gestroomlijnde informatievoorziening voor zorgteams, doorlooptijdbewaking en performancemonitoring.
• Medische kwaliteit. Een gevoelig – en actueel – onderwerp. Immers, het was altijd onderdeel van de professionele autonomie van de arts. Alleen de burger, klant, patiënt wordt steeds mondiger en kritischer. Tijd om de kritiek om te zetten in een kans en kwaliteit te registreren en te meten. Dan kan stelselmatig gewerkt worden aan verbetering van de behandeling en de uitkomst, samen met de patiënt die feedback geeft en zijn eigen patiënt reported outcome measurement rapporteert.
Hoe kan het wel?
Er is echter een probleem. De bestaande zis-epd-pakketten zijn niet goed in staat om medische kwaliteit te monitoren en inzichtelijk te maken. Hier waren ze ook nooit voor bedoeld. Hun basis is registratie van patiëntgegevens, verrichtingen, consulten, opnames, OK-planningen en dergelijke.
Hoe kan het dan wel? Daartoe dienen we de geregistreerde medische -, zorg- en transactiedata en onderzoeksgegevens te combineren om patronen in uitgevoerde zorgprocessen te analyseren en uitkomsten ten opzichte van diagnostiek en behandeldoelen te vergelijken. Dit is intelligentie die we buiten de zis-epd-doos moeten creëren, met behulp van data-extractie, tools, medisch-informatieanalisten en bovenal kwaliteitsbewuste specialisten, gedreven door ambitie om beter te worden. Van data naar informatie naar kennis naar feedback-loops om zorg en medische uitkomsten stelselmatig te verbeteren. De beste ziekenhuizen registreren niet om achteruit maar vooruit te kijken. Think in and out of the box.
Jan Christiaan Huysman
Gebruiksvriendelijkheidheid en aanpasbaarheid zijn belangrijke erp/epd kenmerken. Tegelijkertijd is dat wat anders dan leren van (data) uit deze systemen al dan niet gecombineerd met aanvullende data. Op die manier kan intelligentie toegevoegd worden en waar nodig interventie plaatsvinden/getriggerd worden. Belangrijke randvoorwaarde is dat de medisch professional hierbij vanuit zijn inhoudelijke kennis, betrokkenheid en verantwoordelijkheid betrokken is, of beter, leiding neemt. Deze voorbeelden zien wij steeds vaker. Uniformering is idd best een uitdaging en geen doel op zich zelf maar blijven leren en verbeteren kan niemand op tegen zijn. In deze context valt het op dat nog weing gebruik gemaakt wordt van de volwassen mogelijkheden om slim met ongestructureerde data (bijv. notities)om te gaan terwijl dit een hele grote bron voor nieuwe inzichten is.
Om van data per instelling naar integrale informatie per patient te komen, is een veel krachtiger platform nodig dan nu gebruikelijk.
Belangrijkste eis daaraan is Duurzame Aanpasbaarheid. Alleen dan kan men een geïntegreerd informatiesysteem evolutionair blijven uitbreiden en veranderen.
Want we zijn nog jaren bezig om telkens de belangrijkste ‘lessons learned’ en ‘low hanging fruits’ in te bouwen en daarbij de steeds sneller beschikbaar komende, herbruikbare goedkope wereldmarkt componenten te benutten (absorberen). Dit is precies de ontwerp filosofie achter Pluriform (A.D. 1990), sinds 2004 ingezet in de Zorg en al die jaren exponentieel groeiend, door te focussen op alle informatie in en rond de basis processen die zorg professionals (gezamenlijk) uitvoeren voor hun cliënten / patiënten. Vanuit die primaire verrichtingen ontstaan (100% controleerbaar!) de mutaties voor Cliënten administratie en Declaraties. Niet eenvoudig, maar wel zo eenvoudig als mogelijk, zoals Albert Einstein ons geleerd heeft. Pluriform Zorg ondersteunt nu de transitie naar decentrale vastlegging en planning, én de eigen rol die de patient (en diens omgeving) moet gaan spelen in het controleren en aanvullen van zijn/haar informatie en in het authoriseren van door hem/haar gewenste professionals.
Is het niet een (helaas niet zeldzame) denkfout dat complexe verrichtingen, – diensten, zo u wilt -, gelijkgesteld kunnen worden met leveren van schroeven? Wil ICT werkelijk ondersteunend zijn voor de zorg dan zal het moeten uitstijgen boven zijn inherente neiging tot uniformering en formattering.
Reeds nu al zien we hoe door verschillende vormen van uniformering, zoals die worden ingegeven door administratieve en controlesystemen, zelfs onder behandelaars het besef verloren gaat dat rigide toepassing van richtlijnen in meer dan 95% (!) van de gevallen eigenlijk een suboptimale behandeling oplevert. Op vergelijkbare wijze lijkt het denken, – voor zover het die naam mag hebben -, van managers bepaald te worden door powerpoint en excel in plaats van omgekeerd. Dat mag allemaal toch uiterst zorgelijk heten?