De kosten van geneesmiddelen maken zo’n 10 procent deel uit van alle zorguitgaven. Minister Schippers wil een verdere besparing op die kosten realiseren, oplopend tot 1 miljard euro in 2017. Dit bedrag moet worden behaald door een strak inkoopbeleid van zorgverzekeraars, overheveling van geneesmiddelen naar de ziekenhuisfinanciering en harde afspraken over kostenplafonds. Daarnaast maakt de minister prijsafspraken met fabrikanten om quantumkortingen te bewerkstelligen en houdt het kabinet door stringent pakketbeheer scherp in de gaten welke nieuwe middelen de basisverzekering instromen.
Kijken naar langere termijn
Scherpe prijsonderhandelingen, overstappen op goedkopere, maar kwalitatief gelijkwaardige middelen en gepast, spaarzaam gebruik van medicijnen: daar kan niemand tegen zijn. Echter de besparingen zijn primair op de korte termijn gericht. Het verdient aanbeveling ook naar de langere termijn te kijken.
Tekenend is bijvoorbeeld dat innovatieve geneesmiddelen nauwelijks meer tot het basispakket worden toegelaten, zelfs niet als ze voldoen aan de internationale stand van de wetenschap en praktijk, en artsen en patiënten in de praktijk de meerwaarde ervan ervaren.
Gebruiksvolume
De vergoeding voor een geneesmiddel is gekoppeld aan het gebruiksvolume. Op zich is dat logisch. In het huidige systeem wordt de introductie van een innovatieve wijze van toediening echter op geen enkele manier beloond, maar in feite bestraft, omdat louter op volume wordt afgerekend. Dit roept een perverse prikkel om vooral niet te innoveren, terwijl innovaties op langere termijn een bijdrage kunnen leveren aan kostenbeheersing.
Innovatie in de zorg is noodzakelijk. We genezen liever mensen voorgoed dan hen levenslang te moeten blijven behandelen. Veel reumapatiënten en diabeten bijvoorbeeld hebben met de huidige behandelingen de rest van hun leven intensieve zorg nodig. Een nieuw geneesmiddel daarentegen kan hun kwaliteit van leven aanzienlijk verbeteren of zelfs levens redden. Dure ziekenhuisopnames en operaties worden voorkomen en mensen kunnen weer participeren in het arbeidsproces. De totale maatschappelijke kosten zullen in dergelijke gevallen drastisch afnemen.
Weerstand
Innovatie in de zorg is dus van groot maatschappelijk belang. En daar wringt de schoen. Door weerstand tegen de introductie van nieuwe middelen en stevige prijsdruk vanuit Den Haag wordt het risico om innovatieve geneesmiddelen te ontwikkelen steeds groter. Hierdoor gaan fabrikanten risicomijdend gedrag vertonen, waardoor minder innovatieve middelen op de markt komen. De ‘frontrunners’ onder de fabrikanten gaan minder hard lopen en de innovatie in de geneesmiddelenzorg komt langzaam tot stilstand. Ook de nieuwe output van fabrikanten van generieke geneesmiddelen droogt op. Die borduren immers voort op innovatieve middelen die uit patent gelopen zijn. Zonder de middelen die door innovatieve bedrijven zijn geïntroduceerd, zijn zij nergens.
In het pakket
Om deze ontwikkeling te stoppen, verdient minister Schippers alle steun bij haar streven de zorg duurzaam betaalbaar te houden door in te zetten op kwaliteit en kwaliteitsverbetering onder het door haar geïntroduceerde motto Kwaliteit Loont. Hiervoor is het noodzakelijk dat innovatieve geneesmiddelen tot het pakket worden toegelaten tegen een verantwoorde prijs. Naast de zorgkosten op korte termijn, moet ook worden gekeken naar de maatschappelijke opbrengsten en de besparing op de zorgkosten op langere termijn. Om de kostbare onderzoeks- en ontwikkelingstrajecten van nieuwe geneesmiddelen terug te verdienen, zijn de kosten van geneesmiddelen de eerste jaren inderdaad hoog, soms erg hoog. Maar als de middelen na een paar jaar uit patent lopen, is sprake van een prijsval. De samenleving heeft dan tot in lengte van dagen baat bij het middel. Vanuit dat perspectief zorgen de hoge initiële kosten er uiteindelijk voor dat de zorg ook in de toekomst innovatief en betaalbaar blijft.
Maurits Huigen, algemeen directeur Chiesi Pharmaceuticals
De wereldwijde omzet van farma is bijna 1.000 MILJARD dollar wereldwijd volgens IMS-data. Eén van de grootste mondiale industrietakken. Zo kregen in de VS kregen tussen 1990 en 2010 de farma industrie voor 30 MILJARD dollar boetes opgelegd wegens marktmanipulatie (Public Citizen). Daarnaast ontvangen artsen in de VS meer dan 1,4 MILJARD dollar aan ‘giften’ van 13 farmabedrijven in 2013 (‘Dollars for Docs’ – ProPublica). In Washington en Brussel zijn meer farma-lobbyisten actief dan er gekozen vertegenwoordigers zijn! Aan R&D besteedt de industrie omstreeks 6 tot 15% terwijl de marketing uitgaven daar een veelvoud van zijn. Bij de vele me-too’s steekt het magere aantal NCE’s (echte vernieuwende medicijnen) nogal af. Er bestaat toch zo’n 15 jaar patentbescherming voor medicijnen? Terwijl ‘weesgeneesmiddelen’ een nog lucratievere patentregeling kennen? Kortom als eerst de bedrijfskolom zelf eens wat anders zou gaan werken, dan blijft er meer dan genoeg geld over voor de ECHTE innovatie. En laten zij zich dan ook eens echt voor malaria, ebola, tb, mers, Sars en andere grote epidemieën in gaan zetten… Dan verandert er echt eens iets ten positieve… ook voor de industrie zelf!
Gelukkig worden de meeste innovatieve geneesmiddelen nog steeds tot het pakket toegelaten in Nederland, ondanks de soms exorbitant hoge prijzen. Met een winstpercentage van gemiddeld 15 % is farma een van de meest winstgevende bedrijfstakken van de wereld. Het belang van de aandeelhouders weegt kennelijk zwaarder dan de toegankelijkheid voor patienten tot nieuwe middelen. Middelen die uit patent gaan worden meestal pas in prijs verlaagd als er concurrenten op de markt komen, terwijl de investeringen dan al lang terug verdiend zijn. Lees het Nefarma/SEO rapport ‘de farmaceutische industrie in het maatrschappelijk debat’
Pauline Evers, patienteorganisatie Levenmetkanker