Niemand denkt nog dat hij of zij het alleen kan. Kennis wordt in huis gehaald, processen gestroomlijnd, producten ontwikkeld en samenwerkingsverbanden aangegaan. Ieder doet dat op zijn eigen manier. Dat levert globaal vier mogelijkheden op van ketenintegratie. Welke keten kiest u?
1. Zorginstellingen
Grote instellingen hebben vaak (nog steeds) hun eigen huisvestingsbureau, dat zo veel mogelijk de verschillende taken in het huisvestingsproject op zich neemt. Externe adviseurs worden minder ingehuurd, en zeker niet voor de strategische visie en vroege planvorming.
Voordelen
: De visie en doelen van de projectorganisatie zijn gelijk aan die van de opdrachtgever. De projectorganisatie staat dicht bij de gebruikers en er is dus mogelijk een betere participatie van medewerkers en cliënten.
Nadelen
: Minder R&D door een heel pragmatische en lokale benadering, minder diversiteit van oplossingen, en soms ook moeilijke samenwerking tussen zorgmensen en bouwmensen binnen de organisatie (waarmee een deel van de voordelen weer verloren gaat).
2. Gespecialiseerde architecten
Vooral in de cure is een aantal architectenbureaus actief dat zich zo heeft gespecialiseerd in zorg, dat zij al in de vroegste fase strategisch kunnen meedenken en de huisvestingsvragen van instellingen kunnen oppakken. Zij zijn vaak vertrouwde partners van de instellingen en zijn met hun specifieke deskundigheid moeilijk te verslaan binnen hun markt.
Voordelen
: Deskundigheid door continue R&D, de keten van vraagstelling tot oplevering is indien gewenst in één hand. Met gebruikerskwaliteit en ook toekomstwaarde zit het meestal wel goed.
Nadelen
: Het vraagt een ‘stevige’ opdrachtgever om al zo vroeg met de oplosser aan tafel te zitten en toch de tijd te nemen vrij over de vraag na te denken. Mogelijk hebben architecten een minder zakelijk-afstandelijke benadering dan gewenst, en is daarvoor een stevige aansturing nodig. Maar dat zou in de praktijk nog wel eens kunnen meevallen, want ook de architecten zijn met hun tijd meegegaan.
3. Adviseurs met ontwerpbureau
In de care is een aantal adviseurs zich aan het verbreden naar de volledige keten van advies in de vroegste fase tot het (globaal) ontwerpen van gebouwen. Een diversiteit aan deskundigheden wordt geïntegreerd en de opdrachtgever wordt ‘ontzorgd’ middels een totaalpakket, waarin zelfs risicodragende participatie mogelijk is.
Voordelen
: Deskundigheid over zowel zorg als vastgoed, zakelijkheid door een grotere afstand tot de zorgorganisatie, en continue R&D.
Nadelen
: De visie en kennis worden buiten de organisatie gezet, dat maakt de organisatie kwetsbaar en afhankelijk in de toekomst. De regisseur van het project staat het verst van de gebruikers af. Hoe organiseer je dan de participatie, waarvan iedereen zegt dat die zo belangrijk is?
4. Gebruikers
Vooral in de gehandicaptenzorg, maar inmiddels ook in andere sectoren, komen gebruikersinitiatieven voor waarin de gebruikers en hun omgeving, vaak familie, zich via collectief opdrachtgeverschap of andere constructies storten op de huisvesting. Zij zijn intensief betrokken bij het hele traject en halen de deskundigheid van buiten erbij.
Voordelen
: Maximale participatie en betrokkenheid, waardoor de kwaliteit voor de gebruikers bijna gegarandeerd is.
Nadelen
: Kwetsbaar door afhankelijkheid van externe expertise en R&D. Mogelijk gebrek aan continuïteit door afhankelijkheid van enkele betrokken niet-professionals.
De verschillende varianten geven zorgpartijen met huisvestingswensen nog voor het traject begint alvast iets om over na te denken. Welke rol moet de zorgorganisatie spelen bij de verbetering van haar huisvestingsportefeuille? De vraag die aan díe vraag voorafgaat, is zo langzamerhand wel beantwoord: nog langer uitstellen van investeringen in huisvesting kan bijna niet meer – de crisis moet wat dat betreft maar voorbij zijn.
Peter Heijmen, adviseur huisvesting voor zorg
Kennis herverdeeld
Voor het onderzoek ‘Kennis herverdeeld’ spreekt Peter Heijmen opdrachtgevers, adviseurs, architecten en andere stakeholders over de vraag: ‘Wat moet er nog veranderen in de processen van het huisvesten van zorg, en in het bijzonder in de rolverdeling tussen de partijen, om de zorgbouw de crisis uit te krijgen?’ Bovenstaande bijdrage is het resultaat van zeventien interviews.