Veelal bevindt die wond zich aan de voet of het onderbeen. Wie zo’n wond heeft, ondervindt grote problemen in het werk en het sociale leven. De wond kan pijn doen en behoorlijk stinken. Niet vreemd dus als iemand zich schaamt voor zo’n wond en het vervelend vindt als een thuiszorgmedewerker – een onbekende – die wond regelmatig moet komen verschonen. Niet vreemd ook als zo iemand in een persoonlijk isolement belandt, want met een wond die stinkt, kom je niet graag onder de mensen. Je voelt schroom voor intimiteit, en je snapt ook dat de kleinkinderen niet zo graag op bezoek komen, hoe erg je dat ook vindt.
Dertig weken patiëntenleed
Ondanks dat geringe percentage zijn de gevolgen van complexe wonden dus enorm groot. Alleen met een integrale aanpak kunnen de zorgprofessionals het tij keren en veel patiëntenleed voorkomen. We weten dat sprake is van een serieus probleem als een wond niet in twee tot drie weken een genezingstendens vertoont. Zo ver hoeft het veelal niet te komen, want 80 procent van de wonden is met basale ingrepen te genezen. Het probleem is alleen dat te veel patiënten niet tijdig in het zorgproces komen. Dit kan liggen aan de patiënt zelf, maar het kan ook komen doordat te lang een afwachtend beleid is gevoerd in de huisartsenpraktijk. Gemiddeld duurt het dertig weken voordat de gerichte behandeling een aanvang neemt. Dertig weken patiëntenleed dus, nog afgezien van de kosten die moeten worden gemaakt om alsnog genezing te bewerkstelligen.
Geen adequate kennis
Een groot probleem is dat de kennis van de wondzorg in de eerste lijn niet altijd adequaat is. Daardoor wordt niet altijd een goede inschatting gemaakt van de ernst van de situatie, en dus van de noodzaak de patiënt te verwijzen. Een tweede probleem is dat veel professionals bij de wondzorg betrokken zijn en dat de communicatie tussen deze professionals te wensen overlaat. Dit geldt niet alleen over de domeinen van de eerste en tweede lijn heen, maar zelfs ook binnen het ziekenhuis.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
Als medisch specialisten moeten we de hand in eigen boezem steken. Vaatchirurgen, dermatologen en plastisch chirurgen moeten beseffen dat ze één aanspreekpunt dienen te vormen en een gezamenlijke verantwoordelijkheid moeten dragen voor diagnostiek en behandeling. En de huisartsen en thuiszorg moeten in directe verbinding staan met dit team. Er moeten heldere afspraken zijn over de criteria voor verwijzing van een patiënt, en over snelle terugverwijzing naar de eerste lijn, met ondersteuning van een verpleegkundig team in de thuiszorg. Een elektronisch patiëntendossier waarin alle partners in de keten met elkaar zijn verbonden, is essentieel om dit te laten slagen. En tot die partners behoren ook degenen die een rol spelen in preventie en het voorkomen van recidieven, zoals de fysiotherapeut, podotherapeut, diëtist en orthopedisch schoenmaker.
Eén centraal loket
Wij willen hier in Friesland dit centrale loket daadwerkelijk realiseren en we hebben dankzij toepassingsmogelijkheden van een elektronisch patiëntendossier adequate digitale ondersteuning van de communicatie tussen eerste en tweede lijn in het vizier. De patiënt heeft toegang tot dit dossier en kan hierdoor ook een actieve regierol spelen in de wondzorg én in het voorkomen dat hij slachtoffer wordt van het leed van een complexe wond. Een regierol in de keten is daarbij essentieel, zodat de integrale aanpak ook het beoogde resultaat kan opleveren.
Ties van Andringa de Kempenaer, vaatchirurg Heelkunde Friesland Groep