Ik denk aan instellingen in bijvoorbeeld Sneek, Helmond, Hardenberg, Weert, Uden en Terneuzen. Zij moeten zich allen aansluiten bij een naburige grote broer om aan de hoge eisen van de Inspectie te voldoen en de kosten voor continue beschikbaarheid van acute zorg te dekken. Alleen dan kunnen zij bij de bestaande regelgeving voortbestaan. Tal van kleine ziekenhuizen die zich aansloten bij een grotere instelling konden in het verleden dankzij een fusie overeind blijven. Bijvoorbeeld de kleine ziekenhuizen in Zeist, Purmerend, Den Helder, Voorburg, Oldenzaal, , Woerden en Zoetermeer.
Gevaar van ziekenhuisfusies
De uitspraak van de ACM over Dordrecht/Gorkum keert zich tegen de kleine ziekenhuizen. Moeten voorstanders van kleine ziekenhuizen daarom voor die fusies zijn? Nee, ik denk van niet en zal dat uitleggen. Een gevaar van ziekenhuisfusies is, dat er stadsmonopolies ontstaan zoals thans in Leeuwarden, Arnhem, Apeldoorn, Enschede en Den Bosch. Of regionale monopolies zoals in de Kop van Noord-Holland, het zuiden van Drenthe/Oost-Groningen en in de oostelijke Mijnstreek. Deze monopolieposities kunnen – ik zeg kunnen en niet dat dit nu al zo is – leiden tot achterover leunen en arrogantie van professionals en leiding. Want deze ziekenhuizen zijn in hun stad of regio ’too big to fail’. Voor zorgverzekeraars en patiëntenorganisaties zijn ze te groot om voldoende countervailing power te bieden. Het is daarom goed om fusies tegen te houden – ik volg dus de ACM – en te zoeken naar andere oplossingen om kleine ziekenhuizen te behouden.
Oplossingen voor kleine ziekenhuizen
Ik zie drie oplossingen voor kleine ziekenhuizen die niet mogen fuseren:
- De NZa trekt de vergoeding voor de beschikbaarheid van acute zorg op spoedeisende hulp, intensive care en voor andere dienstverlening buiten kantooruren op tot een niveau dat deze kosten bij kleine ziekenhuizen voldoende dekt.
- De zorgverzekeraars wenden hun inkoopmacht aan om eenvoudige zorg bij voorkeur in te kopen bij kleinere ziekenhuizen. Die hebben voldoende en niet te veel toerusting om deze zorg te bieden. Ze zijn daarom meestal goedkoper dan grote ziekenhuizen.
- De kleine ziekenhuizen doen mee in de ontwikkeling van een gezamenlijke regiovisie, bekrachtigd door de zorgverzekeraars en de patiëntenbeweging. In die visie krijgen zij een rol toebedeeld voor enkele patiëntengroepen. Zo bestaat er in het centrum van Stockholm een klein ziekenhuis dat uitsluitend patiënten met maag-, darm- en leveraandoeningen behandeld. Wel heeft de instelling samenwerkingsafspraken met andere ziekenhuiizen voor grote darm- en maagoperaties.
Vaak zijn kleine ziekenhuizen in hun, eveneens kleine, gemeente of plattelandsregio de grootste werkgever. Ik hoop dat de rechter in de casus Dordrecht/Gorkum niet alleen kijkt naar marktmacht van aanbieders, maar ook naar beschikbaarheid van zorg op het platteland en de plaatselijke werkgelegenheid. Het moet mogelijk worden dat kleine ziekenhuizen open blijven zonder fusies. Ik wens de rechters veel wijsheid toe.
Guus Schrijvers, oud-hoogleraar public health en gezondheideconoom