We mogen trots zijn op elkaar. Zowel op alle mensen in de zorg, die zich geweldig hebben ingezet om de enorme zorgvraag op te vangen, als op alle andere Nederlanders, die zich de afgelopen weken goed aan de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus hebben gehouden. Dit laatste overigens tot grote opluchting van de zorgmedewerkers die blij waren dat de verspreiding van het virus daardoor binnen de perken bleef. Maar naast die opluchting zijn er ook zorgen van een andere aard. Nu ten gevolge van de social distancing het aantal infecties met het coronavirus en de opnames in de kliniek en de intensive care langzaam teruglopen, groeien de zorgen over de uitgestelde zorgvraag.
Uitgestelde zorgvraag
Eind maart werd al bekend dat het aantal verwijzingen van huisartsen naar ziekenhuiszorg sinds het begin van de coronacrisis fors is teruggelopen. Zorgdomein heeft dit op basis van real-time informatie uit haar platform voor het faciliteren van gegevensuitwisseling in de zorg laten zien. De daling bedraagt gemiddeld 75 procent. Dat betekent dat momenteel maandelijks zo’n 450.000 reguliere zorgvragen uitgesteld worden. Ook in de ziekenhuizen worden minder patiënten gezien met cardiovasculaire klachten, verdenking op oncologische aandoeningen en TIA’s en CVA’s. Medisch specialisten hebben de noodklok al geluid.
Het kan niet zo zijn dat Nederland minder ziek is, maar wat is dan wel de oorzaak van de teruglopende zorgvraag? Patiënten bezoeken minder graag huisartsen en ziekenhuizen omdat daar ook in de wachtkamers en spreekkamers het coronavirus rondwaart, dat is in ieder geval een deel van het verhaal. Patiënten lijken hun hulpverleners ook niet lastig te willen vallen tijdens de coronadrukte. Als reactie hierop roepen huisartsen en medisch specialisten patiënten terecht op om hun vragen te blijven stellen en benadrukken dat er nog steeds zorg geleverd kan worden als dat nodig is.
Naast de teruglopende zorgvraag speelt er ook wat aan de kant van het aanbod. Ziekenhuizen hebben vergaande maatregelen getroffen om medewerkers vrij te spelen voor coronazorg door de overige zorg in een vroeg stadium grotendeels te staken. Ook het voortdurende tekort aan preventief beschermende middelen heeft hieraan bijgedragen. Met deze maatregelen lukte het om de explosieve zorgbehoefte van corona patiënten met grote inzet op te vangen, maar groeide tegelijkertijd het probleem van de uitgestelde overige zorg.
Afstemming
Een deel van de uitgestelde zorgvraag zal misschien ‘verdampen’, maar het uitstellen van dergelijke grote aantallen behandelingen zal zeker tot oplopende wachtlijsten leiden. Veel ziekenhuizen zijn samen met andere partijen druk bezig met het maken van plannen om de reguliere zorg weer stap voor stap op te starten. Goede afstemming tussen en binnen de regio’s is van groot belang, omdat niet heel Nederland tegelijk met de explosieve toename van corona zorg te maken kreeg. Daarnaast speelt de NZa een rol bij de landelijke coördinatie van de herstart van regulier zorg en pakt het Zorginstituut haar rol met prioriteringscriteria die helpen om ook nu de juiste zorg op de juiste plek te gaan leveren. Tot slot is bij de herstart ook een goede onderlinge afstemming nodig tussen ziekenhuizen, huisartspraktijken en verpleeghuizen, waar het coronavirus nog in volle omvang doorwoekert.
Balans tussen kernwaarden in gevaar
We moeten vaststellen dat een goede balans tussen de kernwaarden van de Nederlandse zorg (kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid) voor veel patiënten in gevaar is gekomen. Het is nu van groot belang de goede vragen te stellen en daarover het gesprek met elkaar aan te gaan. Welke keuzes gaan we maken? Hoe maken we de afwegingen over welke groepen patiënten de komende weken het eerst zorg nodig hebben? Hoe zetten we innovaties zoals beeldbellen en online triage in? Gaan we reeds gestelde operatie-indicaties heroverwegen in samenspraak met de patiënt? Hoe leren we van elkaar op deze korte termijn en hoe zorgen we dat we daarbij oog hebben voor de perspectieven van mensen die niet meteen op de voorste rij staan? Het adagium van de Kwaliteitsraad, samen leren en verbeteren, is bij het beantwoorden van deze vragen van groot belang, juist nu de urgentie en de hectiek op dit moment ongekend groot is.
Alleen samen kunnen we immers de uitdagingen van deze post-acute fase van de coronacrisis aan. We moeten daarbij oog hebben voor de perspectieven van alle betrokkenen, niet in de in laatste plaats die van patiënten, en moeten bereid zijn om van elkaar te willen leren. Dat is de enige goede manier hoe we juist in deze fase de optimale afwegingen kunnen maken tussen de kernwaarden van de Nederlandse gezondheidszorg, kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid.
Als we hierin slagen mogen we ook in deze post-acute fase met recht trots zijn op elkaar.
Sophia de Rooij en Jan Kremer
De Kwaliteitsraad van Zorginstituut Nederland is een onafhankelijke raad van deskundigen op het gebied van kwaliteit van zorg. Voor de Kwaliteitsraad ligt de essentie van kwaliteit vooral in het samen leren en verbeteren. Wat goede zorg is wordt bepaald in de maatschappelijke context waarbij afwegingen tussen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid worden gemaakt. Corona zal ook hierin een gamechanger zijn en het komend jaar onze agenda bepalen. Wat observeert of ervaart de Kwaliteitsraad deze dagen? Dit is de vijfde blog in een serie van de Kwaliteitsraad over corona.