Doorgaan met de huidige planning is volgens de zorgautoriteit, die sinds de komst van Frank de Grave weer netjes in het overheidsgareel loopt, onverantwoord. Of de minister moet zijn plan aanpassen of de maatstafconcurrentie met een jaar uitstellen.`De minister kan zich een blamage met maatstafconcurrentie niet permitteren, want hij heeft zich daaraan verbonden in het regeerakkoord. Tegelijkertijd moet Klink wel serieus naar de NZa luisteren, want hij heeft de zorgautoriteit zelf om advies gevraagd. De NZa ‘trekt aan de bel’ omdat er nog zulke grote prijsverschillen tussen ziekenhuizen zijn dat niemand weet welke prijs als referentie moet worden gebruikt. Bovendien is er twijfel aan de betrouwbaarheid van de gegevens in het dbc-informatiesysteem. Vaststellen van een maatstaf dreigt zo tot natte vingerwerk te verworden. De NZa pleit er nu voor om maatstafconcurrentie maar voor een zeer beperkt deel van het budget in te voeren en om de huidige functiegerichte budgettering minder ver af te bouwen. Voorwaarde voor dit alternatieve plan is wel dat het veld voldoende medewerking verleent bij het oplossen van de huidige problemen.
En daarmee lijkt overheidsinstelling NZa ineens op de hand te zijn van de partijen in het veld die altijd al zeer kritisch zijn geweest over de maatstaf en het liefst meteen vrije prijzen zien. Want wat zegt de NZa? Mocht blijken dat die medewerking onvoldoende is, dan zal uitstel tot 2010 de enige overgebleven optie zijn. Wat let de veldpartijen om nog langer te wachten? De Orde van medisch specialisten wil de einddatum waarvoor de dbc’s moeten zijn vervangen door drieduizend zorgproducten oprekken met minstens een jaar. En de NVZ heeft nog steeds een bodemprocedure lopen waarin zij de rechter vraagt invoering van maatstafconcurrentie helemaal te verbieden. 2012 is dichtbij. Als dan de prijzen volledig moeten zijn vrijgegeven, is maatstafconcurrentie niet eens meer nodig. Zou uitstel dan toch tot afstel leiden? (Zorgvisie – Carina van Aartsen)