Hoewel de vergelijking met de slager-die-zijn-eigen-vlees-keurt, voor de hand ligt, heeft Hoogervorst hier een punt.
Zorgverzekeraars
Zorgverzekeraars onderscheiden zich wel degelijk met hun keur aan polissen, al was het vorig jaar iets teveel, maar dat hebben ze alweer recht gezet. Als het ons als zorgconsument niet bevalt, kunnen we na een jaar naar de concullega. In de concurrentie op prijs worden zorgverzekeraars steeds vaardiger en verzekerden bekijken hun polisvoorwaarden steeds kritischer. Dat gaat dus, stelselmatig, de goede kant op.
Ziekenhuizen
Ook het speelveld is minder ongelijk. Zorgverzekeraars zijn door zorgaanbieders nogal eens weggezet als machtswellustelingen en in de eerste periode van het hervormde zorgstelsel was daar zeker reden toe. Door fusies vergrootten zorgverzekeraars hun invloed. Maar het tij begint te keren. Ziekenhuizen fuseren en werken steeds nauwer samen. Nu horen we de zorgverzekeraars klagen: vooral over ziekenhuizen in de regio.
Een ziekenhuis met een onmisbare regiofunctie kan zijn prijzen omhoog gooien en zo de zorgverzekeraars onder druk zetten. Zorgverzekeraars voelen de tijdsdruk meer omdat zij op 19 november uiterlijk hun premies en gecontracteerde zorgaanbieders openbaar moeten maken. En gestagneerde zorginkooponderhandelingen zijn voorlopig alleen slecht voor het imago van de zorgverzekeraar en niet voor het aanzien van het ziekenhuis. Integendeel zelfs.
Budgetpolissen
Hoogervorst vindt de ontwikkeling van budgetpolissen een ‘heel goede zaak’. Dat ben ik dan weer niet met hem eens. Budgetpolissen draaien om de laagste prijs, zowel bij de verzekerde, als bij de ziekenhuizen als bij de zorgverzekeraars. Daar kan het niet om kwaliteit draaien als je bedenkt dat goed presterende ziekenhuizen met prima trackrecord niet zijn gecontracteerd. Budgetpolissen zijn ook weinig populair bij ziekenhuizen, zo liet ZiekenhuisGroep Twente weten, want het geeft veel te veel administratieve rompslomp.
Huisartsen
Huisartsen verzetten zich afgelopen zomer met succes tegen overijverige zorgverzekeraars die steeds beter wisten hoe de huisarts zijn werk zou moeten doen. En daar mooie vragenlijsten en benchmarksystemen op los lieten. De huisartsen verzetten zich en masse en hun manifest ‘Het roer moet om’ heeft geleid tot een drastische inperking van de bureaucratie.
Huisartsen hebben laten merken dat je maar beter rekening met hen kan houden. Dat kan nog wat worden als huisartsenzorg ooit onder de Zorgverzekeringswet gaat vallen, iets wat Hans Hoogervorst zou toejuichen. Je weet het natuurlijk nooit zeker maar het zou best kunnen dat hierdoor de bureaucratie weer met sprongen toeneemt. Nieuwe acties zijn niet uitgesloten en de huisartsen hebben bij voorbaat de publieke opinie op hun hand.
Zorgstelsel
Of de zorg hier uiteindelijk goedkoper van wordt, of minder duur, valt te bezien. Blijkbaar staat de vorm van een zorgstelsel hier zelfs los van. Dat berekende althans de OESO die vier verschillende financieringsstelsels vergeleek: marktwerking is niet aantoonbaar kosteneffectiever dan geen marktwerking. Dat is dan weer een geruststellende gedachte.
Overstappen
In de afgelopen tien jaar zijn wel de wachtlijsten nagenoeg verdwenen en is onze toegang tot zorg het best geregeld van heel Europa. Alle extra aandacht voor kwaliteit heeft zorgprofessionals en zorgverzekeraars allicht kritischer gemaakt en de burger mondiger. Ook die is machtiger geworden: er blijft nog steeds wat te kiezen. Zolang het verschil in prijs en inhoud tussen restitutie- en naturapolissen zo klein blijft als nu, vallen er geen grote brokken mee te maken. Laten we dus volop mee doen met het overstapcircus en de zorgpartijen scherp houden. Vijf procent overstappers: dat mag best iets meer worden volgend jaar.