‘Ik kreeg geen alert binnen op mijn telefoon als er een nieuw appbericht was binnengekomen. Dat zou in de toekomst wel moeten. Want nu checkte ik vaak voor niets mijn iPhone over veranderingen in het zorgleefplan van mijn moeder.’
Woorden van deze strekking sprak een van de Haagse mantelzorgers die lange tijd gebruikmaakte van het eGPO oftewel Elektronisch Gestructureerd Patiënten Overleg. Dat gebaseerd is op WhatsApp-technologie, maar wel veel veiliger. Zij komt aan het woord in het proefschrift waarop verpleegkundige Rolien de Jong op donderdag 20 december promoveerde bij e-health-hoogleraar Leonard Witkamp, zorgonderzoeker Wynand Ros en ondergetekende. De titel ervan is The challenge of e-communication in primary healthcare. De dissertatie bevat onder meer vier artikelen over effecten en voorwaarden voor elektronische communicatie tussen professionals in de eerste lijn, tussen professionals en patiënten bij medicatie, en bij het genoemde eGPO. Ik beperk mij hier tot het laatste onderwerp.
Verplichte uitwisseling
De dag na De Jong’s promotie kondigde minister Bruno Bruins aan dat hij zorginstellingen stapsgewijs gaat verplichten om op een eenduidige manier digitale gegevens met elkaar uit te wisselen. Ik hoop dat zijn eerste stap oudere, thuiswonende patiënten betreft bij wie soms twintig verschillende hulpverleners wekelijks over de vloer komen. Ik onderbouw deze wens met argumentatie ontleend aan de hier besproken dissertatie.
Communicatie via eGPO
In 2012 liep het multidisciplinair overleg van Haagse huisartsen, wijkverpleegkundigen en sociaal werkers vast. Professionals hadden geen tijd meer om met elkaar te overleggen en ook het reizen daarvoor vormde een hindernis. Onder leiding van arts Mia van Leeuwen van Stichting Transmurale Zorg Den Haag en omgeving ontwikkelden zij het communicatieplatform eGPO. Veel professionals meldden zich aan. Voor tal van verpleegkundigen vormde het een oplossing voor de onderlinge communicatie. Ook patiënten en hun mantelzorgers sloten aan op eGPO. Zij kregen overzicht over de uitvoering van het zorgplan. Maar ja, dat alert , dat ontbrak nog.
Te veel verschillende ict
Tijdens de promotie bleek dat het gebruik van Congredi zich nadien niet verder heeft verspreid. Reden: de ict per zorgaanbieder verschilt daarvoor te veel. En raden van bestuur van zorgaanbieders en softwarebedrijven hadden geen ambitie om op vrijwillige basis uitwisseling van gegevens te faciliteren. Iets waartoe Bruins hen nu wil verplichten.
Wat leert nou dit proefschrift? Ten eerste dat patiënten graag mee-appen via een communicatieplatform dat voor professionals is bedoeld. Ten tweede dat professionals daar ook graag aan meedoen, maar hun directeuren niet. Ten derde: initiatieven ‘doven uit’wanneer de software van zorgaanbieders de elektronische communicatie niet ondersteunt.
En daarom, beste Bruno, wens ik jou veel succes toe met je initiatief om zorgaanbieders stap voor stap hiertoe te verplichten.