Als je ziek wordt, heb je recht op zorg. Dit staat vastgelegd in de Nederlandse grondwet. Gelukkig maar! Of nou ja… Of je tijdig en passende zorg krijgt, hangt in sterke mate af van wat er ‘ziek’ wordt: het lichaam of de geest. Bijna de helft van de Nederlanders krijgt op enig moment in hun leven te maken met psychische klachten. Maar hoe complexer die psychische klachten, hoe kleiner de kans dat je zorg krijgt.
Wacht, wat..?
Volgens de wet heeft iedereen recht op gelijke toegang tot zorg. Het wetsvoorstel ‘Bevorderen Zorgcontractering’ dat Minister Kuipers op 12 juni jl. naar de Tweede Kamer stuurde, beoogt de toegang tot zorg te verbeteren. In de ggz zal het echter precies tot het tegenovergestelde leiden: ontoegankelijke en onbetaalbare zorg voor diegenen die dit het hardste nodig hebben.
De voorgestelde wetsaanpassing biedt zorgverzekeraars bijvoorbeeld de ruimte om de vergoeding voor ongecontracteerde zorg verder te verlagen en geeft VWS de mogelijkheid om maximale vergoedingen in een zorgsector te bepalen. Deze maatregelen beperken de mogelijkheden van de patiënt om zelf een passende behandelaar en behandeling te vinden, ofwel de ‘vrije artsenkeuze’, enorm. En het ergste is, mensen met de ernstigste klachten worden hier het hardst door geraakt.
Exclusiecriteria
Neem als voorbeeld de lange lijsten van ‘exclusiecriteria’ bij de grote gecontracteerde aanbieders. Mensen met een intensieve ggz-zorgvraag worden hierdoor letterlijk uitgesloten van de mogelijkheid tot zorg. Zij kunnen op steeds minder plaatsen terecht en wachten het langst op een passende behandeling. En daarnaast heeft niet iedereen de financiële middelen om niet-vergoede kosten van een ongecontracteerde aanbieder zelf op te hoesten. Kortom, zo neemt de ongelijkheid in toegang tot zorg juist toe. Deze wordt immers steeds afhankelijker van zorgzwaarte en inkomen.
Achter het wetsvoorstel ligt de onterechte aanname dat ‘gecontracteerd’ iets zegt over kwaliteit. De kwaliteitseisen in de ggz – zoals BIG-registratie, lidmaatschap van de beroepsvereniging en aanwezigheid van een kwaliteitsstatuut – gelden echter óók voor ongecontracteerde aanbieders. Bovendien kost ongecontracteerde zorg in de ggz dikwijls juist minder tijd en minder geld dan gecontracteerde zorg (Vektis, 2022). Ook blijken budgetplafonds en inkoopvoorwaarden de voornaamste reden om geen contract af te sluiten. Op kwaliteit hebben verzekeraars in beperkt mate invloed (NZa, 2022).
Zorgfraudefabel
Een ander, hardnekkig fabel is dat er meer zorgfraude zou plaatsvinden bij ongecontracteerde ggz-aanbieders. Maar, er is nauwelijks sprake van fraude in de ggz (zowel gecontracteerd als ongecontracteerd): van de 34 miljoen euro aan zorgfraude (Zorgverzekeraars Nederland, 2020) kwam 7,1 miljoen euro voor rekening van de ggz. Dit betreft 0.15 procent van de totale ggz-uitgaven in dat jaar.
Drie voorbeelden van maatregelen waarvan wij verwachten dat deze de ggz wél toegankelijk en betaalbaar houden: Allereerst, zorgverzekeraars moeten met meer zorgaanbieders een contract sluiten en budgetplafonds verhogen. Nu zien we steeds dat de wachtlijsten in januari dalen. Aan het begin van het nieuwe jaar hebben de zorgaanbieders namelijk weer budgetruimte. Tegen de tijd dat de eerste budgetplafonds al in april/mei in zicht komen, nemen de wachtlijsten weer toe.
Wachtlijsten
Diezelfde wachtlijsten, die bijna structureel de wettelijk vastgestelde ‘acceptabele wachttijd’ van 14 weken (de ‘treeknorm’) overschrijden, laten zien dat zorgverzekeraars hun zorgplicht aan ggz-patiënten niet nakomen. Daarom ten tweede, is het tijd dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) haar tanden laat zien en er eindelijk eens daadwerkelijk op toeziet dat verzekeraars aan de zorgplicht voldoen.
Ten derde moeten meer ggz-professionals worden opgeleid én worden behouden voor de sector. De krapte op de arbeidsmarkt zorgt ook in de ggz voor een schrijnend tekort aan behandelaars. De uitstroom onder beginnende zorgverleners is groot, onder meer door de hoge werkdruk. De minister besloot recent om het advies van het Capaciteitsorgaan (dat het aantal benodigde opleidingsplekken in de zorg berekent) naast zich neer te leggen. Het Capaciteitsorgaan adviseerde een ruime verdubbeling in het aantal opleidingsplaatsen voor GZ-psychologen (van 832 naar 1882 in de periode 2024 – 2027). De minister koos voor 965 plekken.
Breek liever een been
De toegankelijkheid van de ggz staat enorm onder druk, en het wetsvoorstel ‘Bevorderen Zorgcontractering’ zal dit probleem alleen maar verder vergroten. Dus, zolang er niet in andere oplossingsrichtingen wordt gedacht kun je – bijvoorbeeld – beter je been breken. De kans (0,1%) dat je dat dit jaar gebeurt, is weliswaar vele malen kleiner dan de kans dat je psychische klachten krijgt (26%), maar je wordt wel gelijk geholpen!
Door: Dienke Bos, directeur MIND Platform en Simone Melis, adjunct-directeur en Manager Beleid MIND Platform
Omzetplafonds in de GGZ leiden onbedoeld tot wreedheid in sommige gevallen, als bijwerking van het willen beheersen van het budget, waarvan jaarlijks 300 miljoen op de plan blijft liggen. Lees dit ter illustratie: Bij arts X of arts Y zijn de kosten gelijk. (Zorgvisie 18-9-23) .Over omzetplafonds in de GGZ
Omzetplafonds in de GGZ leiden onbedoeld tot wreedheid in sommige gevallen, als bijwerking van het willen beheersen van het budget, waarvan jaarlijks 300 miljoen op de plan blijft liggen. Lees dit ter illustratie: https://www.zorgvisie.nl/blog/behandeling-bij-arts-x-of-y-de-kosten-zijn-gelijk