Mous heeft veel interesse in ICT en rondde al diverse projecten op dit gebied af binnen Nij Smellinghe. ‘Zo heb ik een elektronisch dossier gebouwd voor gynaecologie. Dat was goed te doen, maar intelligentie inbouwen bleek lastiger. Het heeft me sterk aan het denken gezet over dit onderwerp.’
Volgens Mous levert Medical Intelligence een belangrijke bijdrage aan de kwaliteit van (primaire) zorg. ‘De combinatie tussen gegevens van een specifieke patiënt en informatie die voortkomt uit onderzoek, kan zorgprocessen verbeteren. Zo kunnen bepaalde hormonale aandoeningen bij vrouwen een voorbode zijn voor suikerziekte in een later stadium. Hoe eerder in het leven van een vrouw je medische gegevens vastlegt en combineert met onderzoeksdata, hoe eerder je aandoeningen kunt voorspellen en maatregelen kunt nemen. Vergelijk het met de relatie tussen roken en bepaalde ziekten. Inmiddels is bekend dat hierbij sprake is van oorzaak en gevolg, maar dat was in de jaren vijftig van de vorige eeuw nog niet zo.’
Zorg op maat
Goede Medical Intelligence ondersteunt ook bij beslistrajecten door zorgverleners. Nu nog resulteren een bepaalde klacht en daarbij behorende diagnose in hetzelfde specifieke protocol. Niet altijd terecht. Mous: ‘Voor negen op de tien patiënten klopt dit protocol. Voor die ene patiënt geldt dat wellicht een ander protocol beter is. Medical Intelligence maakt het mogelijk dat een arts een andere optie in beeld krijgt, omdat een patiënt bijvoorbeeld in het verleden een bepaalde aandoening heeft gehad of medicijn X gebruikt.’ Mous plaatst er de kanttekening bij dat het dossier niet te sturend mag zijn voor artsen: ‘Te starre workflows staan de voordelen van Medical Intelligence in de weg. Er zijn altijd uitzonderingen en die moeten naar voren komen.’
Toegang voor patiënten
Het vastleggen en combineren van gegevens biedt ook mogelijkheden voor betere samenwerking tussen zorgverleners. Alle partijen in de zorgketen hebben toegang tot voor hen relevante patiëntgegevens. Mous ziet er eveneens voordelen in patiënten toegang te bieden tot hun persoonlijke medische gegevens. ‘Dat past bij het centraal stellen van de patiënt. Veel zorginstellingen willen patiënten zelf de regie geven in het zorgproces en dit wordt ook van ze verwacht.’ Bijkomend voordeel is dat het de kosten drukt doordat patiënten zich meer verantwoordelijk voelen voor hun eigen gezondheid, vertelt Mous. ‘Meer kennis over hun ziekte, het verloop ervan en wat zij zelf kunnen doen om erger te voorkomen, kan resulteren in minder aanspraak op de gezondheidszorg.’
Gestandaardiseerde datasets
Wat is volgens Mous nodig om optimaal te profiteren van Medical Intelligence? ‘Ten eerste moet je als zorginstelling vaststellen welke data je opneemt in een dossier. Veelal werken instellingen met minimale datasets. We weten nu echter nog niet welke data over tien jaar nodig zijn. Daarom opteer ik voor gestandaardiseerde datasets. Dan ligt vast welke data in een bepaald zorgproces of binnen een specifiek vakgebied worden geregistreerd of uitgewisseld. Een andere randvoorwaarde is dat een dossier gebruiksvriendelijk is en dat het voordeel van gegevens vastleggen voor het primaire zorgproces direct duidelijk is. Als artsen het belang ervan niet inzien en het te veel tijd kost, zullen ze het niet doen.’
Meer dan een database
Voor de goede orde wil Mous ten slotte nog kwijt dat Medical Intelligence geen database, maar een intelligente tool maakt van een dossier. ‘Een tool die direct bijdraagt aan de kwaliteit van het primaire zorgproces én kosten kan besparen.’
Toon van Overbruggen
Lees ook:
Betere zorg dementie door koppeling data
Patronen herkennen in data redt levens