In 1987 deed de commissie-Dekker als eerste een voorstel voor marktwerking in de zorg. In 2006 was marktwerking een feit dankzij de introductie van de Zorgverzekeringswet. In 2019 pleit Hugo de Jonge, minister van VWS, voor terugdringing ervan vanwege het geringe effect op kosten en kwaliteit van zorg.
Ziekenhuiszorg is in te delen in vier groepen met elk een eigen economische eigenschap:
- Acute zorg is meestal duur vanwege de noodzakelijke beschikbaarheid buiten kantooruren.
- Oncologische zorg is vaak een co-productie van verschillende ziekenhuizen. Eerst eenvoudige diagnostiek in een streekziekenhuis, dan tumorbepaling in een groot ziekenhuis en daarna radiotherapeutische bestraling weer elders.
- Chronische en palliatieve zorg zijn vaak een co-productie van patiënt, familie, specialist eerste lijn en sociaal domein.
- Electieve zorg kan schaalvoordelen behalen bij grote serieproductie
Marktwerking wel bij electieve zorg
Marktwerking is geschikt voor electieve zorg zoals staar-, knie- en heupoperaties. Het product is homogeen en kwaliteitsvereisten zijn makkelijk – zelfs door een leek – te beoordelen. Volgens de economische theorie is er dan sprake van volkomen concurrentie die leidt tot lage kosten en goede kwaliteit. Bij de drie andere groepen is marktwerking niet toe te passen, omdat de producten per individuele patiënt te verschillend zijn en daardoor onvergelijkbaar op prijs en kwaliteit.
Het regenboogmodel voor andere ziekenhuiszorg
Voor acute, oncologische, en chronische en palliatieve zorg is het regenboogmodel aangewezen. Het schema laat zien hoe het regenboogmodel werkt. Het gebruikt kinderen met overgewicht als voorbeeld.
Centraal staan de kinderen en hun ouders (rode cirkel). Bij overgewicht van een kind is een team (oranje boog) beschikbaar voor diagnostiek, behandeling, begeleiding en monitoring. De ziekenhuisafdelingen kindergeneeskunde en obstetrie spelen een cruciale rol vanwege hun diagnostiek op erfelijke en aangeboren aandoeningen. Verloskundigen (zwangerschapsmonitoring) kraamzorg (denk aan hielprik), jeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus) en huisartsen spelen eveneens een grote rol. Op basis van een voorstel van het team bepalen de betrokken organisaties (gele boog) de randvoorwaarden zoals goede elektronische communicatie, faciliterende bekostiging en teamaansturing. Die organisaties werken in een omgeving (groene boog) van beleidsmakers zoals zorgverzekeraars. Die houden weer rekening met macro instanties als de rijksoverheid en (in dit voorbeeld), het beleid van grote steden (G4) en de voedingsindustrie. In dit Regenboogmodel worden gezondheidsproblemen zoals overgewicht, bij voorkeur door de burger zelf en (als dat niet kan) binnen de dichtstbijzijnde boog opgelost.
Business case als betaaltitel voor zorginkopers
Dit Regenboogmodel stelt én de burger én het integrale team centraal. Het ziekenhuis is een van de organisaties achter zo’n team. Samen met andere organisaties stelt het ziekenhuis een business case op die dient als betaaltitel voor zorgverzekeraar en gemeenten. Ik kijk verlangend uit naar goede voorbeelden hiervan in de acute, chronische en oncologische zorg. Want onder het regenboogmodel staat een pot met goud voor betere, goedkopere en leukere zorg.