Toen professor Moerman en ik in de publicatie Angelsaksen versus Rijnlanders deze verschillende benaderingen – met dank aan het FD – in 2006 introduceerden, hadden wij niet verwacht dat ze zo’n vlucht zouden nemen. Ik verwachtte dat na al die jaren bij een ieder het verschil tussen beide wel min of meer helder zou zijn; het is immers uitgewerkt in allerlei modellen als Europees versus Anglo-Amerikaans organiseren en de leefwereld versus de systeemwereld.
Wellicht ten overvloede: bij een principle based-benadering hoeft men weinig regels te hanteren omdat de principes bij betrokkenen herkend, erkend en geïnternaliseerd zijn. Bij een rule based-benadering moet men regels hanteren om bepaald gedrag af te dwingen, externe disciplinering. De principle based-benadering komt bijvoorbeeld terug in juridische begrippen als ‘goed koopmansgebruik’, ‘als een goede huurder’ of ‘als een goede huisvader’. ‘De goede huisvader’ stamt uit de Romeinse tijd toen de pater familias werd geacht het beste te handelen voor zijn familie, zonder schade te berokkenen aan anderen. Hiermee kan men uitstekend uit de voeten omdat ieder normaal denkend mens weet waar de grenzen liggen. Omdat situaties voortdurend kunnen verschillen, wordt van de taakvolwassen burger verwacht dat hij of zij zelf de afweging kan maken hoe te handelen in een bepaalde situatie. Daar kunnen geen regels tegenop.
Allerlei principes
Als ik de conceptcode bekijk, dan klopt het dat daarin allerlei principes worden genoemd waar de besturing en het toezicht aan moeten voldoen. Maar dat maakt het nog geen principle based-document. Want wat volgt is dat per principe een groot aantal regels wordt geformuleerd, waar ik deels klassieke statutaire bepalingen, deels bepalingen uit huishoudelijke reglementen en voor een deel een geheel nieuw set regels in herken. Wat dus wordt geïntroduceerd als een principle based-document is in werkelijkheid een rule based-document dat allerlei zaken dicht regelt.
Daarnaast doet zich in deze regeldichtheid nog een ander probleem voor: het abstractieniveau verschilt sterk. Hierdoor hebben de regels zowel betrekking op praktische zaken als ‘Een lid van de raad van toezicht kan maximaal tweemaal voor een periode van vier jaar benoemd worden’ als op abstracties als ‘De raad van bestuur stelt een beleid vast voor de omgang en dialoog met belanghebbenden – anders dan de medezeggenschapsorganen – van de zorgorganisatie. Het beleid voor de omgang met belanghebbenden omvat een combinatie van zowel structurele als op maat gesneden, incidentele vormen van overleg’. Kunt u het nog volgen?
Dit leidt tot een onoverzichtelijk geheel van regels van verschillende orde die overigens wel allemaal moeten worden afgevinkt. En wanneer het fout gaat, zullen ze worden nagelopen op zoek naar de schuldige, want dat is de andere kant van het (Anglo-Amerikaanse) rule based-denken. En hoe meer regels, hoe meer er fout kan gaan.
Taakvolwassen bestuurders
We weten al lang dat dit niet werkt en het is dus verbazingwekkend dat in dit tijdsgewricht een dergelijk document het licht ziet. We mogen er toch van uitgaan dat er zo langzamerhand voldoende taakvolwassen bestuurders en toezichthouders zijn die hebben geleerd van het verleden en binnen de kaders van de wet, de statuten en aanvullende reglementen in staat zijn om bestuur en toezicht inhoud en vorm te geven? Natuurlijk zal er wel eens wat fout gaan, maar dat hoort bij de dynamiek van bestuur en toezicht die we niet uit angst en wantrouwen vast moeten zetten in regels.
Jaap Jan Brouwer is mede-initiator van het platform Koplopers in de Zorg, organisatieadviseur en auteur van boeken over een brede range van onderwerpen.
Het is jammer dat de mede-initiator van het platform Koplopers in de Zorg hier reageert op de consultatieversie van de code die op 23 mei uitkwam. Op 23 september jl. is een nieuwe versie van de code uitgebracht die is bijgesteld op grond van meer dan 50 reacties. In de nieuwe versie is het principle based-karakter consequent doorgevoerd.
zie https://www.zorgvisie.nl/Kwaliteit/Nieuws/2016/9/Nieuwe-Zorgbrede-Governancecode-openbaar/
Johan van der Spek
Secretaris Brancheorganisaties Zorg (BoZ)