Er is al veel te doen geweest over deze cao. Vooral de beloning van de circa honderdduizend huishoudelijke hulpen was een heikel punt. De afgelopen jaren is er sprake van een ware race to the bottom binnen de huishoudelijke hulp. Werkgevers en vakbonden zijn het erover eens dat dit gestopt moest worden. Concurrentie op loonkosten moet worden vermeden. Huishoudelijke hulpen hebben recht op een fatsoenlijk salaris met een fatsoenlijk tarief van de gemeente.
Tot zover de gedeelde principes. Beide partijen konden het niet eens worden over de manier waarop dit tot stand zou moeten komen. Tot de cao-onderhandelaars vorige week na een lange nacht van onderhandelen plotseling toch een akkoord uit de hoge hoed toverden. Dit akkoord zou dé oplossing zijn voor de problematiek binnen de hulp bij de huishouding. Hoera, zou je op het eerste gezicht roepen. Het tegendeel is waar.
Ongelijk speelveld
De race to the bottom is ontstaan door een combinatie van twee factoren. Enerzijds willen gemeenten thuiszorg inkopen tegen de allerlaagste uurtarieven. Anderzijds kennen zorgaanbieders grote verschillen in loonkosten. Van een gelijk speelveld is geen sprake. Deze verschillen in loonkosten ontstaan doordat de aanbieders nog veel personeel hebben in duurdere functieschalen. Daarbij komt dat medewerkers met meer dienstjaren vaak aanzienlijk meer verdienen dan nieuwe krachten. Dit betekent in de praktijk dat er altijd wel een aanbieder is die werkt met lagere kosten.
Aanbieders met relatief veel ervaren maar dus ook duurdere krachten, staan dan voor de keuze om zorg te leveren voor een veel te lage prijs. Doen ze dat niet, dan is ontslag voor hun medewerkers het treurige gevolg. Dit is momenteel de alledaagse praktijk: organisaties met veel medewerkers in vaste dienst kunnen het hoofd niet of ternauwernood boven water houden. Dat is cynisch en paradoxaal tegelijk, omdat de vakbonden en het kabinet juist belijden dat werknemers zo veel mogelijk een vaste aanstelling moeten hebben.
Cynische cyclus
Het cao-akkoord maakt deze situatie nog veel erger. Afgesproken is dat de huishoudelijke hulp straks per dienstjaar ongeveer 5 procent extra gaat verdienen. Het salaris begint straks voor iedereen op 10 euro per uur met een maximum van 12,50 euro. Dit wil zeggen dat medewerkers met een vast contract na uiterlijk vijf jaar allen 12,50 euro verdienen. Dit zou een zeer mooie verbetering zijn voor deze medewerkers, ware het niet dat het nooit zover zal komen.
Medewerkers met contracten voor bepaalde tijd starten op 10 euro per uur en groeien maximaal door naar 10,50 euro in het tweede jaar. Dan is de nieuwe maximumtermijn bereikt voor tijdelijke contracten en staan ze weer op straat. De cynische cyclus begint dan opnieuw.
Dit betekent dat zorgaanbieders met vooral medewerkers in vaste dienst, uiteindelijk ongeveer 20 procent hogere loonkosten zullen hebben ten opzichte van organisaties met medewerkers met contracten voor bepaalde tijd. Dit levert – zeker in onze branche met minimale marges – een onoverbrugbaar concurrentienadeel op. Gemeenten behouden zo de kans om tegen lage tarieven in te kopen en de organisaties met vaste medewerkers zullen verdwijnen.
Algemene maatregel van bestuur
In het onderhandelaarsakkoord wordt gesproken over een algemene maatregel van bestuur (AMvB) die dit zou moeten voorkomen, maar deze moet dan wél zeer scherp worden omschreven. Anders blijft de resultante dat tienduizenden medewerkers hun vaste baan gaan verliezen. Zorgaanbieders met alleen contracten voor bepaalde tijd zullen de markt dan domineren. Dergelijke draaideurorganisaties zijn niet alleen slecht voor medewerkers, maar ook voor de continuïteit van zorg aan cliënten. En daar gaat het uiteindelijk om.
Eenvoudige oplossing
De vakbonden spreken van een historisch akkoord. Historisch dreigt het inderdaad te worden, maar dan wel een historische misser. Terwijl een eenvoudige oplossing binnen handbereik ligt. Stijging van salaris moet niet worden gekoppeld aan dienstjaren, maar moet trapsgewijs worden ingevoerd voor álle medewerkers, dus ook voor de mensen met tijdelijke contracten. Op deze wijze is concurrentie op loonkosten verleden tijd en wordt de race to the bottom gestopt. Een dergelijke oplossing is beter voor iedereen en eenvoudig te realiseren. Het is te hopen dat de betrokken partijen dit alsnog inzien en corrigeren. Het is nog niet te laat.
Zion Jongstra, directeur TSN Thuiszorg (foto) en
Mark van den Berg
, directeur TZorg
Gelukkig kan een akkoord ook nog door de achterban afgewezen worden. Beter ten hele gekeerd, dan ten halve gedraaid. Ludieke actie; Laat elke thuiszorgmedewerker zich inschrijven voor de bijstand. Maakt niet uit of je werk hebt of uitkering. Er zal dan een afwijzing komen, maar dan kan je reageren met; ‘Ik ben alvast aan het oefenen voor als het nodig is’. Wat zullen ze schrikken van de aanloop bij de gemeenten. groet, Marco
Gelukkig kan een akkoord ook nog door de achterban afgewezen worden. Beter ten hele gekeerd, dan ten halve gedraaid. Lukieke actie; Laat elke thuiszorgmedewerker zich inschrijven voor de bijstand. Maakt niet uit of je werk hebt of uitkering. Er zal dan een afwijzing komen, maar dan kan je reageren met; ‘Ik ben alvast aan het oefenen voor als het nodig is’. Wat zullen ze schrikken van de aanloop bij de gemeenten. groet, Marco
In aanvulling op de weloverwogen reactie van HansH: zoals ‘de overheid’ niet bestaat, bestaat ook ‘de zorgsector’ kennelijk niet.
Belangen divergeren, professionele opvattingen over zorg-op-niveau en een gelijk (financieel) speelveld lopen uiteen.
Toch kan geen enkele zorgverlener (trouwens ook geen enkele vakbond) zijn ogen sluiten voor deze anomalie in het principeakkoord.
Het siert de heren Van den Berg en Jongstra dat zij vóór het goedkeuren en algemeen verbindend verklaren van de CAO hierover hun zorgen uiten en oproepen tot correctie.
Stilzwijgen zou pas getuigen van onverantwoordelijkheid.
Dit perverse trekje uit de concept-CAO moet weg: dat is in het belang van de zorgverleners, van de werknemers en van de cliënten.
Liever ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
Ik snap dit bericht niet. Sluit mij dan ook bij de vorige reacties aan.
Beide heren hebben toch meegedaan aan de CAO onderhandelingen vanuit het werkgeverskamp. heeft u dit dan niet kunnen voorkomen. Of komt het u misschien wel heel goed uit en kunt u uw komende reorganisatie en gedwongen ontslagen op de CAO afspraken afschuiven.
Bijzonder dit bericht. Er is een onderhandelaarsakkoord met de vakbonden maar de werkgevers trekken aan de alarmbel? Hoezo onderhandelen, hoezo akkoord? Paradoxaal dit bericht. Waarom komen werkgevers dan niet overeen om de CAO voor Thuiszorg los van V&V te halen: ‘back tot the future (2008!)’
Maar de brancheorganisatie van de thuiszorg (BTN) zat bij die CAO-onderhandelingen. Waarom hebben ze dan getekend?
Mooie blog. Deze ontwikkeling doet zich voor in meerdere sectoren, en de spelers van dit spel zijn zich heel bewust van de uitwerking van de afspraken.
Zij redeneren echter anders. Werkervaring leidt tot hogere productiviteit waardoor ervaren krachten niet meer kosten per behandeling dan jongere onervaren krachten.
Die redenering gaat echter niet op wanneer de extra kwaliteit van ervaren medewerkers niet wordt beloond. Ik kan mij daarom goed vinden in de conclusie van de schrijvers.
De overheid gaat echter niets doen, want ‘de overheid’ bestaat niet. Van Rijn wil de kosten drukken en heeft minder op met de consequenties voor de arbeidsmarkt, of zoals Schippers het stelde: ‘de zorg is geen werkgelegenheidsproject’. Pas als Asscher van sociale zaken druk uitoefent kan er iets gebeuren. Dat is echter onwaarschijnlijk.