Met belangstelling luisterde ik naar de podcast waarin Jos de Blok en Nico Moleman – oprichters van BuurtzorgT – hun visie op de ggz geven. Deze belangstelling maakte echter al snel plaats voor verbazing. Beide heren presenteren zich als messiassen van de ggz, met het idee dat hun model, BuurtzorgT, alle problemen zal oplossen. Dit is echter een scheve vergelijking. Het beeld dat beide heren scheppen, is niet de werkelijkheid waar reguliere ggz-instellingen in functioneren.
BuurtzorgT kan zelf kiezen welke patiënten ze behandelen, terwijl reguliere ggz-instellingen – door de Wet Verplichte ggz – acute zorg moeten verlenen aan iedereen die dat nodig heeft. In crisisgevallen is er geen keuze; iedere seconde telt zonder selectie. Het BuurtzorgT-model is niet te vergelijken met de zorg die wij bieden en is daarom misleidend.
Zelfsturende teams niet overal toepasbaar
Ook hun pleidooi voor een platte organisatiestructuur met zelfsturende teams klinkt te eenvoudig. Dit werkt misschien voor een kleinschalige, ambulante zorgorganisatie zoals BuurtzorgT, maar grote ggz-instellingen hebben te maken met diverse afdelingen en vele specialisaties, zoals forensische zorg, poli’s, ambulante zorg en acute psychiatrie. Hoewel een plattere organisatiestructuur en een verminderde overhead gunstig zou zijn, is dit niet zomaar toepasbaar in de complexiteit van de huidige reguliere ggz.
BuurtzorgT’s kritiek deels terecht, maar beperkt
De kritiek op specialistische ggz herken ik deels. Specialistische zorg brengt veel goeds, maar kan ook leiden tot behandelingen die niet altijd nodig zijn. Een bredere, meer generalistische blik op wat en hoe we precies willen behandelen in de ggz zou onze sector zeker ten goede komen. Het idee van De Blok en Moleman om deze zorg volledig naar UMC’s te verplaatsen, is onrealistisch. Specialistische kennis zit tegenwoordig juist ook in reguliere ggz-instellingen.
Hun voorstel om ambulante teams meer te betrekken bij de klinische zorg, is overigens niets nieuws. In mijn werk op de HIC werken we al lange tijd volgens het HIC-model, waarbij de samenwerking tussen patiënt, kliniek en ambulante teams centraal staat en er samen een juiste koers wordt bepaald.
Een gemiste kans
Samenvattend vind ik het zorgelijk dat De Blok en Moleman de complexe en essentiële ggz in Nederland zo simplistisch benaderen. Hun analyse lijkt meer gericht op het promoten van BuurtzorgT dan op het bieden van een werkelijke oplossing. Hoewel BuurtzorgT waardevol werk levert, voelt dit pleidooi eerder als marketing dan als een oprechte poging tot verbetering van de ggz. Dit is misleidend én zorgwekkend, gezien de serieuze uitdagingen binnen de sector.