Recente mediaberichtgeving over de vergaarde rijkdom van ex-minister Plasterk laat zien hoe winstbejag hoogtij viert bij de ontwikkeling van medicijnen. Het bedrijf van Plasterk kreeg een patent op een methode om gepersonaliseerde kankervaccins te ontwikkelen, die was uitgevonden dankzij onderzoek van het Amsterdam UMC. Het bedrijf kreeg ook Nederlandse en Europese overheidssubsidie om de methode toe te passen. Toen een groep longkankerpatiënten de behandeling zou krijgen, werd het bedrijf verkocht en ging de test niet door. Plasterk en zijn zakenpartners maakten tientallen miljoenen winst met de verkoop.
Kwestie van leven en dood
Het is illustratief voor het systeem van medicijnontwikkeling: niet de patiënt, maar de geldbuidel van bedrijven staat op de eerste plek. Door dankbaar gebruik te maken van met publiek geld ontwikkelde kennis, is de farmaceutische sector een van de meest winstgevende industrieën geworden. En dan te bedenken dat medicijnen geen luxeproduct zijn, maar een kwestie van leven en dood.
De gevolgen van het winstbejag zijn dan ook groot. Farmaceuten vragen exorbitante prijzen voor nieuwe medicijnen, zonder dat ze kunnen uitleggen waarom. Miljoenen patiënten in lage- en middeninkomenslanden hebben mede daardoor geen toegang tot levensreddende medicijnen. Ook patiënten in Nederland zijn de dupe. Vorig jaar besloot toenmalig VWS-minister Kuipers drie medicijnen niet op te nemen in het basispakket omdat de farmaceuten te veel geld vroegen. De hoge kosten voor nieuwe medicijnen verdringen bovendien andere belangrijke zorg.
Investeren in innovatie
Farmaceuten zeggen dat ze zo veel winst moeten maken om de ontwikkeling van nieuwe medicijnen te kunnen financieren, maar dat is een mythe. Verschillend onderzoek laat zien dat de gemaakte winst grotendeels naar aandeelhouders gaat – zo ook bij de verkoop van het bedrijf van Plasterk – en naar zaken als lobby en marketing. Investeren in innovatie heeft bij veel van deze bedrijven helaas niet de prioriteit.
Bij overheden heeft innovatie terecht wel de prioriteit. Gezondheid is een fundamentele levensbehoefte en mensenrecht. De Nederlandse overheid en andere overheden zijn daarom belangrijke financiers van geneesmiddelenonderzoek. Ongeveer 25 tot 30 procent van al het onderzoek naar medicijnen wordt gefinancierd met belastinggeld. Bij sommige medische producten is het aandeel publieke financiering nog een stuk groter. Zo investeerden overheden wereldwijd 93 miljard euro in de ontwikkeling van Covid-19-vaccins.
Voorwaarden aan publieke financiering
Waar het misgaat, is dat overheden geen voorwaarden verbinden aan deze investeringen. Als een bedrijf mede dankzij belastinggeld een nieuw medicijn ontwikkelt, dan krijgt het een patent erop en dan is het product privaat eigendom geworden. Het bedrijf is vervolgens volledig vrij om te bepalen wat de vraagprijs wordt en bijvoorbeeld op welke schaal het wordt geproduceerd. Zo kon het gebeuren dat miljoenen mensen wereldwijd tijdens de pandemie lange tijd geen toegang hadden tot de publiek gefinancierde Covid-19-vaccins, met onnodig veel leed tot gevolg.
De Nederlandse overheid kan en moet ervoor zorgen dat publieke investeringen in onderzoek en ontwikkeling leiden tot publieke toegang tot betaalbare medicijnen. Als het belastinggeld investeert in geneesmiddelenonderzoek, dan kan het heldere voorwaarden stellen aan de prijs en toegankelijkheid van de eindproducten. Het ministerie van VWS liet in 2017 de toolkit ‘Maatschappelijk Verantwoord Licentiëren’ ontwikkelen met richtlijnen aan universiteiten voor het doorverkopen van medische ontdekkingen aan bedrijven, maar hierin ontbreken voorwaarden die de betaalbaarheid en toegankelijkheid garanderen.
Nederland als voortrekker
In 2022 lanceerde de Nederlandse overheid haar strategie op het gebied van mondiale gezondheid. Hierin staat dat Nederland op internationaal niveau een verbinder, vernieuwer en voorvechter wil zijn voor het verbeteren van gezondheid wereldwijd. Ook omdat dit in het belang is van Nederland zelf. Als er internationaal beter beleid is op het gebied van gezondheid, bijvoorbeeld voor de bestrijding van pandemieën, dan is dat ook goed voor burgers in Nederland.
Onder kabinet-Rutte II was Nederland met toenmalig VWS-minister Schippers ook al internationaal een voortrekker door te pleiten voor een eerlijk systeem van medicijnontwikkeling inclusief voorwaarden aan publieke investeringen. Als het effectief uitvoering wil geven aan de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie, dan moet onze overheid deze handschoen weer oppakken. Het kan het goede voorbeeld geven door in eigen land voorwaarden te verbinden aan publieke financiering van geneesmiddelenonderzoek en op internationaal niveau aandringen op regels hiervoor.
Op deze manier maken we een einde aan het subsidiëren van buitensporige winsten maken over de ruggen van patiënten, en zorgen we ervoor dat publiek geld volledig ten goede komt aan het publieke belang.
Mariëlle Bemelmans, directeur van Wemos, en Kai Figueras de Vries, nationaal coördinator van Universities Allied for Essential Medicines (UAEM) Netherlands en student aan de UvA
Reactie van de Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen (VIG): Wemos focust helaas op de verkeerde kwestie. Een jarenlange eenzijdige bezuinigingsfocus heeft er toe geleid dat in Nederland de betaalbaarheid van medicijnen dik in orde is (medicijnuitgaven beslaan netto slechts 5,6% van het zorgbudget, ondanks alle innovaties). De prijzen zijn maatschappelijk aanvaardbaar, anders worden ze niet toegelaten tot het verzekerd pakket van de zorgverzekering. Maar helaas is het inmiddels, mede door die kostenkramp, met de beschikbaarheid van bestaande én nieuwe medicijnen in ons land steeds slechter gesteld. Lees hier de volledige VIG-reactie: https://www.vereniginginnovatievegeneesmiddelen.nl/actueel/wemos-laten-we-kijken-naar-het-echte-probleem