Private equity rukt op in het zorglandschap, van kraamzorg tot ouderenzorg. Binnen mijn eigen sector, de mondzorg, is het percentage private equity hoger dan in andere sectoren. Schattingen komen tot ongeveer 200 miljoen euro, ongeveer 25 procent van het budget voor de mondzorg in het basispakket.
Sprinkhanen en graaiers
Private equity heeft al jaren een negatief imago: de zorg wordt leeggegeten door parasieten en in het verleden werd deze sector als een zwerm sprinkhanen gekenschetst. De Tweede Kamer heeft al meerdere keren aangestuurd op een verbod op private equity in de zorg, van de SP tot de PVV. Maar net zo onverwachts als de bekering van Paulus op weg naar Damascus staat minister Agema nu pal voor private investeringen in de zorg, ondanks haar vroegere standpunten over private equity. Agema heeft in een kamerdebat over de wet gegevensverwerking aangegeven dat zij af wil van “sprinkhanen en graaiers” in de zorg, maar niet van alle private equity. Zoals zij in het tv-programma ‘Bar Laat’ aangaf: er zijn good guys en bad guys.
Selectie aan de poort
Uiteraard is er wetgeving in de maak om excessieve winsten in de zorg te voorkomen en te verhinderen dat zorgpremies wegvloeien naar private investeerders. Maar als zorgverlener, die zelden in dit debat wordt betrokken, lijken twee zaken belangrijker om aan de politiek mee te geven. Private investeringen in de zorg mogen nooit leiden tot een selectie aan de poort van patiënten. Het kan heel aantrekkelijk zijn voor investeerders om zich te richten op kapitaalkrachtige patiënten.
Dat kansenongelijkheid zich ook uit in de mond, zien mondhygiënisten dagelijks. De kwaliteit van zorg mag nooit het slachtoffer worden van efficiency of winstmaximalisatie. De patiënt moet centraal blijven staan, aan de kwaliteitsnormen kan niet getornd worden. En de vraag is of de focus van private equity op hoge rendementen en betrekkelijk snel weer doorverkopen van bedrijven hier niet mee op gespannen voet staat.
Wie investeert straks in de zorg?
Maar wie zorgt voor de noodzakelijke investeringen in de zorg? De uitdagingen voor de zorg zijn enorm: meer werk met minder mensen. De toverwoorden om deze ‘zorgcrisis’ te bezweren zijn volgens het huidige kabinet kunstmatige intelligentie en minder administratie. Voor de periode 2023-2027 is 2,8 miljard euro uitgetrokken voor verdere digitalisering van de zorg. Dat is echt onvoldoende voor een sector die recent de laatste stekkers uit de fax heeft getrokken en nog geen eenduidig elektronisch patiëntendossier heeft. En dan hebben we nog niet over de vele miljarden die nodig zijn voor de arbeidsvoorwaarden voor het behoud van de zorgprofessionals en de vernieuwing van het vastgoed in de zorg.
Ook kunstmatige intelligentie vergt grote investeringen van private investeerders die techbedrijven of hippe start-ups mogelijk maken zodat de zorg ermee aan de slag kan. Dat vergt een goed investeringsklimaat voor bonafide investeerders die echt de zorg op langere termijn willen verbeteren en niet voor de snelle winst gaan.
Alle particuliere investeerders op één grote hoop gooien en wegzetten als graaiers draagt niet bij aan een betrouwbaar investeringsklimaat in de zorg. Investeren in de toekomst van de zorg is te belangrijk om uit te gaan van meningen in plaats van feiten. Scheid de schapen van de bokken in deze discussie, want de overheid is niet in staat om de noodzakelijke investeringen te doen.
Door Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter NVM-mondhygiënisten