Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Opinie: Problemen huisartsenzorg met faillissement Co-Med niet voorbij

is adviseur in Zorg en Welzijn en auteur van Het zorgstelsel ontrafeld
Co-Med is failliet. Alleen al de simpele aankondiging dat betaling aan Co-Med via contractbeëindiging gestopt zou worden was voldoende om het faillissement in no time dichtbij te brengen. Er gebeurde wat ook rondom het faillissement van het Slotervaart-ziekenhuis gebeurde: zorgverleners, vooral de zzp'ers, verlieten de organisatie per ommegaande. De zorgverlening, toch al onder de maat, verslechterde in hoog tempo, waardoor verantwoorde zorg niet meer mogelijk was. De faillissementsaanvraag was een feit.
Martien Bouwmans, zorgstelselkenner en schrijver van Het zorgstelsel ontrafeld
Martien Bouwmans, zorgstelselkenner en schrijver van Het zorgstelsel ontrafeld

Met het faillissement, waar menig zittend huisarts en huisartsenorganisatie niet om zal treuren, maakt de problemen er echter niet minder op. Afgezien van de acute problemen voor 50.000 patiënten die nu zonder huisartsenzorg zitten, is er ook een dam opgeworpen tegen nieuwe vormen van huisartsenzorg, die meer op de moderne tijd waren toegesneden.

Zorg voor méér mensen

Het Co-Med-model was niet alleen het ‘opkopen van huisartsenpraktijken’ van huisartsen die met pensioen wilden. Het was natuurlijk ook een experiment om zorg ‘op afstand’ te verlenen, digitaal waar mogelijk, en het wegnemen van administratie en overhead voor huisartsen en andere zorgverleners, die daarmee méér tijd kregen voor dat waartoe huisartsen opgeleid zijn, namelijk zorg verlenen. En zo ook juist méér patiënten konden bedienen.

Co-Med vereist nog een keer onderzoeksjournalistiek. Nu niet naar de ‘geldwolven’ die, commercieel gedreven, praktijken opkochten en daar allerbelabberdste zorg verleenden (waarbij steeds weer dezelfde foto van een patiënt in Reusel voor een gesloten praktijk), maar méér naar het achterliggende model. Kijk nog eens met open blik naar de tegenwerking die Co-Med van begin af aan kreeg vanuit de zittende huisartsen, door Co-Med moedwillig tegen te werken. Maar ook de obstructie vanuit de huisartsenpost. (zie hiervoor NRC, 25-08-23)

Beoogde werkwijze

Opmerkelijk is dat Co-Med-patiënten vooralsnog bediend worden door Arene, een zorgorganisatie die voor een belangrijk deel weer op dezelfde wijze werkt als Co-Med. Zo gek was het niet wat Co-Med beoogde. De vraag blijft of de huisartsenzorg (beter: de patiënten) op de lange termijn geholpen zijn met het einde van Co-Med? Want hoe moet het dan?

Waarom is het eigenlijk zo erg als huisartsenpraktijken draaien onder de vlag van een ‘ketenorganisatie’? Een overkoepelende organisatie die huisartsen faciliteert bij hun werk op kleinschalige locaties? Moeten we niet door de afkeer van ‘commerciële ketens’ heen kijken of door de te pas en te onpas opborrelende discussie over private equity in de zorg (van private equity was overigens bij Co-Med geen sprake)? De bestuurder van de Amsterdamse gezondheidscentra, Paulien van Hessen, riep alweer geruime tijd geleden op LinkedIn op eens te kijken naar bijvoorbeeld de stichting Amsterdamse gezondheidscentra. Een stichting, waaronder huisartsen lokaal zijn aangesloten, een niet-commerciële keten, met zeggenschap van lokale, aangesloten huisartsen. Die óók praktijken van pensionerende huisartsen overneemt, en deelnemende huisartsen ontlast van administratie.

Stevige organisatie

Grotere, stevige organisatie van huisartsenzorg, beter nog: bredere eerstelijnszorg, is niet alleen een voorwaarde om beter met de lokale ziekenhuizen samen te werken en met gemeenten (sociaal domein). In tijden van groot personeelsgebrek is de eerste opdracht om te bezien of de huidige organisatie effectief gebruikmaakt van het bestaande zorgpersoneel.

Het praktijkhouderschap is de belangrijkste spelbreker. Een aanzienlijk bestand van huisartsen wil daar coute que coute aan vasthouden. En dat is niet zo onbegrijpelijk als uit het kostenonderzoek van de NZa blijkt dat het gemiddelde bedrijfsresultaat van een huisartsenpraktijk 218.804 euro bedraagt. (dat is het inkomen van de gemiddelde praktijkhoudende huisarts, incl. sociale lasten). Maar wellicht een nog groter deel van de (toekomstige) huisartsen vindt het praktijkhouderschap daarentegen maar weinig aantrekkelijk, en wil zorg verlenen zonder de rompslomp. Weer een ander deel van de huisartsen heeft het zzp-schap omarmd en laat zich ‘inhuren’ als vervangend huisarts. Er valt, gelet op de uitkomsten van het NZa-onderzoek) met drie dagen werken een behoorlijk inkomen te verwerven.

Het nut van ketenorganisaties

Zo bevordert het huidige systeem het huisartsentekort en werkt het modernisering tegen. Er zijn tal van redenen om juist het werken via ketenorganisaties te gaan bevorderen. Maar dan goed geoutilleerde en geleide ketenorganisaties, met aangesloten huisartsen die op locaties in de wijk, kleinschalig, en met een vast patiëntenbestand zorg verlenen. Kan heel goed. Aangesloten zijn bij een ketenorganisatie zou, anno 2024, een pré moeten zijn en extra beloond. Aantrekkelijker dan het model van kleine, óók commerciële, ondernemers in de zorg (huisarts-praktijkhouders). Die aan het eind hun praktijk ook zelf weer moeten gaan ‘verkopen’. Dat is allemaal niet in het patiëntenbelang. Ook bij huisvesting van zorgverleners kan een (lokale) ketenorganisatie een veel krachtiger rol spelen.

Betere en efficiëntere organisatie van de huisartsenzorg in bovengenoemde zin, dus juist mét overkoepelende, faciliterende  ketenorganisaties, die tijd en ruimte voor meer patiëntenzorg door huisartsen vrijspelen, daarmee zou het tekort snel weggewerkt kunnen worden. Dat vergt wel enige regie. Dat gaat niet vanzelf. Lokaal zouden zorgverzekeraar en gemeente veel meer het initiatief moeten nemen om dergelijke ketenorganisaties te faciliteren of -desnoods zelf- op te gaan zetten.

Door Martien Bouwmans, auteur van: Het Zorgstelsel Ontrafeld

2 REACTIES

  1. Goed dat met een open blik naar het model van Co-Med wordt gekeken. Ook Nivel is bezig met het degelijk in kaart brengen van de diverse vormen van alternatieven voor het traditionele praktijkhouderschap. Het betekent wel dat de combi ‘beroepsuitoefening en bedrijfsvoering met de beroepsuitoefening in dominante positie’ verandert door de toetreding van partijen die gespecialiseerd zijn in bedrijfsvoering. Immers, deze partijen zorgen vroeg of later na de toetreding voor kanteling van de verhouding tussen beroepsuitoefening en bedrijfsvoering; de bedrijfsvoering wordt dominant!
    Veelal hebben dit soort partijen een financiële achtergrond die vaak gepaard gaat met een nogal starre visie op de optimale bedrijfsvoering. In veel gevallen gaan zij voorbij aan de verschillende vereisten die verschillende branches stellen aan de bedrijfsvoering. Er dient bij modelaanpassing van het huisartsenmodel dus rekening te worden gehouden met de specifieke vereisten van de beroepsuitoefening. Hoe meer sprake is van praktijkovername door partijen die deze vereisten doorgronden hoe meer kan op succes en toegevoegde waarde van de overname of participatie. Een mooi voorbeeld bij de openbare apotheken levert de Stichting Verenigde Apotheken (St. VNA). Het is voor allen die geïnteresseerd zijn in deze materie zinvol om zich in dit model te verdiepen.
    Hans Hof, http://www.hmcmanagement.nl, http://www.profs4zorg.nl

  2. Lees alle reacties
  3. Bijzonder vindt ik het om te verwijzen naar het betwiste rapport van de NZA. Dat niet alleen een verkeerd beeld geeft van de zorg, maar ook te kennen geeft dat de NZA geen kennis heeft van bedrijfsvoering.

    Dit rapport stelt dat de huisartspraktijk zich zo goed heeft gevormd dat het is geslaagd om vet afvoerputje te worden van de zorg. En als beloning voor al het harde werk moeten praktijken met 2% worden gekort.

    Daar waar de reëele gestapelde inflatie over de afgelopen 5 jaar de 30% overstijgt moet de huisarts, nog meer gaan doen met nog minder.

    Eerder heb je geclaimde dat de oorzaak ligt bij de parttimers. Een gemiddelde huisarts haalt de 10 uur per dag, het gemiddelde aantal arbeidsuren in Nederland is 35 uur per week. Dus een huisarts die 4 dagen werkt zit boven gemiddeld. Hoezo parttime?

    Het wordt tijd dat we eens stoppen met het continu proberen om te hervormen met keten/koepel/knutsel organisaties die alles aan elkaar moeten lijmen, maar geen daadwerkelijke zorg leveren. Over zorg praten doen al genoeg mensen.

    Het is tijd dat de sector wordt beloond naar de 90% (!) van de zorgvraag die door de huisartsen wordt verzorgd.

    Waar we zeker vanaf moeten is de situatie waarin de huisarts aan de ene zijde marktwerking heeft (inkoop van producten en inhuur van personeel) en aan de andere zijde een bureaucratisch moloch als de NZA die -zonder marktwerking- tarieven afdwingt. Daarbij een zorgverzekeraar die niet wil onderhandelen en een NMA die samenwerking door huisartsen tegenwerkt.

    En dan vinden we het gek dat huisartsen er de brui aan geven en dat de opleiding haar instroom niet haalt.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.