Zorgorganisaties en gemeenten zetten allemaal administratieve systemen op voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). De aanbestedingen veroorzaken een gigantische papieren rompslomp.
Imagoschade
Op nog een ander terrein lijkt de WMO in de praktijk te botsen met het kabinetsbeleid. Zo hamert het ministerie van VWS erop dat werkgevers in de zorg er alles aan doen om de sector aantrekkelijk te maken voor werknemers. Er dreigt immers een groot tekort aan personeel. Door de WMO loopt het imago van de zorg echter zware schade op. Thuiszorgwerkers worden bedreigd met ontslag . Werkgevers zijn door de prijzenslag in de thuiszorg genoodzaakt te snijden in personeelskosten. Ze zullen meer gebruikmaken van tijdelijke contracten en oproepkrachten. Het bieden van zekerheid is niet meer iets waarmee de sector zich kan onderscheiden.
Ketenzorg brokkelt af
Nog een (onbedoeld?) averechts effect. VWS hecht groot belang aan goede ketenzorg. De samenwerking tussen zorgorganisaties brokkelt echter af door het aanbesteden in de WMO. Wie wil er nog kennis delen als je daarmee concurrenten in de kaart speelt?
Succesvolle bezuinigingsoperatie
Op één terrein is de WMO wel een succes. Officieel is de wet dan wel geen bezuinigingsoperatie, maar zo pakt die in de praktijk wel uit. Uit angst voor begrotingstekorten laten gemeenten de huishoudelijke verzorging veel goedkoper uitvoeren dan de rijksoverheid.
Boemerang
De vraag is echter of deze bezuiniging op de lange termijn niet als een boemerang zal werken, want de signaalfunctie van de thuiszorg loopt gevaar. Door de prijzenoorlog zal minder goed opgeleid personeel het werk gaan uitvoeren. Bovendien heeft niemand meer een compleet beeld op patiënten, want in plaats van één thuiszorgwerker krijgen klanten straks meerdere werknemers over de vloer. Eén voor de schoonmaak, een ander voor de verzorging en nog een ander voor verpleegkundige handelingen. Gevolg kan zijn dat mensen daardoor juist eerder moeten worden opgenomen in verzorgingshuizen. Penny wise and pound foolish.
Door: Bart Kiers
Reageer op deze bijdrage