Het heeft hele legers administrateurs ongetwijfeld veel bloed, zweet en tranen gekost om grip te krijgen op het fenomeen dat aanbesteden in de thuiszorg heet. En nu, op het moment dat alle partijen langzaam een beetje beginnen te wennen aan het aanbesteden, blijkt het allemaal verspilde moeite te zijn. Gemeenten hadden namelijk al die tijd gewoon potentiële thuiszorgaanbieders kunnen uitnodigen voor een paar gesprekken. Gezellig met een kopje koffie en een plakje cake.
Gemeenten mogen namelijk ook op basis van gesprekken een thuiszorgorganisatie uitkiezen voor het leveren van de huishoudelijke hulp in plaats van aanbestedingsrondes organiseren waarbij potentiële aanbieders zich onder strenge voorwaarden inschrijven. En waarbij vooraf, tijdens en na de procedure geen overleg mogelijk is tussen opdrachtgever en aanbieder. Rara hoe kan dat? Dat kan doordat een paar slimme gemeenten in Overijssel de stoute schoenen hebben aangetrokken. Zij hebben hulp bij het huishouden gedefinieerd als een zorgdienst in plaats van een economische dienst. En dan mag je de procedure waarmee je een aanbieder kiest zelf vormgeven.
VWS en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben altijd gezegd dat hulp bij het huishouden een economische dienst is en zodoende volgens Europese richtlijnen aanbesteed dient te worden. De rebelse Overijsselse gemeenten zijn echter nog niet door VWS en de VNG op de vingers getikt. Het lijkt erop dat ze juridisch sterk staan. Gemeenten die nog voor de tweede ronde moeten aanbesteden, weten dus wat hun te doen staat. (Zorgvisie – Wouter van den Elsen)