Vol verwachting klopte ons hart toen we in de weken en dagen voor Prinsjesdag wachtten op de definitieve versie van het Integraal Zorgakkoord. En ons wachten werd beloond.
Het IZA belooft flinke veranderingen om de zorg toekomstbestendig te maken. De toverbegrippen van het akkoord zijn: passende zorg, meer tijd voor de patiënt, samenwerking en concentratie. En laten dat nu woorden zijn die in 2006 bij de invoering van het nieuwe zorgstelsel vrijwel uit den boze waren. Toen spraken we van competitie, marktwerking en efficiëntie. Ons stelsel is, zonder dat we dit officieel benoemen, fundamenteel aan het veranderen.
Neem nu de zorgverzekeraars. In het stelsel van marktwerking waren zij als marktmeester verantwoordelijk voor de inkoop van zorg op basis van prijs en kwaliteit. Hoe beter zij de prijscomponent in de hand hielden, hoe lager uiteindelijk de premie voor de verzekerden zou worden. De polishouders controleerden daarmee de verzekeraar.
Voorzitter Dirk Jan van den Berg van Zorgverzekeraars Nederland stelt in dit Zorgvisie magazine dat de rol flink verandert. De zorgverzekeraars hebben volgens Van den Berg een gedeelde agenda en dienen samen op te trekken. De dominante zorgverzekeraar is leidend in een regio en de rest dient zich daaraan te conformeren. Er wordt afgesproken hoeveel zorg er wordt ingekocht en als het voornemen in het IZA werkelijkheid wordt, zullen de kleinere partijen in een regio ook de prijsstelling van de grootste zorgverzekeraar moeten overnemen. Daarmee wordt aan een flink aantal voorwaarden voor kartelvorming voldaan.
Bij kartelvorming spreken bedrijven af dat zij niet met elkaar concurreren. Kartels spreken af wat een product gaat kosten, hoeveel ze gaan produceren, verdelen onderling opdrachten en verdelen de markt. Dit is ongunstig voor de concurrentie en daarmee voor de consument en de economische groei. Daarom zijn kartels verboden, zo staat op rijksoverheid.nl te lezen.
Ik beticht met deze constatering de zorgverzekeraars overigens niet van iets onoorbaars. Zij zijn immers slechts een van de vele partijen die hebben getekend voor de plannen en ook VWS is het hiermee eens. Het werpt wel de vraag op wat op den duur de rol van individuele zorgverzekeraars blijft.
Beste Simon Broersma, Ik zie in de toekomstig de rol van zorgverzekeraars zich veel meer ontwikkelen naar een meer “institutionele ”. Hiermee bedoel ik dat de zorgverzekeraars zich veel meer gaat focussen op het aanbod ( in kwantitatieve en kwalitatieve zin) van zorgvoorzieningen in de “regio” , de samenwerking tussen die zorgvoorzieningen , meer focus op preventie, enz.. En veel minder op het contractren van een paar röntgenfoto’s meer of minder. Die institutionele rol is uit kostenbeheersings-overwegingen ook veel effectiever. Hierbij past het representatie-model van zorgverzekeraars goed bij. ( zie voor verdere uitwerking mijn blogjes in Zorgvisie en mijn nieuwe boek ( De Zorg is van de Patiënten en de Zorgprofessionals!!) Guus van Montfort.