Zoals ons zorgsysteem nu functioneert, zitten velen gevangen in twee dominante paradigma’s: een door de overheid gestuurd systeem (Pater-systeem) versus een systeem van marktwerking (Ego-systeem). Inmiddels weten we dat de complexiteit en de omvang van de uitdagingen zo groot zijn dat deze noch alleen door de overheid, noch alleen door de markt kunnen worden opgelost. We moeten de discussie over de toekomst van de zorg loskoppelen van politiek-ideologische overtuigingen en waardecreatie als gemeenschappelijk vertrekpunt nemen. Onder waardecreatie verstaan wij het verbeteren van zorgprocessen die de kwaliteit van leven en de vitaliteit van burgers en patiënten maximaal bevorderen.
Veilige omgeving
Daarvoor is een nieuw paradigma nodig. Een denkkader dat samenwerking en innovatie stimuleert. Een oriëntatie waarbinnen de behoeften en belangen van zorgprofessionals, bestuurders en zorggebruikers niet strijdig zijn maar in elkaars verlengde liggen. We hebben een veilige omgeving nodig waarin visie, passie, leiderschap, samenwerken, professionaliteit, verantwoordelijkheid, innovatie en ondernemerschap de kernkwaliteiten zijn. Of zoals Otto Scharmer in zijn meest recente publicatie Leading from the emerging future beschreef: ‘We moeten als basis voor de ordening in de samenleving en maatschappelijke vraagstukken van een Ego- naar een Eco-systeem’. De realisatie van innovaties die waarde toevoegen op de grote maatschappelijke vraagstukken is alleen mogelijk vanuit een aanpak die uitgaat van samenwerking en coöperatie. Eco verwijst dan ook naar diversiteit, onderlinge afhankelijkheid, groei en dynamiek waarbij niet het systeem maar de mens, de burger centraal staat.
Burger centraal
De eerste stap naar een Eco-systeem voor de zorg behelst de vraag waar de (zorg)behoeften en wensen van de burger en de samenleving liggen. De inrichting van de zorg begint dus bij de burger en niet bij de patiënt/cliënt. De antwoorden op die vraag maken duidelijk welke mensen, middelen, technologieën en toepassingen nodig zijn. Niet alleen voor iemand die zorg behoeft, maar ook om te zorgen dat de zorgvraag uitblijft en de zelfredzaamheid verbetert. In het Eco-systeem denken we niet vanuit ziekte en gedrag, maar vanuit vitaliteit en welbevinden. Dit vraagt een fundamentele herdefinitie van het vraagstuk wat gezondheid en kwaliteit van leven is. Deze benadering hebben we vertaald in de zogenoemde ZorgwaardeCyclus. Als het zorgstelsel vanuit principes als zelfsturing en zelfredzaamheid wordt ingericht, zal de rol van alle partijen radicaal veranderen.
Conflicterende belangen
De ZorgwaardeCyclus maakt ook duidelijk dat de belangen van zorgsector, arbeidsmarkt en economie soms conflicteren. Dit is goed zichtbaar bij voeding en gezondheidsbevordering. Preventie vraagt namelijk investeringen in de zorg terwijl de opbrengsten gedeeltelijk ten goede komen aan de arbeidsmarkt (arbeidsparticipatie en verbeterde productiviteit). Gezonde voeding zal een bijdrage leveren aan vitaliteit van burger en samenleving, maar zal noodzakelijke en (deels door de overheid) afgedwongen aanpassingen vragen van de voedingsindustrie. Afgedwongen om een zogenaamd ‘level playing field’ te creëren voor de voedingsindustrie die wel wil hervormen maar vast zit in een concurrentiële patstelling. Nu worden de oplossingen voor de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van ons zorgsysteem vaak nog binnen de grenzen van het zorgstelsel gezocht. Voor de juiste afweging tussen investeringen en opbrengsten stimuleert het Eco-systeemdenken dat voor de korte en langere termijn gekeken wordt naar alle maatschappelijke arena’s en actoren zoals beschreven in de schijven van de ZorgwaardeCyclus.
Om een Eco-systeem te kunnen vormen is een gemeenschappelijk doel vereist waar alle belanghebbenden zich op richten, een ‘common interest’. De innovaties die daarvoor nodig zijn, komen tot stand vanuit een gedeelde visie en samenwerking omdat men zich realiseert dat afzonderlijke partijen de gewenste vernieuwing niet alleen kunnen realiseren. Dat zal leiden tot coalities die gezamenlijk naar de doelstelling toewerken, waarbij het institutionele kortetermijnbelang geen belemmering mag vormen voor innovatie. Dit levert échte toegevoegde waarde voor de burger, de zorgaanbieders en de samenleving als geheel.
Complexe zorgvraagstukken
De overgang van Ego- naar Eco-systeem verloopt geleidelijk en de een zal de ander nooit geheel vervangen. Het Eco-systeem is met name geschikt voor die beleidsterreinen waar de andere systemen niet optimaal werken. Dat geldt bijvoorbeeld voor zorgvraagstukken die door hun omvang, investeringsbehoefte of door het aantal belanghebbenden zo complex zijn dat alleen een samenwerkingsverband van gelijkgestemden de oplossing kan brengen.
Het is nu vooral zaak om een brede maatschappelijke beweging op gang te brengen die inhoud geeft aan het Eco-systeemdenken en eventuele oude (systeem)belemmeringen uit de weg ruimt. Op deze manier zal ons land ook daadwerkelijk gidsland kunnen blijven als het gaat om de zorg. Wij roepen vooral visionaire zorgprofessionals op om zelf verantwoordelijkheid te nemen, de handen ineen te slaan en vanuit een Eco-systeembenadering meer waarde te creëren voor burgers en patiënten. Wij zijn ervan overtuigd dat dit de enige oplossing is voor een gezondheidszorg die niet alleen goed is voor onze samenleving, maar ook een bijdrage zal leveren aan de economische ontwikkeling van ons land.
Philip J. Idenburg, Managing Partner BeBright
Michel van Schaik, Directeur Gezondheidszorg Rabobank
Dit gedachtegoed vormt onderdeel van Diagnose Zorginnovatie: over technologie en ondernemerschap waarvan op 20 september a.s. tijdens het Diagnose congres het eerste exemplaar aan minister Edith Schippers overhandigd wordt. Diagnose Zorginnovatie is het vervolg op de in 2010 verschenen bestseller Diagnose 2025: over de toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg.
Bij het lezen van dit stuk moest ik steeds aan een boek van de filosoof Thomas Moore denken. Thomas Moore schreef zijn boek als reactie op een samenleving waarin egoïsme hoogtij vierde en de belangen van de burgers met voeten getreden werden. In zijn ideale wereld zou alles draaien om de burger, samenwerking en een gemeenschappelijk doel. Het enige verschil met de bovenstaande schrijvers is dat Thomas Moore zijn beschrijving van de ideale wereld zag als een satire en hij noemde zijn boek daarom ‘Utopia’.