De huidige Wet Huis voorziet in een verplichte interne meldingsprocedure voor voornoemde zorginstellingen en schrijft voor welke onderwerpen in die procedure geregeld moeten zijn. Daarnaast is op grond van deze wet het zogeheten Huis voor klokkenluiders ingesteld, dat onder meer onderzoek doet naar vermoedens van misstanden. Specifieke bescherming voor de klokkenluider is geregeld met een wettelijk benadelingsverbod. Dat verbod houdt in dat een werkgever een werknemer niet mag benadelen, bijvoorbeeld ontslaan, als gevolg van het te goeder trouw en naar behoren melden van een vermoeden van een misstand.
Interne melding
De Wet Huis stelt verplicht een vermoeden van een misstand eerst intern te melden, voordat een externe melding mag worden gedaan. Voor de situatie waarin een interne melding in redelijkheid niet kan worden gevraagd, geldt een uitzondering. Een belangrijke wijziging van het wetsvoorstel is dat klokkenluiders direct extern bij een bevoegde autoriteit, zoals de IGJ, NZa en ACM, kunnen melden. Onder omstandigheden zouden klokkenluiders zelfs direct een melding openbaar kunnen maken.
Drie belangrijke wijzigingen
Andere belangrijke wijzigingen betreffen (i) uitbreiding van de reikwijdte van de groep personen die wordt beschermd met onder anderen sollicitanten en onderaannemers, (ii) aanpassing van de formaliteiten waaraan een interne meldprocedure moet voldoen en (iii) omkering van de bewijslast. Wat dat laatste betreft hoeft de melder volgens het voorstel – anders dan momenteel – uitsluitend aan te tonen dat hij heeft gemeld en dat hij is benadeeld. Het is daarna aan de instelling om aan te tonen dat de eventuele benadeling niet het gevolg is van de melding.
Kanttekeningen bij wetsvoorstel
Vanuit diverse hoeken, waaronder de Raad van State, zijn kanttekeningen geplaatst bij het wetsvoorstel. Het is dan ook zeer de vraag of de Tweede en Eerste Kamer ongeclausuleerd zullen instemmen met het wetsvoorstel. Wordt het wetsvoorstel aangenomen, dan zullen hoe dan ook de bestaande klokkenluidersregelingen aangepast moeten worden.
Door: Corine Vernooij, advocaat bij Van Doorne N.V.